Ooit, in het oude Griekenland, begon het economisch denken. Het werd door de filosoof Aristoteles beschouwd als de kunst van het vergaren van rijkdom. Via alle omwegen door verschillende wetenschappen en langs een waaier aan denkers (het zijn niet alleen economen die over economie nadenken) zijn we bijna tweeënhalf duizend jaar later weer terug bij af, met Donald Trump als vleesgeworden economisch succes.
Hoe word je rijk? Door andere mensen voor je te laten werken en door hen minder te betalen dan de waarde die ze creëren. Het verschil is de winst die verdwijnt in de zakken van de werkgever. Hoe meer mensen je op die manier kon inzetten, hoe rijker je werd.
Rijkdom voedt hebzucht, en hebzucht maakt inventief. Door bijna de hele geschiedenis heen zijn mensen bezig geweest met het verzinnen van manieren om meer winst uit een mens te halen. De legale vorm daarvan zijn we efficiency gaan noemen. Efficiency ging overigens niet alleen over winst. Het ging ook over concurrentie.
Als je een mens meer waarde wil laten produceren, heeft hij meer kennis en gereedschap nodig. Ooit leerde de meester zijn gezel een vak, totdat zijn leerling even goed was en zelf meester werd. Daarmee schiep de meester ook zijn concurrent. De rijkdom moest worden gedeeld.
Vind jij goede en onafhankelijke informatie over een duurzame en klimaatveilige toekomst belangrijk? En helpt Duurzaamnieuws.nl je daarmee? Help ons dan met een donatie. Dank je wel.
Liever eerst een tijdje volgen? Meld je dan aan voor de gratis nieuwsbrief.
Met de intrede van de mechanisering kwam ook specialisatie, een geweldige uitvinding om concurrentie te beperken. Wie gespecialiseerd was in het draaien van poten zou nooit een complete tafel maken. Wie wist hoe je met alle onderdelen heel veel tafels in elkaar kon zetten en dat goedkoper kon doen dan een ander, won de pot.
Dat ging een hele tijd goed: de bevolking groeide en mocht langzaamaan ook een beetje rijker worden, zodat mensen voldoende tafels konden kopen, en ander noodzakelijk consumptiegoed. De consument en de economische groei waren geboren en bezorgden de rijken zoveel geld, dat ze het nooit allemaal aan echte spullen konden besteden, of konden investeren in fabrieken om met nog meer producten nog meer geld te verdienen. Want hun werkers verdienden niet genoeg om al dat extra’s te kunnen kopen.
Om met al dat geld nu toch nog meer geld te maken, verzonnen de rijken geldspelletjes, die heel veel gemeen hadden met gokken. Als je goed gokte, won je de pot. Gokte je fout, dan had je pech. Tenzij je met een ander spelletje een verzekering tegen je verlies had afgesloten. Een slimme afspraak met de bank zorgde er voor dat het geld nooit op raakte. Als er te vaak werd verloren maakte de bank gewoon nieuw geld bij.
Terwijl de rijken druk bezig waren met het spelen van hun geldspel, waren onder in de fabriek slimmeriken bezig om machientjes te maken, die het werk van mensen helemaal konden overnemen. Vaak was de bedoeling goed: veel van die machientjes konden werk doen wat voor mensen ongezond of gevaarlijk was. Maar daar stopten ze niet. Ze maakten computers die voor mensen konden denken en robots die voor mensen konden doen. En ze maakten hun bazen blij omdat die nu alle mensen konden ontslaan en zo nog meer kosten konden besparen. Zo werden de rijken nog weer wat rijker.
Ik geef je te raden wat er daarna gebeurde. Of gaat gebeuren, want het sprookje is aangeland in de werkelijkheid van vandaag. Disruptieve innovatie vreet de productieve werkgelegenheid op en daarmee de koopkracht van consumenten waarop de economie voor een groot deel drijft. De fundamentele crisis die daardoor ontstaat vernietigt ook de arbeidsmarkt in zorg en dienstverlening. Het ene deel van de diensten wordt geautomatiseerd en voor het andere deel, waar de overheid vooral voor zorgt, is geen geld meer. Pensioenfondsen gaan onderuit want hun beleggingen verliezen hun waarde en uitkeringen drogen op want de overheid verliest haar belastinginkomsten. Het is tijd voor Frank Underwood en Amworks.
Wie vindt dat ik een te zwart beeld schilder, zou dit commentaar in The Guardian eens kunnen lezen.
Of eens kijken naar dit staaltje van onstuitbare vooruitgang in Zweden.
Of gewoon eens in zijn eigen stad rondgaan en verlaten winkelpanden tellen, zoals ik deed in Groningen.
Onder dit artikel zie je nog wat meer impressies.
Een mensloze economie is een tegenspraak met zichzelf. Elk huishouden wordt gevormd door mensen. En het succes van het huishouden wordt bepaald door delen. Delen van taken en delen van middelen. En als dat goed gaat, delen van geluk.
Als we dit sprookje een goede afloop willen bezorgen kunnen we beter snel beginnen met eerlijk delen. Geld is er genoeg, zelfs het inzicht dat het anders moet is hier en daar al zichtbaar. Nu de wil nog.
Peter van Vliet
Wie zoekt naar concrete manieren om te beginnen met een houdbare economie kan dit artikel lezen.