De afgelopen dagen was er veel in het nieuws over voedselfraude met onder andere paardenvlees en kippeneieren. Consumentenorganisaties zoals foodwatch en de consumentenbond geven aan dat voedselfraude veel vaker voorkomt. In reactie op recente gevallen van voedselfraude wil kamerlid Gerard Schouw (D66) een groot kamerdebat over het bewust verkeerd informeren van consumenten over voedsel. Hij pleit voor een aanpak van voedselfraude die gericht is op meer bescherming van consumenten en meer gezamenlijke verantwoordelijkheid bij supermarkten en producenten. Echter, deze aanpak is niet voldoende. Er zijn namelijk een aantal fundamentele problemen met onze voedselvoorziening. Nieuwe vormen van samenwerking tussen boeren en consumenten en actieve betrokkenheid bij voedsel zijn een voorwaarde om deze problemen aan te pakken.
Waarom zijn we voor de beoordeling van de kwaliteit van ons voedsel in eerste instantie eigenlijk afhankelijk geworden van keuringsinstanties, etiketten, en keurmerken? In ons mondiale voedselsysteem is voedsel losgekoppeld geraakt van de omgeving waarin het geproduceerd is en van de mensen die meegewerkt hebben aan de productie ervan. Veel van het aanbod in supermarkten bestaat uit verwerkte producten opgebouwd uit grondstoffen waarvan de herkomst moeilijk te herleiden is. Voedsel wordt wereldwijd verhandeld in lange anonieme ketens die weinig transparant zijn. Deze ketens worden gedomineerd door een handjevol internationaal opererende bedrijven. Ook binnen Nederland is de macht in de voedselketen onevenredig verdeeld. Terwijl in Nederland ongeveer 70.000 agrarische bedrijven en 17 miljoen consumenten bestaan, zijn er volgens het planbureau voor de leefomgeving in ons land slechts 25 supermarktformules en 5 inkoopkantoren. Wij zijn voor ons voedsel, een van de meest basale dingen in ons leven, dus vrijwel volledig afhankelijk van een klein aantal bedrijven.
Gezien deze machtsconcentratie in de voedselketen hebben producenten en supermarkten inderdaad een gezamenlijke verantwoordelijkheid om voedselfraude tegen te gaan. Echter, ook consumenten kunnen verantwoordelijkheid nemen voor hun voedselvoorziening. Op verschillende plaatsen in Nederland ontstaan lokale voedselnetwerken waarin zowel burgers als boeren een vernieuwende rol innemen in de productie en distributie van voedsel. Binnen veel van dit soort netwerken is er sprake van vergaande vormen van samenwerking tussen boer en consument. Bij voedselcollectieven (voko’s) zoals Goei Eete (Tilburg) en VokoMokum (Amsterdam) kopen consumenten gezamenlijk hun voedsel bij één of meerdere boeren in de omgeving. Ook bestaan er zelfoogsttuinen waarbij consumenten lid worden van een tuinderij en hun eigen groente oogsten of ophalen (zie bijvoorbeeld De Nieuwe Ronde in Wageningen, De Nieuwe Akker in Haarlem en De Vrije Akker in Lottum). Een lokaal voedselnetwerk is niet alleen een manier om een product te verhandelen. Het zijn samenwerkingsverbanden tussen verschillende mensen (boeren, burgers, intermediairs) die actief betrokken zijn bij hun voedsel.
Omdat er binnen een lokaal voedselnetwerk vaak sprake is van rechtstreeks contact tussen boeren en consumenten stellen burgers zich in staat om zelf te oordelen over de kwaliteit van hun voedsel. Hoe actiever burgers betrokken zijn bij de productie en distributie, hoe kleiner de kans op voedselfraude.
Voor boeren ontstaan er veel kansen door actief te worden binnen een lokaal voedselnetwerk. Boeren produceren nu vaak grote hoeveelheden van een uniform product waardoor zij zich moeilijk kunnen onderscheiden. Binnen een lokaal voedselnetwerk worden zij zichtbaar voor de consument wat kan leiden tot een grotere betrokkenheid van consumenten (en inkomenszekerheid). Daarnaast stelt de korte keten hen in staat om een grotere marge van de productprijs te ontvangen.
Veel burgers zullen het in eerste instantie teveel werk vinden om actief bezig te zijn met hun voedsel. In ons drukke leven is voedsel vaak iets wat je even tussen andere activiteiten door doet. Ook in ons uitgavenpatroon is voedsel vaak de sluitpost van ons budget. Het gebrek aan betrokkenheid heeft ertoe geleid dat we de verantwoordelijkheid voor en macht over ons voedsel volledig uit handen hebben gegeven. Ook in de toekomst zullen we voor onze voedselvoorziening afhankelijk blijven van internationale handelsstromen. Daarom blijft het relevant dat instanties die het algemeen belang dienen hier toezicht op blijven houden. Het is echter nog belangrijker dat ook individuen de verantwoordelijkheid nemen voor hun voedsel. Voedsel is te belangrijk om uit handen te geven.
Sietze Norder
Dit artikel dingt mee naar de prijs voor Beste Schrijftalent 2013. Stem via Facebook like en stuur het door via Twitter met #schrijftalent!