[ Updated ] Bijna alle publicaties over corona en Covid-19 gaan over hoe je de ziekte oploopt en / of hoe je dat kan voorkomen. Nu de pandemie een paar jaar onderweg is, komen steeds meer ervaringen los van mensen die geïnfecteerd zijn geraakt en moeten herstellen van long Covid, langdurige Covid. En die zijn heftig. Long Covid heeft ook een nieuwe naam: postcovid syndroom.
Een infectie met het coronavirus gaat voor veel mensen soms bijna ongemerkt voorbij. Maar steeds vaker hoor je dat er daarna een periode volgt van een heel scala van klachten die mensen zowel lichamelijk als geestelijk totaal ondermijnen. Ook jonge mensen. En dat die periode maandenlang kan duren en misschien wel blijvend en chronisch worden. Over die long Covid verschijnen inmiddels steeds meer, gelijkluidende berichten in veel media. Zoals dit overzicht van de Groene (februari 2022)
De aandoening wordt nu ook erkend als een officiele ziekte en heeft de benaming postcovid syndroom gekregen. Ze word ook long covid genoemd.
Niet tussen de oren
[ 4-1-2024 ] Long covid zit niet tussen de oren, zoals eerder veel artsen beweerden, maar heeft wel degelijk een lichamelijke oorzaak. Dat vonden onderzoekers van het Amsterdam UMC en de Vrije Universiteit. Die vergeleken spierweefsel van mensen met en zonder long covid. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Nature Communications en zijn een belangrijke stap in het beter begrijpen van het nog altijd mysterieuze ziektebeeld.
De onderzoekers keken naar spierweefsel voor en na een inspanningstest op de fiets. Zo bleek dat mensen met long covid die fysiek te actief zijn, grotere schade in het spierweefsel oplopen. Bovendien functioneren hun mitochondriën, de energiecentrales van de cellen, minder effectief. Daadoor ontstaan bij mensen met long covid meer klachten en extreme vermoeidheid na fysieke, cognitieve of emotionele inspanning en duren die langer.
We weten ook dat we bij elke nieuwe blootstelling meer kans hebben op negatieve effecten. Uit een grootschalig onderzoek in de VS bleek dat het risico van hersen-, zenuw-, hart-, long-, bloed-, nier-, insuline- en spieraandoeningen bij elke nieuwe besmetting toeneemt. De gevolgen van lange Covid zijn volgens onderzoekers uit de gezondheidszorg "even ernstig als de langetermijneffecten van traumatisch hersenletsel". De gevolgen kunnen verwoestend zijn, variërend van extreme vermoeidheid en ademnood tot hersenmist, psychotische stoornissen, geheugenverlies, epilepsie en dementie.
Long covid niet minder bij omicron
Hoewel de omicron variant mensen minder ziek maakt, lijkt het risico op long covid na een omicron besmetting gelijk aan de andere varianten, en met name de delta variant.
Een toenemende stroom aan onderzoeken bevestigt het risico en de ernst van long covid.
[ 5-8-2022 ] Onderzoek van UMC Groningen toont aan dat meer dan 12 % van de mensen die een covid besmetting opliepen, daar langdurig klachten aan overhoudt. Het onderzoek is het meest uitgebreide op dit gebeid dat tot nu toe werd verricht, en is gepubliceerd in The Lancet. Volgens het wereldwijde coronadashboard van Worldometers zouden in Nederland in totaal minstens 8,5 miljoen mensen besmet zijn geraakt sinds het begin van de pandemie. Dat kunnen er nog meer zijn, omdat niet elke besmetting is gediagnosticeerd. Zo zouden er dus minstens een miljoen mensen in Nederland aan long covid lijden.
Aanwijzingen dat microstolsels door het hele lichaam voorkomen
Patiënten met langdurige Covid-klachten klagen over tal van symptomen, waarvan de belangrijkste terugkerende vermoeidheid en hersenmist, spierzwakte, buiten adem zijn en een laag zuurstofgehalte hebben, slaapproblemen en angst of depressie zijn. Sommige patiënten zijn zo ziek dat ze niet kunnen werken of zelfs maar een paar stappen kunnen lopen. Er is mogelijk ook een verhoogd risico op een beroerte en hartaanvallen. Een van de grootste bronnen van zorg is dat zelfs een milde en soms asymptomatische initiële Covid-19-infectie kan leiden tot slopende, langdurige invaliditeit.
