Het prijsverschil tussen nieuwe elektrische voertuigen (EV’s) en voertuigen met een diesel of benzine motor daalt nauwelijks. Ondertussen wordt de financiële steun van de overheid voor elektrisch rijden afgebouwd en lijkt de energieprijs hoog te blijven, waardoor het duurder wordt om elektrisch te gaan rijden. Dat blijkt uit een recent rapport van KPMG.
De Nederlandse consument kijkt steeds kritischer naar de aanschafprijs van de auto. Stijn de Groen, Head of Automotive and Mobility bij KPMG, zegt hierover: “66% van de Nederlandse consumenten ziet de prijs als belangrijkste drempel voor de aanschaf van een elektrisch voortuig. Dat cijfer is gestegen in vergelijking met 2021, toen was het nog 54%. Ook de onzekerheid over de restwaarde van een EV speelt hierin een belangrijke rol. De stijgende kosten kunnen ertoe leiden dat elektrisch rijden onaantrekkelijker wordt voor de consument.”
Hoewel EV’s in aanschaf gemiddeld flink duurder zijn dan auto’s met een verbrandingsmotor, kunnen de totale gebruikskosten (total cost of ownership) van EV’s toch lager zijn. Dit komt door de huidige korting op de wegenbelasting vanuit de overheid, de lagere onderhoudskosten en de lagere kosten voor opladen. Als de energieprijzen weer gaan stijgen en de wegenbelasting op elektrische auto’s wordt verhoogd, kan dit ervoor zorgen dat een brandstofauto weer goedkoper wordt.
Invloed van kosten na aanschaf
Toch is er hoop voor de elektrische auto. In het afgelopen jaar zijn zowel de brandstof- als elektriciteitsprijzen sterk gestegen. Die prijsstijging heeft echter minder effect op elektrische voertuigen, omdat energiekosten een kleiner deel vormen van totale gebruikskosten. Bij een elektrische Volkswagen ID.3 vormt elektriciteit 11% van gebruikskosten. Bij een vergelijkbare Volkswagen Golf vormt brandstof 22% van diezelfde kosten. Dit betekent dat brandstofauto’s aanzienlijk kwetsbaarder zijn voor stijgende prijzen dan elektrische voertuigen.
Goedkoper elektrisch rijden
Elektrisch rijden staat centraal in de overgang naar duurzamer reizen. Om deze vorm van vervoer echt milieuvriendelijk en kosteneffectief te houden, komen er uit het onderzoek verschillende mogelijkheden naar voren om de kosten verder te verlagen:
- Zelf opgewekte energie met zonnepanelen gebruiken om de auto op te laden. Dit vraagt wel om communicatie tussen laadinfrastructuur en de zonnepanelen.
- Gebruik maken van negatieve elektriciteitsprijs bij een dynamisch energiecontract. Autobezitters kunnen ervoor kiezen om de auto op te laden tijdens “dal” periodes met lagere tarieven. Daarnaast leveren zij daarmee een bijdrage aan het ontlasten van het drukke elektriciteitsnet.
- Bewustere keuzes maken waar de auto wordt opgeladen. De prijzen bij laadstations verschillen onderling sterk en dat kan een aanzienlijke besparing opleveren.
Gewichtskorting voor elektrische auto’s
Stijn de Groen geeft nog een vierde suggestie: “Op dit moment wordt wegenbelasting berekend over het gewicht van de auto. Omdat de accu in een elektrische auto tussen de 300-600 kg aan extra gewicht met zich meebrengt, worden EV’s zwaarder belast. Hierdoor worden elektrische rijders extra geraakt. Een nieuwe berekening voor de wegenbelasting, waarin bijvoorbeeld een gewichtskorting voor EV’s wordt meegenomen, kan hiervoor een oplossing zijn. Al helemaal als zo’n maatregel voor een langere termijn wordt ingevoerd, zal dit bijdragen aan het vertrouwen in de elektrische auto onder consumenten en bedrijven. Dit levert vervolgens een positieve bijdrage aan de adoptie van (met name tweedehands) elektrische auto’s. En dat is precies wat we willen: mensen blijven stimuleren om elektrisch te rijden.”