De nationale klimaatplannen van alle landen zullen de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met amper 0,5 procent verminderen ten opzichte van 2010, blijkt uit een analyse van de Verenigde Naties. Dat is mijlenver verwijderd van de 45 procent die volgens wetenschappers nodig is om de opwarming onder 1,5 graden te houden.
Alle landen, en vooral de grote uitstoters, moeten dit jaar nog hun klimaatambitie opkrikken om een rampscenario te vermijden, zegt VN-klimaatchef Patricia Espinosa.
Ze waarschuwt dat de collectieve ambitie van de nationale plannen tegen het einde van 2020 “erg veraf” liggen van wat nodig is om de wereld op het spoor van het Klimaatverdrag van Parijs te zetten en de opwarming van de aarde te beperken tot “ruim onder 2 graden” en te streven naar 1,5 graden.
De gecombineerde plannen bereiken wereldwijd minder dan 1 procent emissiereducties tegen 2030 (in vergelijking met 2010), zegt Espinosa. “En dat is gewoon niet goed genoeg”.
“De boodschap is buitengewoon helder”, zegt ze. “We stappen gezamenlijk een mijnenveld in, geblinddoekt. De volgende stap zetten is rampzalig”.
VN-analyse
Espinosa baseert zich op een analyse die vandaag (vrijdag) is gepubliceerd door het VN-secretariaat voor klimaatverandering (UNFCCC). Daarin zijn alle klimaatplannen opgenomen die voor 31 december 2020 waren ingediend. Slechts 75 landen, waaronder de EU-lidstaten, haalden de deadline voor het bijwerken van hun plannen. Samen zijn die landen goed voor ongeveer 30 procent van de wereldwijde uitstoot.
Espinosa dringt bij grote uitstoters aan op “veel meer radicale” emissiereducties dit jaar. China, de VS en India – ’s werelds meest vervuilende landen – moeten hun plannen nog onthullen.
“Ik roep alle partijen op, ook degenen die hun nieuwe geactualiseerde klimaatplannen al hebben ingediend, om te bekijken hoe ze hun ambitie kunnen verhogen”, zegt ze. “Die taak was al urgent, nu is ze cruciaal.”
Kleine stapjes
Uit het rapport bleek dat nieuwe beloftes tegen 2030 amper 2,8 procent van de uitstoot van broeikasgassen zouden verminderen in vergelijking met eerdere klimaatplannen.
Gecombineerd met oudere, initiële klimaatbeloften binnen het Klimaatakkoord van Parijs is de verwachte impact een emissiereductie van slechts 0,7 procent in vergelijking met 1990 en met 0,5 procent ten opzichte van het niveau van 2010.
Maar volgens de toonaangevende wetenschap van het VN-klimaatpanel moet de uitstoot met minstens 45 procent dalen tegen 2030 om de temperatuurstijging tegen het einde van de eeuw tot 1,5 graden te beperken.
Rood alarm
“Dit rapport bevestigt het schokkende gebrek aan urgentie en oprechte actie”, zegt Aubrey Webson uit Antigua en Barbuda, voorzitter van de Alliantie van Kleine Eilandstaten. “We flirten gevaarlijk met de grens van 1,5 graden, waarover de wereld het eens was dat we daar binnen moesten blijven. Het zijn kleine eilandstaten zoals de onze die de ultieme prijs zullen betalen als we dat niet doen.”
VN-secretaris-generaal António Guterres beschrijft het rapport als een “rood alarm” voor de planeet en dringt er bij alle landen op aan om hun langetermijnambitie te combineren met kortetermijnmaatregelen. Alok Sharma, de Britse voorzitter van de volgende klimaattop (Cop26), steunt de oproep aan grote uitstoters om dit jaar ambitieuze doelstellingen voor 2030 in te dienen.
Pandemie
Ondanks de kans die het herstel van covid-19 biedt om klimaatactie centraal te stellen in de stimuleringspakketten, “houden veel landen vast aan hun business as usual-benadering”, zegt Espinosa. “Het is een zeldzame kans die niet verloren mag gaan.”
Hoewel de landen voor eind 2020 hun verbeterde nationale plannen hadden moeten indienen, (in het jargon: nationally determined contributions of NDC’s), deed amper de helft dat. Veel landen hebben vertraging opgelopen als gevolg van de pandemie van het coronavirus.
In totaal moeten nog 113 landen hun bijgewerkte klimaatplannen indienen.
Van de grote uitstoters hebben de EU, Groot-Brittannië en Argentinië dat vorig jaar wel gedaan. En over het algemeen wijst het rapport op een verbetering van de kwaliteit van de klimaatplannen.
Zo hebben meer landen absolute reductiedoelstellingen vastgelegd en hebben de meeste klimaatplannen betrekking op alle sectoren van de economie.
Maar een aantal andere grote uitstoters is er niet in geslaagd hun plannen te verbeteren. Volgens de gespecialiseerde website Climate Action Tracker zijn Brazilië en Mexico zelfs teruggekomen op hun toezeggingen, met een stijging van de uitstoot in vergelijking met eerdere plannen.
Uit de analyse van Climate Action Tracker bleek bovendien dat Australië, Rusland, Zuid-Korea, Zwitserland en Vietnam nieuwe plannen hebben ingediend die niet tot grotere emissiereducties leiden. Ook Japan en Nieuw-Zeeland deden dat, maar beide landen beloofden dit jaar wel de ambitie op te krikken voor Cop26.
Ondertussen heeft Indonesië ook gezegd dat het zijn ambitie dit jaar niet zou versterken.
Amerikaanse top
Er wordt wel gehoopt op een groot aantal nieuwe klimaatplannen op 22 april, wanneer de Verenigde Staten gastheer zijn voor een klimaattop in een poging het Major Economies Forum, een groep van 17 grote uitstoters, nieuw leven in te blazen.
De Amerikaanse president Joe Biden herhaalde deze week dat de VS een verbeterd klimaatplan voor 2030 “klaar zal hebben voor de top”, en hij staat onder druk om ervoor te zorgen dat de VS een eerlijk aandeel van de inspanningen levert. Uit informatie van het Witte Huis bleek eerder al dat ook de Canadese premier Justin Trudeau de ambitie van zijn land zal verhogen op de top.
China gaf tijdens een klimaattop in december een glimp van zijn geactualiseerde klimaatplan. Volgens Climate Action Tracker zullen die voorstellen resulteren in een bescheiden toename van de ambitie in vergelijking met het huidige beleid.
Ondanks internationale druk blijft het onduidelijk wat India voorbereidt voor de Cop26-klimaattop. Met al die nieuwe plannen die in de loop van het jaar worden verwacht, zal het VN-klimaatbureau voorafgaand aan Cop26 een bijgewerkt rapport publiceren.
Maar klimaatactivisten omschrijven de situatie als alarmerend. Jennifer Morgan, directeur van Greenpeace International, spreekt van “een nachtmerrie” en dringt er bij regeringen op aan “terug te komen met een beter bod”.
“Met hun jammerlijk zwakke klimaatdoelstellingen remmen grote uitstoters als Japan, Australië en Brazilië de algemene wereldwijde ambitie af, terwijl ze eigenlijk voorop zouden moeten lopen”, zegt Tasneem Essop, uitvoerend directeur van Climate Action Network.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Climate Home News.