Terwijl in Nederland nog vooral de aandacht uitgaat naar elektrische auto’s, denkt men in Brussel al na over de standaardisatie van andere vormen van stadsvervoer. Kort geleden ging een nieuwe werkgroep van het Europese Normalisatie instituut (CEN) van start die zo snel mogelijk een nieuwe Europese Norm moet opstellen voor ‘Light Electric Vehicles’. De CEN verwacht in de komende jaren een grote groei in deze markt.
Wie de onderzoeken leest over de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch aangedreven personenvervoer verbaast zich over de groeiverwachting voor de komende jaren. Daarvoor moet er nog wel wat gebeuren volgens Pieter Dekker, managing director van Trikke Europe: “in Nederland concentreert de overheid, samen met de autobranche, zich nog vooral op het stimuleren van de elektrische auto”. Maar daarmee worden de problemen van de stedelijke mobiliteit alleen nog maar groter. Met een elektrische auto sta je net zo goed in de file en dan moet je nog een parkeerplek zoeken bij een laadpaal. Dat wordt een chaos in de stad”.
‘Stedelijk vervoer op maat’ is ook de focus van de CEN werkgroep in Brussel die recent is gestart met de opdracht om een Europese Norm op te stellen voor Light Electric Vehicles. Dekker: “Het gaat om een nieuwe groep voertuigen zoals die van Trikke en Segway en met nadruk niet om de elektrische fiets of e-scooter”.
Annick Roetynck, Secretaris Generaal van European Twowheel Retailers’ Association (ETRA): “Het voordeel van een dergelijke norm is dat in alle Europese lidstaten dezelfde technische voorschriften van toepassing zullen zijn op deze categorie voertuigen. De CEN werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de bedrijfstak; zowel van consumentenorganisaties als van fabrikanten. Daarin is behalve Frankrijk, Italië en Duitsland ook Nederland vertegenwoordigd.
Trikke Europe gaat ervan uit dat ook de aandacht van de Nederlandse overheid zal verschuiven van E-mobiliteit (elektrisch) naar I-mobiliteit (Individueel). Dekker: “Beleid voor stedelijke mobiliteit is toch vooral een kwestie van efficiënt gebruik van de ruimte”.