In mei berichtte BNR Nieuwsradio dat sinds 2011 van de 189 SDE-aanvragen voor een zonnepark groter dan 3000 panelen er in 2016 slechts twintig gerealiseerd zijn. Het overgrote deel van de initiatieven wordt dus niet gebouwd. De uitkomsten uit het onderzoek van BNR zijn opvallend en teleurstellend. De berichtgeving op BNR roept de vraag op wat de succesfactoren zijn voor de ontwikkeling van middelgrote zonneparken in Nederland.
Maak werk van lokale participatie, direct vanaf de start
In het ideale geval begint de ontwikkeling van een zonnepark vanuit een lokaal initiatief. Bewoners weten zelf als geen ander wat landschappelijk de beste locaties zijn, waar bewoners het minste last hebben van een zonnepark en welke grond vermoedelijk geen andere functie kan vervullen. Om met meerdere partijen een zonnepark te realiseren moet je elkaar eerst leren kennen. Het is belangrijk voldoende tijd te nemen voor een goede start. En om met elkaar de mate en wijze van lokale participatie te bespreken. Denk bijvoorbeeld aan wie eigenaar wordt van de fysieke installatie, en welke financiële constructie gekozen wordt: postcoderoos of financiële participatie en hoe de samenwerking verloopt na realisatie.
Een zonnepark is goed inpasbaar in het landschap, maar niet vanzelf
Een zonnepark past veel gemakkelijker in het landschap dan bijvoorbeeld windmolens. Een zonnepark maakt bovendien geen geluid en het staat niet aan de horizon. Een zonnepark vraagt weliswaar meer oppervlakte, maar het kan verstopt worden met een heg of bomenrij of juist architectonisch aangelegd worden. In overleg met landschapsexperts en lokale partijen kan de best passende oplossing gevonden worden. Zonneparken passen goed op plekken die voor geen ander doel gebruikt kunnen worden; bijvoorbeeld gesloten stortplaatsen, naast snelwegen of industrieterreinen. Natuurlijk kan bij een ondoordacht zonnepark weerstand ontstaan. Maar de verwachting is dat die bij middelgrote parken van tussen de 1 tot 3 hectare oppervlak, die in combinatie met een lokaal initiatief ontplooid worden, beperkt is. Nederland heeft ruim voldoende locaties voor zonneparken waar niemand er last van heeft.
Reken je niet rijk: streven naar maximaal rendement breekt veel plannen op
Een tegenvallend verwacht rendement is vaak een oorzaak van het niet doorzetten van een plan voor een zonnepark. De kosten voor realisatie bij een grondgebonden zonnepark kunnen tegenvallen bij nadere analyse. Denk daarbij aan: kosten voor beveiliging, geschikt maken van de bodem, toegankelijk maken van een locatie, inpasbaarheid in de omgeving of aansluiting op het elektriciteitsnetwerk. Als de initiatiefnemer een professionele projectontwikkelaar is met externe aandeelhouders zal winstmaximalisatie over het algemeen het leidend motief zijn. De aandeelhouders eisen nu eenmaal een bepaald rendement. Deze partijen starten meerdere projecten en alleen de meest winstgevende halen de eindstreep. Hiermee is een maximaal rendement voor de projectontwikkelaar gerealiseerd. Maar gaan er veel, iets minder rendabele, projecten niet door. Dat is zonde en niet nodig.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan als ondersteunend lid. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Lokale initiatieven gaan vaak uit van een laag of zelfs neutraal rendement. In een lokale context spelen ook andere niet-financiële aspecten mee, zoals het versterken van de lokale samenhang. Een lokaal energieproject is zichtbaar, duurzaam, rebels en creëert een gevoel van trots en onafhankelijkheid. Deze niet-materiele kant van een zonnepark is alleen relevant bij een lokale verankering van het initiatief.
Een goed idee alleen is niet genoeg, zorg ook voor financiering
Financiële argumenten kunnen ook voor een lokaal initiatief de reden zijn om een plan voor een zonnepark uiteindelijk te stoppen. Vaak lukt het niet voldoende vermogen op te halen. Soms wordt te lang gedacht dat een goed idee voldoende is en wordt er te laat werk gemaakt van financiering. Een goed businessplan omvat meer dan een idee. Wie kan en wil investeren, tegen welk bedrag? Welke externe financiers zijn in beeld en welke zekerheden vragen zij? Welke organisatievorm kies je om financiering en administratie te organiseren, in de projectfase en straks in exploitatie? Dit zijn veel vragen en er zijn geen standaardantwoorden beschikbaar.
