Dit stuk zou moeten gaan over de modellen en de metingen van stikstof in de lucht, het water en de bodem en de invloed daarvan op de kwaliteit van de Nederlandse natuur. Maar dat is een discussie die reeds gevoerd is. Nederland is het meest vervuilde land van West-Europa. De oplossingen om Nederland van het stikstofslot te halen zijn duidelijk. Maar het politieke klimaat is nog nooit zo ongunstig geweest als onder radicaalrechts, dat zo bruin als koeienstront is.
Op 12 december 1991 vaardigde de Raad van Europa een verordening uit “inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen”. Al in 1975 was de Europese Commissie voornemens “een voorstel op te stellen voor een richtlijn inzake de beheersing en beperking van waterverontreiniging die het gevolg is van het opbrengen of lozen van dierlijke mest en een buitensporig gebruik van meststoffen”.
Vijftig jaar later zit Nederland met een stikstofcrisis. Wie probeert te doorgronden wat die crisis precies inhoudt, moet zich verdiepen in de Europese regelgeving, de feiten over stikstofuitstoot, de schade aan de natuur door te veel stikstof, en de bestaande maatregelen om daar wat aan te doen. Maar ook in de vergunde uitzonderingen en het jarenlang negeren van Europa, de discussie over de deugdelijkheid van de stikstofmodellen en -metingen en de eindeloze reeks peperdure lapmiddelen voor boeren en bedrijven.
Wat wel kan
Dat wordt allemaal uit de doeken gedaan in het rapport van Johan Remkes in 2022 ‘Wat wel kan: Uit de impasse en een aanzet voor perspectief’. De éminence grise van de VVD (en voorzitter van welke commissie je ook maar nodig hebt) schreef een opvallend persoonlijk, apolitiek, realistisch en kraakhelder rapport. Dat zijn veel adjectieven om te zeggen dat zulke duidelijke taal beleefd in ontvangst genomen wordt en net zo gemakkelijk in de onderste la verdwijnt. Remkes’ rapport leidde in ieder geval tot de onderhandelingen over het landbouwakkoord van minister Adema, maar die werden opgeblazen door LTO, de grootste boerenbond. En toen kwamen de verkiezingen, en toen kreeg BBB het voor het zeggen, met voor de boeren rampzalig beleid.
Als je het vriendelijk bekijkt, kan je zeggen dat Schoof 1 er nog moet inkomen. Er liggen allemaal nog lopend beleid, aangenomen wetten, voorgenomen beleidswijzigingen, internationale afspraken, ingediende moties, zinnige wetsvoorstellen en andere democratisch tot stand gekomen beleidszaken waar ook wat mee moet. Minister Wiersma kwam er vrij snel achter dat het stroomstootwapen al eerder bij wet verboden zou worden. Minister Faber kwam er zelf achter dat verdelen van asielzoekers over het land best een goed idee was. Daar was al de Spreidingswet voor in de maak. Minister Faber moet oppassen met daadkrachtig zijn. Straks is haar migratiecrisis opgelost en heeft Wilders niets meer te mopperen.
Gaan we niet doen
Een minder welwillende kijk op de start van de nieuwe regering laat een tactiek van traineren, uitstellen, beknibbelen en links-pesten zien. Langetermijnbeleid is iets anders dan de zaken op de lange baan schuiven. Bezuinigen is iets anders dan geld ophalen waar het ook niet gemist kan worden. Goed beleidswerk van de weggestemde politieke tegenstander blind overboord gooien is niet perse goed nieuw bestuur. BTW op cultuur verhogen is links pesten, ontzettend kinderachtig.
Wilders straalt aan alle kanten uit dat hij niet de minste intentie heeft iets te veranderen. Hoe minder er gebeurt, hoe meer er te klagen over blijft, hoe beter voor de PVV, want dat is zijn enige zorg. ‘We gaan aan de slag’, zei Schoof. ‘Gaan we niet doen’, zegt Wilders op alles.
Gaan we ook niet doen
Een andere gepatenteerde radicaalrechtse strategie is het ene zeggen en het andere doen. Zeggen de boeren te willen helpen, maar wel 20 van de 24 miljard van het transitiepotje voor stikstofmaatregelen afhalen. De provincies opdragen te stoppen met het maken van plannen om de wettelijke verplichte milieudoelen te halen, daarmee het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) om zeep helpen. Het hele stikstofbeleid van de vorige regering opdoeken.
De migratiecrisis is een verzinsel dat kennelijk om een ondemocratische aanpak vraagt, de stikstofproblematiek is een wetenschappelijk feit. De komende maanden zullen een hete strijd over het stikstofbeleid, het mestprobleem en de toekomst van de veeteelt te zien geven. Die strijd zal zich afspelen in de Tweede Kamer, in de pers, op boerenerven en op kantoren van de agro-industrie. De inzet is een dubbel doel: Nederland minder vuil maken en boeren een toekomst geven.
Die twee sluiten elkaar niet uit. Sterker: als boeren anders en minder vervuilend gaan werken, kan veel geld bespaard worden. Dan kan de voedselzekerheid op peil blijven, want we produceren genoeg, drie keer zo veel als we nodig hebben. Voldoen aan de juridische, Europese eisen die nu al gelden stelt de subsidies veilig. Een biologische, ecologische, dierwaardiger veeteelt kan deel uitmaken van de transitie naar een beter voedselsysteem.
BBBlokkeerbeweging
De natuur heeft het nodig, de boeren willen meewerken, de wet zegt dat het moet. Een bibliotheek vol studies, rapporten en ambtelijke adviezen leert hoe het kan.
