Het EU-project AZEB ontwikkelt een integrale methodologie om kosteneffectief energieneutraal te bouwen. AZEB betekent affordable zero energy buildings, de nadruk ligt dus op betaalbaarheid. Met 2020 in zicht moet het tempo van energieneutraal bouwen omhoog, maar men vindt het vaak te duur. Bestaande technische, procesmatige en beleidsmatige oplossingen worden verzameld, doorontwikkeld en geïntegreerd. Ook worden trainingsprogramma’s ontwikkeld. In het project werken 8 partners uit 6 landen samen tot eind 2019. In Nederland is DNA in de Bouw erbij betrokken.
Hoewel elk nieuw gebouw vanaf eind 2020 bijna energienul moet zijn volgens de Europese wetgeving, is het huidige ontwikkelingstempo te laag. Een van de oorzaken is dat het als te duur wordt beschouwd. Het optimaliseren van processen om bestaande en bewezen oplossingen volledig te integreren wordt gezien als de grootste kans voor succesvol energieneutraal bouwen. AZEB streeft naar een aanzienlijke kostenbesparing van nieuwe NZEB’s door integrale procesoptimalisatie in alle bouwfasen.
Gemeenschappelijke NZEB methodologie
De belangrijkste stappen van het AZEB-project zijn het evalueren van de beschikbare ervaringen en oplossingen om een gemeenschappelijke NZEB methodologie te ontwikkelen en deze toe te passen op demonstratieprojecten. Trainingsprogramma’s worden ontwikkeld om verschillende doelgroepen in de bouw- en installatiesector zich de kennis eigen te laten maken. De resultaten worden verspreid via bestaande en nieuwe online en offline platforms. Kijk op www.azeb.eu voor meer informatie over dit ambitieuze project.
8 partners uit 6 landen
De 8 partners zijn uiteenlopend: drie kennisinstellingen, een universiteit, een woningcorporatie, een middelgrote en een grote aannemer en in Nederland een organisatie die duurzame ondernemers in het mkb vertegenwoordigt in de bouw- en installatiebranche: vereniging DNA in de Bouw. De andere partners komen uit Italië, Spanje, Bulgarije, Duitsland en Frankrijk. Vanwege de grote diversiteit van context, achtergrond en competenties wordt veel van de samenwerking verwacht. Het project duurt 30 maanden, tot eind 2019.