Zonder een proactieve houding van de gemeente wordt het lastig
Er zijn grote verschillen in de mate waarin duurzame energieproductie binnen het eigen grondgebied ingepast is. Enkele bottlenecks op een rij:
- Veel lokale overheden laten duurzame energieproductie over aan de markt. Vaak betekent dit, afwachten totdat een partij met een plan zich meldt en dan pas beginnen met nadenken. Dit kan anders en beter. Lokale overheden kunnen proactief beginnen met het vertalen van de duurzaamheidsdoelstellingen van het Rijk naar het eigen lokale niveau. Hoeveel energie dienen we op welke manier lokaal op te wekken om onze bijdrage te leveren? En wat betekent dit voor de ruimtelijke ordeningsplannen? Welke locaties komen in aanmerking voor duurzame energie? En van wie is die grond? Inzicht in de antwoorden op deze vragen vereenvoudigt en versnelt het traject van omgevingsvergunningen.
- Bestemmingsplannen hebben vaak geen aparte categorie voor zonneparken en worden onder dezelfde noemer als bebouwingen gevat. Het nadeel hiervan is dat uitzonderingen op een bestemmingsplan lang duren. Een ander nadeel is dat de legeskosten voor een vergunning voor een zonnepark vaak hoog uitvallen. Deze kosten worden bovendien niet meegenomen in het jaarlijks vaststellen van de hoogte van de SDE+-subsidie.
- Een ander veel voorkomend probleem is de waarde van grond in eigendom van een gemeente. Die is vaak in de boeken opgenomen met een waardering gebaseerd op woningbouw of bedrijfsruimte. Maar nu langzaam duidelijk wordt dat lokale behoeften een ander gebruik van de grond verlangen, is het lastig om de boekhoudkundige waarde los te laten.
- Een afgeleid probleem hiervan is de gedachte van grondeigenaren dat er veel geld verdiend kan worden aan de verhuur van de grond. Deze gedachte is te simpel. De SDE+-subsidie biedt zelfs helemaal geen ruimte voor grondkosten.
Formule voor succes
Het succesvol ontwikkelen van een zonnepark begint in het ideale geval met een lokaal initiatief. Omwonenden en lokale partijen dienen financieel voordeel en invloed te hebben op het visueel inpassen in het landschap van het zonnepark. Projecten die lokaal gestart zijn – en dus niet opgelegd vanuit Rijksoverheid of anonieme projectontwikkelaars – hebben de grootste kans van slagen. Veel lokale initiatieven die een plan en locatie op het oog hebben, lopen vast op de financiering en de administratie. Ondersteuning bij deze twee zaken en een proactieve gemeente zorgen ervoor dat de energietransitie van onderop mogelijk gemaakt wordt. Gemeenten zouden veel meer moeite kunnen steken in het vaststellen van mogelijke locaties voor grondgebonden zonneparken, en een actieve faciliterende rol kunnen spelen.
Casus: zonnepark Zeijen
Het zonnepark Zeijen is gestart als een lokaal initiatief van Energierijk Zeijen. De initiatiefnemers wilden een zonnepark van 2200 panelen op een afgesloten stortplaats bouwen, maar al snel bleek dat de financiering voor een kleine gemeenschap als Zeijen een grote hindernis zou worden. Via de Natuur en Milieufederatie Drenthe zijn Vrijopnaam en Energierijk Zeijen met elkaar in contact gekomen. Coöperatie Vrijopnaam heeft de verdere ontwikkeling van het zonnepark op zich genomen. In het begin van dit traject zijn er afspraken gemaakt met Energierijk Zeijen over de mate en wijze van lokale participatie. Zo is er bijvoorbeeld een afweging gemaakt hoe lokale participatie het best kan worden vormgegeven. De gemeenteraad van Assen en andere betrokkenen zien dat de lokale participatie bij het zonnepark een belangrijke positieve invloed heeft op de acceptatie van het zonnepark. De leden van Energierijk Zeijen hebben niet alleen invloed op de totstandkoming van het zonnepark, zij profiteren ook financieel. Een deel van de capaciteit van het zonnepark wordt gereserveerd voor de direct betrokken bewoners.
Marc Kluytmans en Bas Wijnen, Vrijopnaam