Sociale organisaties in Centraal-Amerika willen dat hun regeringen tijdens de Milieutop (COP20) in Lima prioriteit geven aan de gevolgen van de klimaatverandering voor de plaatselijke landbouw, de watervoorziening en voedselzekerheid.
Centraal-Amerika is zeer kwetsbaar voor de klimaatverandering, zegt Tania Guillén van het Humboldt Centrum in Nicaragua. Guillén is een van de afgevaardigden in gesprekken die sociale organisaties in de regio voeren om tot een gezamenlijk standpunt te komen. “Op grond van die consensus vragen we regeringen ons standpunt over te nemen.”
Als de klimaatverandering in het huidige tempo doorgaat, kunnen de gevolgen in de regio verwoestend zijn voor de landbouw. De Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied (ECLAC) schat dat het bruto binnenlands product (bbp) in Centraal-Amerika dan op de lange termijn met bijna 19 procent kan dalen. Sociale groepen willen daarom dat regeringen een krachtiger standpunt innemen op het gebied van klimaataanpassing.
China en VS
Intussen lopen er al projecten op het gebied van klimaataanpassing. Zo wordt in Costa Rica een beleidsplan voor stroomgebieden geïmplementeerd. Het land wil CO2-neutraal zijn voor 2021 en werkt ook aan een ambitieus zaadverbeteringsprogramma om de voedselproductie zeker te stellen. Nicaragua heeft beloofd te investeren in hernieuwbare energie en Guatemala zegt 3,9 miljoen hectare land te herbebossen tussen 2016 en 2020.
De regio draagt echter weinig verantwoordelijkheid voor de wereldwijde opwarming van de aarde. China en de Verenigde Staten zijn samen goed voor 45 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, Centraal-Amerika slechts voor 0,8 procent.
Volgens de Global Climate Risk Index van GermanWatch, staan drie landen in Centraal-Amerika echter in de top-10 van landen die tussen 1993 en 2012 het hardst getroffen werden door de klimaatverandering. Honduras staat op de eerste plaats in die lijst, Nicaragua op de vierde en Guatemala op de tiende. El Salvador volgt op de 13e plaats en Belize, Costa Rica en Panama respectievelijk op de 22ste, 66ste en 103de plaats.
Diego Arguedas Ortiz