43 procent van de Nederlandse huiseigenaren is niet van plan om binnen nu en vijf jaar de woning te verduurzamen. Belangrijkste reden hiervoor is dat zij niet weten welke financiële regelingen zij vanuit de overheid kunnen verwachten. Daarnaast denken huiseigenaren dat het verduurzamen van huizen in de toekomst goedkoper wordt.
Dat blijkt uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Door te wachten met verduurzaming, hebben eigenaren nu mogelijk onnodig hoge energierekeningen en lopen zij het risico dat hun huis minder waard wordt.
Geen plannen
Meer dan de helft van de huiseigenaren vindt dat de overheid hen financieel moet ondersteunen bij het energiezuiniger maken van de woning. Bijna de helft van alle eigenaren wacht dan ook op mogelijke regelingen hiervoor. Tegelijkertijd verwachten eigenaren dat de kosten van verduurzaming in de toekomst lager zullen worden. Ruim een derde is bang dat de investering in duurzaamheid op dit moment niet leidt tot waardevermeerdering van hun huis.
Financieel zwak
Daarnaast ziet het Nibud dat financieel zwakkere huishoudens vaker een huis hebben met een slechter energielabel (D, E, F of G). Juist voor deze huishoudens kan verduurzaming gunstig zijn omdat zij veel baat hebben bij een lagere energierekening. Tegelijkertijd moet aan deze huizen waarschijnlijk het meeste gebeuren om ze energiezuinig te maken en ontbreekt het deze huishoudens aan financiële ruimte om hierin te investeren.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Rendement
Ook jongeren ontbreekt het vaak aan middelen om verduurzaming in te zetten. Zij zijn vaker bereid om te investeren zonder daar een direct rendement aan te koppelen, maar hebben daarvoor weinig tot geen mogelijkheden. Het Nibud ziet dat ouderen vaak wel de financiële mogelijkheden hebben om hun woning te verduurzamen, maar wachten tot zij zeker weten dat hun investeringen rendabel zullen zijn. Bijna de helft van de huiseigenaren vindt de terugverdientijd nu te lang.
Energielabel
In het onderzoek Verduurzaming: een heilig huisje in aanbouw? ziet het Nibud dat ruim 40 procent van de huiseigenaren niet weet welk energielabel hun woning heeft. Eigenaren die hun label niet kennen hebben vaker dan anderen geen plannen voor verduurzaming.
Liever niet lenen
De meeste mensen die willen investeren in verduurzaming, doen dat het liefst van hun spaargeld. Lenen voor bijvoorbeeld zonnepanelen, warmtepompen en extra isolatie is minder populair. De respondenten reageerden overwegend positief op de mogelijkheid van gebouwgebonden financiering. Bij deze vorm van financiering wordt de afbetaling gekoppeld aan het huis en gaat hij bij verkoop over naar de nieuwe eigenaar.
Verschillende redenen
Het verduurzamen van woningen staat hoog op de maatschappelijke agenda. Voor huishoudens betekent verduurzaming een lagere energierekening en dus lagere maandelijkse vaste lasten. Veel maatregelen leveren per saldo op: de kosten van de financiering zijn lager dan de besparing op energierekening.
“Het Nibud vindt het jammer dat eigenaren door onzekerheid over overheidsbeleid worden gehinderd in het nemen van stappen om verduurzaming te realiseren. Het is van belang om huiseigenaren zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden,” zegt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart.
Uit het onderzoek blijkt eveneens dat huiseigenaren verschillende redenen hebben om niet te verduurzamen. De overheid (en andere betrokken partijen) kunnen hun advies en voorlichting op deze verschillende redenen afstemmen zodat ze beter aansluiten bij de wensen en financiële positie van de eigenaren. Zo kunnen zij betere keuzes maken. Daarbij vraagt het Nibud specifiek aandacht voor de groep eigenaren die geen mogelijkheid heeft om kostenbesparende maatregelen te nemen.
Download het onderzoek Verduurzaming: een heilig huisje in aanbouw?
Lees ook: Wachten op de overheid voor energiemaatregelen kan geld kosten