Sinds begin 2020 zijn er steeds meer aanwijzingen dat acute Covid-19 niet alleen een longziekte is, maar zelfs een significante invloed heeft op de vasculaire (bloedstroom) en coagulatie (bloedstolling) systemen.
Covid-ellende begint met een infectie, die je soms niet eens opmerkt. Als er later een veelvoud van vage klachten ontstaat die je functioneren hinderen, wordt de link met Covid door veel artsen niet onderkend. Bovendien blijven veel van die klachten ook buiten de statistieken, omdat testen wanneer de klachten optreden geen resultaat meer geeft. Testen is alleen zinvol in de eerste twee weken na besmetting.
Die periode van twee weken is stilzwijgend een norm geworden, die als milde Covid door het leven gaat. Een milde Covid zou na twee weken voorbij zijn, omdat de besmetting daarna niet meer aantoonbaar is. Maar niets is minder waar voor een grote groep patiënten. De eerste lange-covid patiënten lijden nu al meer dan een half jaar aan hardnekkige symptomen die hun hele functioneren aantasten. Er wordt hier en daar al gesproken over een herstelproces dat jarenlang kan duren. En mogelijk blijven sommigen hun leven lang hinder ondervinden.
Kennis ontbreekt nog steeds
Uit een publicatie van KRO-NCRV Pointer blijkt dat 80% van de bedrijfsartsen grote moeite heeft om werknemers met langdurige klachten na corona (Long Covid) goed te adviseren. Door een gebrek aan wetenschappelijke kennis over deze nieuwe ziekte weten bedrijfsartsen soms niet goed hoe ze gezondheidsklachten moeten interpreteren en welke behandeling kan helpen. Dat zegt de Nederlandse Vereniging van Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) tegen Pointer.
Uit een peiling van de NVAB, die is ingevuld door ruim 400 bedrijfsartsen, blijkt tachtig procent van hen behoefte te hebben aan kennis en onderbouwing hoe om te gaan met werknemers met Long Covid. Daarbij staan de artsen ook vaak onder druk van werkgevers, die zieke medewerkers zo snel mogelijk weer aan het werk willen hebben.
Gevolgen voor economie en samenleving
Behalve dat de maatregelen om verspreiding van Covid-infecties te voorkomen zorgen voor veel economische schade en toenemende werkloosheid, gaan ook de gevolgen van langdurige covid meetellen. Nu al zijn er tienduizenden patiënten in beeld die langdurig uitvallen. Hoeveel daarvan definitief arbeidsongeschikt raken is nog niet te overzien. En naar de aantallen die nog steeds buiten beeld beeld zijn omdat ze niet zijn gemeld, of geen diagnose hebben gekregen, kunnen we alleen maar gissen.
Zeker is dat deze grote aantallen langdurig zieken extra economische schade opleveren, extra zorgkosten en vooral ook extra druk op de zorg als geheel.
Nieuw onderzoek van het University College London toont cijfers die dramatisch zijn te noemen. 96% van de onderzochte patiënten ondervond na 90 dagen nog klachten na covid. Er kwamen meer dan 200 symptomen voor die deel zijn van lange covid.
Onderzoek van de universiteit van Maastricht concludeert: COVID-19 heeft een belangrijke invloed op de afhankelijkheid van zorg bij niet-gehospitaliseerde patiënten. Ongeveer drie maanden na het begin van de symptomen was een aanzienlijk deel van de niet-gehospitaliseerde patiënten tot op zekere hoogte afhankelijk van anderen voor persoonlijke verzorging. Dit geeft aan dat de impact van COVID-19 op het dagelijks leven van patiënten enorm is, en dat er meer aandacht nodig is om optimale behandelingsstrategieën te identificeren om de onafhankelijkheid van patiënten te herstellen.
En op 8 januari 2021 publiceerde The Lancet een Chinees onderzoek naar lange covid bij patiënten die in het ziekenhuis opgenomen zijn geweest.
Driekwart van de patiënten die in het ziekenhuis voor covid-19 werden behandeld, had zes maanden later nog symptomen. De onderzoekers volgden 1.733 patiënten die in het Wuhan-ziekenhuis werden behandeld voor covid-19. Drie van de vier, 76 procent, hadden na zes maanden nog steeds minstens één hardnekkig symptoom. De meest voorkomende waren vermoeidheid en spierzwakte, maar ook slaapproblemen en angst / depressie kwamen vaak voor.