Er is éen obstakel, en die is verpersoonlijkt in Caroline van der Plas. Wat de asielnoodwet voor Wilders is, is de veestapel voor Van der Plas. Haar BBB is er niet voor de boeren, maar voor de agro-industrie. De BBB, opgericht en vertegenwoordigd in de Kamers en het kabinet door landbouwlobbyisten, wil maar één ding: dat de productie en de export van de landbouw niet afneemt.
De veestapel zou moeten inkrimpen met dertig procent om de stikstofdoelen te halen. Maar dat zou geld kosten aan de megamelkveestallen, varkenshouderijen, kippenfarms, veevoerbedrijven, zuivelaars, slachterijen, vleesverwerkers, internationale handelsbedrijven, transporteurs, stallenbouwers, chemiebedrijven en al die andere handel en nijverheid in de agrarische economie (banken, landbouwadviseurs, PR-bureaus). Niet alleen geld uit omzet, ook uit subsidies en belastingvoordelen. Het bedrijfsleven heeft het in Nederland al niet slecht wat belasting betreft, de landbouwsector krijgt tal van kadootjes van de fiscus.
Remkes zag tijdens zijn research hoe boeren lijden onder de druk van beleidswillekeur, onoverzichtelijke regels en economische onzekerheid. Hij legde de vinger op de zere plek: de regering was een onbetrouwbare partner. In zijn toon probeerde Remkes de spanning tussen de overheid en gedupeerden te ontpolitiseren, maar hij spaarde de kool en de geit niet in zijn aanbevelingen.
Afzwakken als blokkeren niet kan
Begin september lichtte minister Wiersma een tipje van de sluier op van haar voorgenomen beleid. Details had ze nog niet klaar, die volgen later dit jaar. Van der Plas zei in een reactie dat de vorige regeringen er een zooitje van hadden gemaakt en dat zij nu het puin moesten ruimen. Ze dreigde op te stappen als er boeren verplicht zouden worden te stoppen omdat ze te dicht bij een Natura 2000 gebied zouden zijn. Zo zet je je eigen minister dus onder druk. Of minister Wiersma het gedienstige zetbaasje is van Van der Plas, zoals Faber dat is van Wilders, gaat de komende maanden duidelijk worden.
De minister knabbelt in haar beleidsplannen stukjes af van de plannen van haar voorgangers en dat wordt op de website van de BBB gevierd als een overwinning.
“Het is heel mooi dat de bufferstroken rondom Natura2000 gebieden, waar geen mest uitgereden mag worden, worden verkleind van 250 naar 100 meter.” En: “Waar BBB ook stevig op heeft ingezet in het Hoofdlijnenakkoord is het aanpassen van de Nitraatrichtlijn en de nu geldende grens van 170 kilo stikstof per hectare (een 30 jaar geleden bedachte norm, die geen enkele wetenschappelijke basis heeft).(…) Het mestpakket ademt volgens BBB veel realiteitszin uit. Onder de vorige landbouwminister en stikstofminister (die zelfs afnemen van een vergunning of onteigening niet uitsloot), zou er nooit zo’n pakket hebben gelegen.” Nee, natuurlijk niet, want deze nieuwe plannen doen effectief niets aan de stikstofuitstoot.
Als boeren hun veebedrijf verkopen aan derden, niet binnen de familie, verliest het bedrijf een deel van de dierrechten, het zogenaamde ‘afromen’. Daar is Van der Plas niet blij mee, maar de minister gaat het toch invoeren, alweer: in afgezwakte vorm. Weer zo’n voordeeltje voor de boeren: als je je bedrijf aan familieleden verkoopt hoef je niet af te romen.
Remkes en zovele anderen voor en na hem concludeerden dat in de afgelopen halve eeuw de natuur beschermd had moeten worden, de groei van de intensieve veeteelt afgeremd en de transitie naar natuurinclusieve, dierwaardige en kleinschaliger landbouw bevorderd. De boerenorganisatie Caring Farmers heeft zelfs becijferd dat er meer boeren kunnen bijkomen als de veeteelt anders wordt ingericht, met grondgebonden bedrijven die hun eigen veevoer telen, geen eiwitrijk (is stikstofrijk) veevoer importeren en beter met de dieren omgaan. Dan wordt alle melk Kalverliefde melk.
Niet gezegd en wel geschreven
Wat Van der Plas er niet bij zei toen ze dreigde op te stappen als gedwongen bedrijfsbeëindiging een optie zou worden, maar wat Remkes wel schreef, was dat de agro-industrie en de intensieve veehouderij zo ongebreideld konden groeien omdat boeren en bedrijven er maar al te graag instapten en de subsidies en belastingvoordeeltjes opstreken. Wat Van der Plas ook had kunnen zeggen is dat het de agrilobby heel goed gelukt is in het verafschuwde Den Haag de juiste mensen te beïnvloeden. Jarenlang waren regeringen met CDA en VVD de boeren gunstig gezind. De Europese Gemeenschap was ongeveer opgericht om de boeren te steunen en verreweg de meeste Europese subsidie gaat naar de landbouw.
Maar nu houdt de Europese Commissie zijn poot stijf. Het is al duidelijk dat er niet meer te onderhandelen valt over uitzonderingen. Na 2025 is het afgelopen met de derogatie, het extra uitrijden van mest. Als voor die tijd geen goede regeling getroffen is voor boeren die willen stoppen of verduurzamen (daar was dat transitiepotje voor), gaan er een heleboel failliet. Benieuwd wie er dan weer de schuld krijgt van Van der Plas. Het ligt duidelijk niet in haar aard om naar de feiten te kijken. Bruinrechts heeft ook al ontdekt dat het electoraal aantrekkelijk is die te negeren en de impasse in stand te houden. Perspectief is er alleen voor de agrarische industrie.
Huib Stam