Ruim de helft van de volwassenen in Nederland gaf in 2017 aan dat lucht, bodem en water sterk verontreinigd zijn. Drie kwart vindt dat er aan de natuur veel schade is toegebracht. Dit is hoger dan vijf jaar eerder. Ook blijken meer mensen bereid om te betalen voor een beter milieu. Toch is de bezorgdheid over het milieu nagenoeg gelijk gebleven. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS op basis van het onderzoek Belevingen.
Bijna 9 op de 10 volwassenen bezorgd over milieu
Hoewel meer mensen vinden dat er sprake is van milieuverontreiniging en schade aan de natuur, is het aandeel dat zich zorgen maakt nauwelijks veranderd. In 2017 zei 85 procentzich zorgen te maken over het milieu, nagenoeg evenveel als in 2012. De aard van de zorgen is echter wel anders: van de volwassenen die zich zorgen maken, zegt in 2017 bijna 43 procent zich vooral zorgen te maken over het milieu wereldwijd, 6 procent over het milieu in de eigen leefomgeving, en ruim de helft over beide. In 2012 was men nog vooral bezorgd over het milieu wereldwijd .
Hoge inkomens vaker bereid meer te betalen voor milieu
Mensen met hogere inkomens zijn minder vaak van mening dat lucht, bodem en water sterk verontreinigd zijn en dat er veel schade is toegebracht aan de natuur dan mensen met lagere inkomens. Wel zijn ze bereid om meer belasting te betalen voor een beter milieu: van degenen met een inkomen in de hoogste inkomensgroep is 43 procent bereid extra belasting te betalen. In de andere inkomensgroepen is dat ongeveer 30 procent. In hoeverre volwassenen zich zorgen maken over het milieu blijkt nauwelijks samen te hangen met hun inkomen.
Vrouwen zien vaker schade aan milieu, maar zijn minder bereid te betalen
Vrouwen vinden vaker dan mannen dat lucht, bodem en water sterk verontreinigd zijn (60 tegenover 50 procent), en dat er veel schade is toegebracht aan de natuur (78 tegen 73 procent). Ook maken ze zich iets vaker zorgen over het milieu (88 procent van de vrouwen, 83 procent van de mannen). Vrouwen zijn echter minder vaak bereid om meer belasting te betalen ter verbetering van het milieu: 31 procent, tegenover 37 procent van de mannen.