Eerst even een technisch verhaal. Ik herinner me hoe de directeur van de Amsterdamse RAI me vertelde dat zijn leden behoorlijk ongelukkig waren met het succes van de Toyota Prius II. Geen van de concurrenten had op dat moment een patentportefeuille op hybride auto’s. Ze hadden de Prius I min of meer als grap afgedaan.
De geschiedenis herhaalt zich in afgezwakte vorm. Als ik dit schrijf zet Hyundai zijn eerste IX35 Fuel Cell (waterstofmotor) op Nederlands kenteken. De auto rijdt 600 km, tankt in vier minuten en kent helemáál geen uitlaatgas. Brandstofcel plus motor zijn weinig groter dan bij benzine. California, Noorwegen, Zweden, Denemarken, Engeland, Duitsland en België gingen ons voor. Een verbond met Linde Gaz zorgt voor een netwerk van waterstofstations. Brussel kan nu de emissie-eisen naar een volgend niveau brengen. Beleidsdocumenten ademen de verwachting dat waterstof na 2020 de rest van de samenleving naar zijn hand zet – het wordt een banenmotor.
2020? Oeps, da’s snel. Het betekent een afscheid van de eeuw waarin fossiele brandstoffen zowat alles bepaalden. Begrijpelijk dat aandeelhouders Shell en ExxonMobil dwingen de opgevoerde waarde van fossiele vindplaatsen tot reële proporties terug te brengen. De dag dat de EU CO2-verkeersemissies verbiedt – helemaal niet denkbeeldig – verliezen deze olie-fanten hun beurswaarde. Schoon, stil, leveringszeker en geo-stabiel zijn de dromen achter onze energietransitie. De sector stoelde hiervóór juist op vrijheid, emancipatie en status. Nederland kent 4200 fossiele stations en pas een stuk of vijf met waterstof maar ieder houdt zijn adem in. En passant verliest de auto in grote steden zijn aantrekkingskracht, schiet de electrofiets door het plafond en worden schone lucht, gezondheid, verblijfkwaliteit en biodiversiteit prioriteit. Verkeer en vervoer is in transitie en ieder ondervindt de gevolgen
Transities spelen niet enkel bij verkeer & vervoer. Zorg. Bouw. Finance. Ruimtelijke ordening. Journalistiek. Wetenschap. Energie. Landbouw. Besluitvorming. Ons land verandert in sneltreinvaart en diepgaand en de één na de andere dominosteen komt daarbij aan bod.
Het kan niet anders of ook jij, lezer, ervaart de effecten hier al van. Wat doe jij als individu tegen dit decor?
Sinds twee jaar werken Esther van der Valk en ik samen aan die vraag. Systemen blijven overeind zolang mensen ze overeind houden. Maar daalt systeemzekerheid naar nul, dan wordt ’t individu belangrijk. Wat doen mensen in tijden van transitie?
Esther is een door de wol geverfde coach van personen en organisaties in verandering. Ikzelf ben transitie-expert. We kwamen erachter hoe het antwoord op de vraag samenhangt met je karakter, je achtergrond en levenservaring. En met jouw opstelling in wisselwerking met je plek en omgeving. We wijzen klanten op analogieën tussen transities. We attenderen ze op hun eigen valkuil. We maken ze attent op processen van rouw. Op agressie, hoop, frustratie en de aanleiding in typische situaties om te ontsporen. Zo krijgen ze inzicht in het grotere geheel en leren ze het te vertalen naar strategie in de eigen omgeving. We hebben een taal ontwikkeld om te benoemen wat er gebeurt. Daarmee wordt het makkelijker medestanders te werven, of ze nou tot het establishment horen of tot vernieuwende niches. Er ontstaat een groot verhaal (wat gebeurt er in de sector of branche?) en een klein verhaal (wat doe ik op dit speelveld?) waarmee men de bühne op kan.
Een transitietijd is wezenlijk anders dan we gewend zijn. In de leergang ‘Transities – wat is jouw positie?’ leer je hoe jij je daarin ‘lichtvoetig’ kunt bewegen.
Harry te Riele over transitiedenke