Recent verscheen het PBL-rapport ‘Vergroenen en Verdienen’ onder verantwoordelijkheid van Maarten Hajer, directeur. Het rapport geeft een beeld van de teruglopende concurrentiekracht van Nederland en verbindt dat met investeren en vergroenen. De boodschap is helder: Nederland loopt - triest genoeg - niet meer voorop in een transitie richting een duurzame economie. Andere landen zoals Duitsland en Denemarken zijn de echte koplopers. Met klem wordt in het rapport gepleit om een scherp debat te voeren over een economie van de toekomst.
Juist dat laatste roept de vraag op waarom we dat eigenlijk niet doen. Nog in 2000 waren we koplopers op het terrein van duurzame ontwikkeling met baanbrekende visies zoals ‘De Winst van Waarden’ (SER). Wat heeft gemaakt dat we net iets meer dan een decennium later dat niet meer zijn? Waar is dat lef, dat elan, ruim een decennium later gebleven? Want de boodschap van het PBL rapport is helder: als we niet oppassen is Nederland de Brullende Muis van Europa aan het worden.
Wie met ‘langere termijn ogen’ kijkt naar de ontwikkelingen om ons heen ziet dat het bedrijf van morgen duurzaam is of niet is. Zeker, dat gaat met horten en stoten, en onderweg wordt heel wat afgeprutst, maar de ontwikkeling is tegelijkertijd onomkeerbaar. Jammer is wel dat Rutte en zijn ploeg op een steeds paarsere manier aan het besparen zijn op basis van een economie van het verleden. Het idee van een bepolderd compromis beleeft deze dagen zijn hoogtepunt. Maar al dat bezuinigen op de vierkante millimeter laat alleen maar zien dat we nog steeds bezig zijn het teveel aan uitgaven ietsiepietsie in te dammen.
Ondertussen loopt de staatsschuld gewoon dag in dag uit verder op. Want die ‘historische’ economie kan echte radicale duurzaamheid fiscaal, institutioneel of organisatorisch niet aan. We zijn hopeloos verslaafd aan olie en goedkope grondstoffen. Verslaafd aan het niet doorbelasten van de integrale kosten. Dat is - hoe pijnlijk ook - de grondslag van een economie die amechtig probeert er boven op te komen. Werken aan een doe democratie of een participatie maatschappij zijn in dat verband niet meer dan onmachtige non-woorden.
Er moet een radicale draai gemaakt worden. Een die met verve en visie inzet op een transitie waarin economisering van duurzaamheid centraal staat. Om dat ter hand te nemen stel ik voor Maarten Hajer te benoemen tot premier naast Mark Rutte. Een duo-kabinet, op z’n Belgisch, maar dan anders. Niet weggestopt in een ministerie van innovatie, economische zaken of iets anders suffigs, maar gewoon een complete regering met ministers en staatssecretarissen. Benoemd voor minsten zeven jaar en los van verkiezingen. Een ploeg van mensen die als opdracht krijgt Nederland te verbouwen met het oog op een bestendige toekomst – sociaal, economische en ecologisch. Mark kan zich dan echt concentreren op bezuinigingen en daarmee op de versnelde de afbouw van de oude economie.
Als dat klaar is, geven we hem een pensioen en mag hij vol verve het lezingencircuit in. Maarten kan zich daarentegen volledig concentreren op het werken aan een economie van de toekomst. Thematische en systematische vraagstukken uitwerken en vertalen naar beleidsinstrumenten voor de lange termijn. Voor de strategie-liefhebbers: zo krijgen we een nationale duale veranderstrategie (met dank aan collega Hans L. voor deze suggestie). Een van exploitatie naast exploratie met de intentie het één af te bouwen en het ander op te bouwen. Als we kijken naar de ‘verpaarsing’ van onze politieke compromissen misschien nog niet zo’n slecht idee. Het PBL rapport biedt hoe dan ook een mooie basis voor een nieuwe regeringsverklaring om vergroening van de economie te gaan organiseren.
Jan Jonker
Deze column is in verkorte vorm verschenen in het NRC op vrijdag 11 okt j.l. Het PBL Rapport ‘Vergroenen en Verdienen’ is gratis te downloaden. Kijk voor een actueel overzicht van de oplopende staatsschuld op www.destaatsschuldmeter.nl
Jan Jonker is hoogleraar duurzaam ondernemen aan de Radboud Universiteit, Nijmegen School of Management. Zijn onderzoek richt zich op strategieën en business modellen voor de implementatie van duurzaamheid in de bedrijfsvoering, zie: www.nieuwebusinessmodellen.info.
Jan Jonker is van het CDA de bestuurders die neoliberale bedrijfsbelangen als regering hebben geimplementeerd op ministeries.
Onze premier heeft weinig meer te vertellen, hij doet wat de lobbyisten van VNO-NCW hem opdragen.
Misschien komt dat nu doordat Rutte van de VVD is, en journalisten steeds meer ZZP’ er en dus ondernemer moeten zijn, ipv onafhankelijke waarnemer, dat weingi mensen merken dat “de politiek” in dit land niet bestuurt, maar gerund wordt door fossiele bedrijfsbelangen.
Maar ik verwacht dat Maarten Hajer als premier, ook niet door de kleilaag van corrupte ambtenaren kan breken.
Om nog een beetje onafhankelijke adviezen te krijgen hebben we juist clubs als het PBL. Maar het PBL is wel een van de laatste die gemotiveerd kritisch is in de neoliberale propaganda oorlog.
Met dank de volgende op/bemerkingen:
1. een rapport van 108 pag. hoe uitnodigend is dat?
2. politiek is verworden tot een afstandelijk, rationeel gebeuren van cijfertjes, waarbij er opmerkelijke ontkenning plaatsvindt van de geestelijke mens, de mens die respect wil voor wat hij/zij vindt, in vrijheid.
3. vrijheid is respect voor elkaar, en voor elkaars ruimte met uitnodiging tot dialoog, en dus is vrijheid: datgene wat ik vrij mag willen.
4. hoe verhoudt vrijheid in dit rapport zich tot …moeten…, wat altijd dwang inhoudt?
Hartegroet van een soeverein mens van vlees en bloed