Dankzij de inzet van biologische gewasbescherming met onder meer sluipwespen, roofmijten, bacteriën en schimmels, is het gebruik van pesticiden en andere chemische bestrijdingsmiddelen in de tuinbouw in de afgelopen vijftig jaar wereldwijd met 50 tot 90 procent gedaald.
Door het toenemende belang van voedselveiligheid en duurzame landbouw neemt ook in de buitenteelt het gebruik van biologische gewasbescherming toe. Dat stelt het Nederlandse familiebedrijf Koppert Biological Systems, dat dit jaar zijn vijftigjarig bestaan viert. In die vijftig jaar is het bedrijf uitgegroeid van een klein pionierend bedrijf met vier werknemers tot een multinational met een jaaromzet van 190 miljoen euro en 1200 medewerkers in 26 landen, waaronder China, Brazilië, de VS en Rusland. Het bedrijf exporteert naar ruim 90 landen.
Grondlegger Jan Koppert begon in 1967 met één beestje, de roofmijt, voor de bestrijding van een plaag in de komkommerteelt. Nu zwermen de mijten, insecten, plantextracten, bacteriën en schimmels uit over de hele wereld. Deze natuurlijke oplossingen tegen plagen en ziekten in de tuinbouw worden ingezet tegen onder meer witte vlieg, bladluis, spint en allerlei ziekten.
Met name in de tomaten-, komkommer- en paprikateelt is hierdoor het gebruik van de gifspuit fors afgenomen. Sinds enkele jaren maken ook de zaad-, fruit- en sierteelt steeds meer gebruik van deze biologische oplossingen.
Een andere belangrijke ontwikkeling vormt de natuurlijke bestuiving met hommels. Omdat hommels niet kunnen overleven bij sommige chemische gewasbescherming, is ook hierdoor het gebruik van chemicaliën afgenomen.
Hoewel in landen als Nederland en Spanje en ook landen buiten Europa veel bedekte teelt voorkomt, wordt het meeste voedsel in de wereld verbouwd in de buitenteelt. In kassen zijn de omstandigheden controleerbaar, maar daarbuiten kan minder met ‘beestjes’ worden gewerkt. In de buitenteelt worden daarom nog vooral chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt, al komt daar door strengere wetgeving en de kritiek van consumenten- en milieuorganisaties steeds meer druk op te staan.
,,Kunstmest en chemische gewasbescherming zijn te dominant aanwezig geweest in de afgelopen jaren, waardoor het bodemleven is aangetast. Dat moet anders en daar kunnen ook schimmels en bacteriën een grote bijdrage aan leveren,” stelt directeur Paul Koppert. ,,Micro-organismen zijn lang onderschat geweest. Ze kunnen niet alleen bescherming bieden tegen ziektes en plagen, maar ook de bodem gezonder en voedselrijker maken, zodat het gebruik van kunstmest fors kan afnemen. Dat is een belangrijke factor in de toekomstige land- en tuinbouw.”
Het gebruik van chemische gewasbescherming kan in de buitenteelt fors omlaag, stelt het bedrijf. ,,Wereldwijd komt er steeds meer vraag naar kwalitatief goed en veilig voedsel, ” zegt Henri Oosthoek, directeur van Koppert. “We moeten naar een land- en tuinbouw die niet met de natuur in strijd is, maar juist met de natuur samenwerkt. Met als uitkomsten meer, beter en veiliger voedsel en minder druk op het milieu. Daar proberen wij elke dag aan bij te dragen.”
Koppert wil een grote rol spelen in meer duurzame landbouw, wereldwijd het debat aanjagen en daar een opinieleider in zijn. Het bedrijf werkt daarvoor samen met wetenschappers, universiteiten en overheden. Met verschillende activiteiten wordt het komende jaar het jubileum gevierd. Zo is er een open dag op het hoofdkantoor en organiseert het familiebedrijf in september een symposium met toonaangevende sprekers.