We weten allemaal hoe slecht tabak is, we weten dat er ieder jaar miljoenen mensen door worden gedood en we weten dat er nog veel meer mensen schade door wordt berokkend. We weten ook dat tabaksbedrijven consequent hebben gelogen over de hoeveelheid schade die hun producten aanrichten.
Maar nu is zelfs Big Tobacco gedwongen deze feiten publiekelijk op tafel te leggen. Na een reeks beroepszaken te hebben verloren, in het kielzog van een uitspraak van een Amerikaans federaal gerechtshof in 2006, moeten vier bedrijven de waarheid openbaren achter jaren van misleidende marketingcampagnes, door advertenties met “corrigerende verklaringen” te publiceren in Amerikaanse kranten en op televisie. In deze publieke verklaringen wordt erkend dat de bedrijven – Philip Morris USA, RJ Reynolds Tobacco, Lorillard, en Altria – wisten van de schade die hun producten aanrichten, maar ze niettemin zijn blijven verkopen.
En het zijn niet alleen de gerechtshoven die in actie komen tegen de tabaksindustrie. Het recente besluit van de Franse bank BNP Paribas om te stoppen met het financieren van en investeren in tabaksfirma’s – inclusief producenten, groothandelaren en verkooporganisaties – is slechts het jongste signaal dat eindelijk voorrang wordt gegeven aan de openbare gezondheidszorg vóór commerciële belangen.
Toch mogen we ons niet laten overhalen om te geloven dat deze veel te late bekentenissen een industrie weerspiegelen die een altruïstische catharsis ondergaat. Ze zijn voortgekomen uit de druk van het Amerikaanse justitiële apparaat, de pleitbezorgers van controle op de tabaksindustrie, en het pure gewicht van het bewijsmateriaal tegen de misleidende marketingcampagnes van de sector inzake “lichte” en “milde” tabaksproducten. Ze zouden als een waarschuwing moeten worden beschouwd: de sector kon in het verleden niet worden vertrouwd, en mag ook in de toekomst niet worden vertrouwd het juiste te zullen doen.
Gewoon doorgaan
Ook vandaag de dag zijn deze zelfde tabaksfirma’s nog bezig met het uitventen van nieuwe producten, waarvan zij beweren dat ze minder schadelijk zijn – zoals elektronische sigaretten, die tabak verdampen om een nicotine-houdende spray voort te brengen – en met het financieren van nep-organisaties die net doen alsof ze voor een rookvrije wereld werken. De wereld is getuige geweest van soortgelijke tactieken elders, van Uruguay tot Australië, waar tabaksfirma’s dure campagnes hebben gelanceerd tegen de wettelijke regulering van hun dodelijke producten. Ondanks de verliezen die zij heeft geleden zal de industrie ongetwijfeld blijven uitkijken naar nieuwe manieren om zich te verzetten tegen de beperkingen van het tabaksgebruik.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het door de rechtbank afgedwongen publiceren van “corrigerende verklaringen” in de Amerikaanse media een overwinning voor de waarheid is. Dit maakt een einde aan een belangrijke rechtszaak van het Amerikaanse ministerie van Justitie, die in 1999 is gestart op grond van de Racketeer Influenced and Corrupt Organizations Act, en vervolgens deels onopgelost is gebleven, tot oktober 2017, gedurende een decennium van beroepszaken en juridisch geharrewar, volgend op de uitspraak van 2006.
De verklaringen detailleren de dodelijke gevolgen voor de gezondheid van roken en “mee-roken,” inclusief het feit dat “lichte”sigaretten met weinig teer niet minder schadelijk zijn dan reguliere; dat roken en nicotine zeer verslavend zijn; en dat sigaretten “opzettelijk” worden gemanipuleerd om “de inname van nicotine te maximaliseren.”
Zelfs sigarettenproducenten geven toe dat hun producten iedere dag bijdragen aan 1200 sterfgevallen in de VS, en in de hele wereld jaarlijks tot ruim zeven miljoen sterfgevallen leiden.
Oorlog tegen tabaksindustrie
Genoeg is genoeg; op dit cruciale moment mogen we het momentum niet verliezen. Overheden en gezondheidszorgorganisaties als de onze zijn in oorlog met de tabaksindustrie, en we zullen blijven vechten totdat we Big Tobacco verslagen hebben.
Als nationale leiders, ministers van gezondheidszorg en financiële topmensen zich ooit hebben afgevraagd hoe ver ze moeten gaan bij het reguleren van tabaksproducten, hebben de bekentenissen van Big Tobacco, samen met de twijfels van beleggers, een antwoord geformuleerd: zo ver als nodig is. Overheden worden geconfronteerd met een morele en wettelijke plicht om de sterkst mogelijke maatregelen te treffen om hun burgers tegen tabaksgebruik te beschermen.
Eén weg voorwaarts zou zijn dat meer overheden de beloften ten uitvoer leggen die zijn opgenomen in de Framework Convention on Tobacco Control (FCTC) van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze FCTC biedt richtlijnen inzake onderwerpen als tabaksbelasting, publieke voorlichting en educatie, en waarschuwingen op pakjes. Deze maatregelen hebben de afgelopen tien jaar miljoenen levens helpen redden, om maar te zwijgen van de honderden miljarden dollars die zijn bespaard op de gezondheidszorgkosten.
Maar er kan méér worden gedaan, wat de reden is dat wij een beroep doen op regeringen in de hele wereld om de tenuitvoerlegging van de FCTC te versterken, door de acties te versnellen op het gebied van het “MPOWER”-tabakscontrolebeleid – maatregelen bedoeld om de implementatie op nationaal niveau van de FCTC te bevorderen. Bij elkaar genomen vertegenwoordigen deze raamwerken de sterkste verdediging die landen hebben tegen de tabaksindustrie.
Bovendien moeten overheden het Protocol to Eliminate the Illicit Trade in Tobacco Products steunen, dat ten doel heeft illegale handel zoals smokkel te voorkomen. Hoewel 33 landen en de Europese Unie het protocol hebben ondertekend, heeft het de steun van nog eens zeven overheden nodig voordat het van kracht kan worden.
En tenslotte, als we vooruit kijken naar de High-level Meeting on Non-communicable Diseases van de VN in 2018, moeten regeringsleiders bereid zijn hun toewijding te betonen aan het beschermen van mensen tegen hart- en longziekten, kanker en diabetes, door sterkere tabakscontroles te steunen.
Door zijn recente bekentenissen is Big Tobacco gedwongen zijn ware aard te openbaren. Hoe aarzelend ook, deze bedrijven hebben ons allemaal opgeroepen hun producten te verwerpen. We denken dat het tijd is dat we dat aanbod aanvaarden.
Tedros Adhanom Ghebreyesus en Tabaré Ramón Vázquez