Zes maanden na de acute infectie hadden COVID-19-overlevenden voornamelijk last van vermoeidheid of spierzwakte, slaapproblemen en angst of depressie. Patiënten die tijdens hun verblijf in het ziekenhuis ernstiger ziek waren, hadden een ernstig verminderde zuurstofopname in de longen (pulmonale diffusiecapaciteit) en abnormale beeldvorming van de borstkas in scans.
Overzicht voor herkenning en behandeling van langdurige Covid
Een behoorlijk compleet overzicht van langdurige Covid dat we vonden werd al in augustus 2020 gepubliceerd door The Atlantic.
En dit artikel op Elemental.medium.com gaat in op de overeenkomsten tussen long-covid en ME / cvs. Het geeft ook bruikbare tips om met de ziekte om te gaan in dagelijks leven en werk.
The British Medical Journal publiceerde op 11 augustus 2020 een uitgebreid overzicht met informatie over de herkenning en de behandeling van zogenoemde 'long-haulers'. Het artikel is bedoeld voor behandelende artsen, maar is ook redelijk toegankelijk voor wie zich wat meer in de materie heeft verdiept.
Uit de inleiding: Post-acute covid-19 (“lange covid”) lijkt een multisysteem ziekte te zijn, die soms optreedt na een relatief mild verlopen Covid. Klinische behandeling vereist een breed beeld van de patiënt. Dit artikel, bedoeld voor huisartsen, heeft betrekking op patiënten met een vertraagd herstel van een episode van covid-19, al dan niet met ziekenhuisopname. In grote lijnen kunnen dergelijke patiënten worden onderverdeeld in patiënten met mogelijk ernstige gevolgen (zoals trombo-embolische complicaties) en patiënten met een niet-specifiek klinisch beeld, vaak gedomineerd door vermoeidheid en kortademigheid.
Aangezien veel mensen niet zijn getest en vals-negatieve tests vaak voorkomen, suggereren het artikel dat een positieve test voor covid-19 geen voorwaarde is voor de diagnose.
Vox.com publiceerde een overzicht dat laat zien hoe in verschillende landen wordt onderzocht hoe een goede en effectieve nazorg kan worden georganiseerd. Die kan nog wel eens ingrijpender worden dan de acute zorg direct na infectie.
"De malaise werd steeds erger, ik had een beklemmend gevoel op de borst (...) Mijn geest was een puinhoop. Mijn toestand verslechterde. Op een middag kreeg ik plotseling een beklemmend gevoel op de borst en voelde me zo onwel dat ik dacht dat ik stervende was. Mijn geest werd mistig. Ik probeerde myocarditis te googelen, maar kon niet goed door het scherm navigeren. Er was niets te doen.
Ik wist dat dit niet klopte. Er was in die periode een patroon van twee weken tot zes weken: overdag absoluut verschrikkelijk voelen; zwaar slapen, wakker worden in een bed doordrenkt van zweet; opstaan met een verblindende hoofdpijn, overdag achteruitgaan en 's avonds in een gehavende ragdoll veranderen.
Ik kwam op een Facebook-pagina vol met mensen met deze verhalen, sommigen uit het VK, sommigen uit de VS. Mensen die aan de ziekte lijden, maar niet geloven dat hun symptomen echt waren; hun families dachten dat de symptomen angst waren; werkgevers vertelden mensen dat ze weer aan het werk moesten, aangezien de twee weken voor de ziekte voorbij waren. En de berichten weerspiegelen dit "Ik dacht dat ik gek werd omdat ik niet beter werd in hun tijdsbestek"; "De dokter zei dat er geen reden is om aan te nemen dat het zo lang duurt". En ook, mensen melden dat hun families hun steeds veranderende symptomen niet geloven, dat het psychologisch is, het is de stress."
Een RIVM-woordvoerder zegt dat het probleem bekend is en dat het "op de agenda staat om te bespreken". Ook het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) zegt dat "dit echt een probleem is".
Als dit het topje is, hoe groot is de ijsberg dan wel niet? Voortschrijdend inzicht toont het ware gezicht van een corona-infectie. En dat wordt steeds grimmiger.
