Alleen al het Amerikaanse en Britse leger zijn minstens $111 miljard aan herstelbetalingen verschuldigd aan vergoedingen voor militaire klimaatschade en milieuschade, zo berekent een uniek onderzoek.
Het onderzoek gebruikt een raamwerk voor “sociale kosten van koolstof” – een manier om de kosten te schatten van de klimaatschade die wordt veroorzaakt door elke extra ton koolstof in de atmosfeer.
Volgens het rapport, dat is gepubliceerd door de Britse denktank Common Wealth en het Amerikaanse Climate and Community Project, hebben alleen deze twee legers minstens 430 miljoen ton kooldioxide-equivalent geproduceerd sinds het klimaatakkoord van Parijs in 2015. Dat is meer dan de totale uitstoot van broeikasgassen die vorig jaar in het Verenigd Koninkrijk werd geproduceerd. Door het opvoeren van de militaire investeringen zullen deze nog verder toenemen.
Om een minimale compensatie te bieden voor de schade die door deze uitstoot wordt veroorzaakt, zou het Amerikaanse leger $106 miljard aan internationale klimaatfinanciering moeten bieden, terwijl het Britse leger $5 miljard zou moeten bieden, schrijven de onderzoekers op basis van een vergelijking die in 2021 is opgesteld door een onderzoeker van Columbia University.
Deze cijfers zijn bovendien extreem conservatief, omdat ze zijn gebaseerd op “ondoorzichtige” en “onvolledige” gegevens van de overheden van de VS en het VK. Daarin zijn de meeste emissies van de toeleveringsketens van de instellingen niet opgenomen. Er zijn geen gegevens van 2017 en 2018, toen het Britse leger zijn uitstootschattingen niet rapporteerde, en van 2022, die de VS nog niet heeft vrijgegeven. Ze houden ook geen rekening met bepaalde klimaatgevolgen van militaire activiteiten, zoals de unieke klimaatverwarmende eigenschappen van vliegtuigbrandstof.
Meer dan alleen klimaatkosten
De impact van het Amerikaanse en Britse leger op het milieu gaat veel verder dan de opwarming door de uitstoot van broeikasgassen, aldus de onderzoekers. De sociale kosten van koolstof houden geen rekening met de gevolgen voor de gezondheid van gemeenschappen in de buurt van militaire activiteiten – van Bikini Atoll op de Marshalleilanden, waar kernproeven in de jaren ’40 en ’50 leidden tot ernstige milieuschade; tot Vieques, Puerto Rico, waar decennia van chemische vervuiling door de Amerikaanse marine het risico op hart- en vaatziekten en ademhalingsaandoeningen voor de lokale bevolking enorm verhoogde; tot Irak, waar het gebruik van verarmd uranium door de troepen leidde tot wijdverspreide gezondheidsproblemen, waaronder geboorteafwijkingen tijdens de Golfoorlog en de invasie van 2003.
Militairen behoren tot ’s werelds grootste bijdragers aan de klimaatcrisis en zijn verantwoordelijk voor 5,5% van alle wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, zo blijkt uit een schatting van internationale experts uit 2022.
De onderzoekers zeiden dat ze zich specifiek richtten op het Amerikaanse en Britse leger omdat zij “architecten van de moderne fossiele brandstofeconomie” zijn sinds de Industriële Revolutie.
Grootste institutionele uitstoter
Het Amerikaanse leger is ’s werelds grootste institutionele uitstoter van broeikasgassen en de grootste institutionele verbruiker van fossiele brandstoffen, volgens twee afzonderlijke onderzoeken uit 2019.
Militaire emissies zijn vrijgesteld van internationale klimaatovereenkomsten sinds 1997, toen de VS met succes lobbyde om overzeese militaire activiteiten buiten het Kyoto-protocol te houden. Tijdens de besprekingen in Parijs in 2015 schrapten de leiders de vrijstelling technisch gezien, maar maakten ze de rapportage van militaire emissies optioneel.
Militaire klimaatschade compenseren
Het rapport beveelt aan dat de twee landen samen $111 miljard bijdragen aan een onafhankelijk bestuurd fonds voor lage-inkomenslanden in de frontlinie van de klimaatcrisis. Deze fondsen zouden uit militaire budgetten moeten komen en beide landen zouden verplicht moeten worden om een percentage van hun bases te sluiten, schrijven de auteurs.
Vorig jaar begon het Amerikaanse ministerie van Defensie met een proces om de uitstoot van de toeleveringsketen aan te pakken, en in 2020 kondigde het agentschap aan dat het zijn uitstoot met 23% had verminderd ten opzichte van de niveaus van 2008 (hoewel die cijfers ook niet de sterk vervuilende schepen, vliegtuigen of gevechtsvoertuigen omvatten). Het Britse Ministerie van Defensie heeft ook gezegd dat het de vervuiling heeft teruggedrongen en “zijn duurzaamheidsactiviteiten heeft opgevoerd”, in lijn met de plannen om tegen 2050 in alle Britse sectoren een uitstoot van nul te bereiken.
Maar legers “vergroenen” met behoud van bestaande operaties is geen goede oplossing, zeggen de auteurs.
Lees meer in The Guardian
Blijf op de hoogte met de nieuwsbrief. Meld je hier aan.
( Je kunt ons ook steunen door lid te worden of te doneren )
