Laatst mocht ik een reflectie geven op een concept duurzaamheidsvisie van een gemeente. In die visie ligt, terecht, de nadruk op het ontwikkelen van een circulaire economie, samenwerking met de partners in de stad en het ontwikkelen van nieuwe businessmodellen. In de visie wordt duurzaamheid beschreven als het zoeken naar balans tussen de drie P’s. Bij alles wat we doen, zo staat er, moeten we de balans tussen de 3 P’s nastreven, de aarde niet verder uitputten, geen schadelijke stoffen gebruiken en onze leefomgeving niet verder aantasten. Toen ik dat las, realiseerde ik me dat als we duurzaamheid zo interpreteren, we niet verder komen. Want, simpel gezegd, als we vanaf nu de balans tussen de P’s nastreven, houden we de onbalans die er is in stand. Bovendien is het zo net of de ontwikkeling van een van de P’s per definitie ten koste gaat van een andere P. En zo wordt het ook nog vaak beschreven: de ontwikkeling of het herstel van Planet mag niet ten koste gaan van Profit. Of: eerst Profit vergroten en pas dan kunnen we aan Planet gaan werken. Terwijl in de huidige lineaire economie het vergroten van Profit bijna per definitie achteruitgang van Planet teweeg brengt.
We moeten anders kijken. In de circulaire economie worden in mijn ogen alle drie P’s sterker, rijker, voller. We gaan toevoegen in plaats van onttrekken aan de aarde, bij alles wat we doen en maken. We gaan menselijk kapitaal inzetten ter verrijking van het welzijn van iedereen en de economie zodanig ontwikkelen dat iedereen op een waardige manier kan bijdragen. Door kringlopen te sluiten, niet alleen die van de grondstoffen en energie, maar ook die van het menselijk kapitaal. Want dat laatste kapitaal wordt net als de grondstoffen in de huidige economie nogal lineair ingezet. Daarvoor hoeft de economie niet te groeien in termen van groei van het BNP. Maar ze moet zich ontwikkelen ten dienste van People en Planet. Als we zo naar duurzaamheid en de drie P’s kijken, wordt het verhaal van duurzaamheid en de circulaire economie ineens aantrekkelijk voor iedereen en gaat verrijking van Planet samen met groei van Profit en People.
Een van de belangrijke aspecten in de circulaire economie is het ontwikkelen van nieuwe business modellen. Modellen waarin we op een andere manier met waarden omgaan (niet alles uitdrukken in euro’s), modellen waar we een groter systeem betrekken in het geheel en over een langere periode anders kijken naar rendement (slow money). Mooi dat nieuwe business modellen ook in die gemeentelijke duurzaamheidsvisie worden genoemd. Alleen ook hier nekt een enge benadering van de drie P’s ons als we niet opletten. Als je profit alleen bekijkt in termen van euro’s, een beperkt systeem en korte termijn, gaat het mis! Nieuwe business modellen zijn iets anders dan nieuwe duurzame diensten en producten ontwikkelen volgens de traditionele businessbenadering!
Een voorbeeld. Een lokale energiecoöperatie is bezig met het stimuleren van woningisolatie bij particulieren in een stad van 75.000 huishoudens. Het streven is om zo op termijn 10% energie te besparen. Als dat lukt, daalt de collectieve energierekening in die stad jaarlijks met minstens 15 miljoen euro. Geld dat (deels) weer wordt besteed in de lokale economie. Bovendien draagt de coöperatie door haar wijkaanpak bij aan het versterken van de sociale cohesie in de stad en creëert zij werkgelegenheid voor lokale aannemers die woningen isoleren. De coöperatie wordt door verschillende overheden gesubsidieerd. De opdracht is om een bepaald aantal woningen te isoleren en toe te werken naar een business model waarin geen overheidssubsidie meer nodig is. In de enge definitie van een business model moet de coöperatie dan geld generen om de kosten die zij maakt te kunnen dekken. Dat kan door groene stroom te verkopen, lidmaatschapsgelden te heffen, enzovoort. Uiteindelijk zal dat business model mager zijn, als het al tot wasdom komt. Maar als je het systeem uitbreidt en collectieve energiebesparing over meerdere jaren in het business model kunt meenemen en de bijdrage aan sociale cohesie kunt ‘verwaarden’, verandert het verhaal ineens. Dan zou je als overheid kunnen zeggen dat je in plaats van subsidie te verstrekken een maatschappelijke investering doet waarvan de revenuen bij de leden van de gemeenschap terecht komen. Dan kun je isolatieprogramma’s veel robuuster oppakken en sneller resultaat boeken.
Ik weet het, aan bovenstaande benadering zitten nog best wat haken en ogen, maar het is interessant om eens zo naar de business te kijken.
Om de circulaire economie tot bloei te laten komen moeten we anders leren kijken naar de Triple P benadering en anders leren kijken naar business modellen. Bij de Triple P gaat het om het integraler kijken naar de ontwikkeling van alle domeinen, bij nieuwe business modellen naar een groter systeem, meervoudige waardecreatie en een langere periode.
Derk Hueting is zelfstandig professional op het gebied van duurzaam ontwikkelen. Hij is mede-initiatiefnemer van de coöperaties Breda DuurSaam en BOnDS en projectleider bij de Bredase energiecoöperatie BRES. Onlangs ontving hij voor zijn werk een aanmoedigingsprijs van de duurzaamheidsredactie van het dagblad Trouw.