[ updated ] Corona virussen ontwikkelen doorlopend mutaties en varianten. Dat geldt ook voor Sars-COV2. Inmiddels zijn er meer dan 1000 nieuwe corona varianten geïdentificeerd. Daarvan verdwijnen de meeste vanzelf weer en zijn relatief ongevaarlijk. Nu ( week 50) piekt BA.2.86 in het rioolwater, waaronder subvariant JN.1, tot het op een na hoogste niveau ooit gemeten.
In de VS is JN.1, bezig aan een snelle opmars. Die variant is twee generaties verwijderd- een kleindochter zogezegd - van BA.2.86. JN.1 heeft slechts één verandering in zijn spike-eiwit vergeleken met zijn voorouder, maar dat lijkt genoeg te zijn geweest om er een fitter en sneller virus van te maken.
De CDC schat dat de prevalentie van JN.1 meer dan verdubbeld is in de VS tussen eind november en half december. Het lijkt hulp te krijgen van vakantiereizen en afnemende immuniteit, schrijft CNN. Ook in Nederland stijgt het aandeel JN.1 snel.
Deze zijn allemaal subvarianten van Omicron. Binnen de subvarianten zien we weer veranderingen ontstaan. Er zijn ook varianten ontstaan die bestaan uit combinaties van eigenschappen van varianten, de zogenaamde recombinanten (zoals de XBB varianten, inclusief XBB.1.5, XBB.1.9 XBB.1.16 en EG(Europese Gemeenschap).5). Dit zien we ook in het buitenland. Vooralsnog zien we vooral verspreidingen van varianten van Omicron mutaties. Die kun je hier volgen.
Molnupiravir, dat ook wordt verkocht onder de merknaam Lagevrio, is ontworpen om het coronavirus te muteren en te vernietigen Onderzoekers hebben nu bewijs gevonden dat het virus de behandeling soms kan overleven. Dat leidt tot gemuteerde versies die zich af en toe verspreiden naar andere mensen.
Huidige situatie: BA.2.86 subvarianten komen het meeste voor in Nederland, ook JN.1
[ 17 december 2023 ] Sinds begin van 2022 zien we vooral veel verschillende varianten rondgaan die allemaal bij de omikron-familie horen: de subvarianten BA.1 t/m BA.5. Binnen deze subvarianten zien we weer veranderingen ontstaan. Er zijn ook varianten ontstaan die bestaan uit combinaties van eigenschappen van varianten, de zogenaamde recombinanten (zoals de XBB varianten, inclusief XBB.1.5, XBB.1.9 XBB.1.16 en EG(Europese Gemeenschap).5). Dit zien we ook in het buitenland.
Tussen week 7 en week 45was EG.5 verantwoordelijk voor de meeste besmettingen in Nederland. EG.5 is een XBB.1.9 subvariant die door de WHO(World Health Organization ) aangemerkt is als ‘Variant of Interest (VOI)’, vanwege mogelijk gewijzigde eigenschappen t.o.v. eerder varianten. Sinds week 46 komt BA.2.86, een BA.2 subvariant die ook als VOI is aangemerkt door de WHO, het meeste voor in de kiemsurveillance. Sinds week 48 zijn BA.2.86 subvarianten dominant in Nederland. JN.1, een subvariant van BA.2.86, heeft hierin het grootste aandeel, net als in een aantal andere landen in Europa. BA.2.86 varianten tonen veel genetische verschillen ten opzichte van de andere varianten die nu circuleren en worden daarom wereldwijd nauwlettend gevolgd. Er zijn nu geen aanwijzingen dat deze subvarianten ziekmakender zijn dan de eerdere omikron-varianten. (Bron: RIVM)
Nieuwe varianten: Eris en BA2.86
[ 18-8-2023 ] Een nieuwe subvariant van COVID-19 met de naam EG.5 neemt ook in Europa toe, nadat deze eerder dit jaar voor het eerst werd geïdentificeerd.
EG.5 , die ook Eris wordt genoemd, is een subvariëteit van de Omicron-variant van COVID-19 en is nauw verwant aan andere varianten die wereldwijd circuleren. Het is een gemuteerde versie van het virus.
De prevalentie is wereldwijd gestegen van 7,6 procent van de COVID-19-gevallen eind juni tot 17,4 procent eind juli. Daarom is de WHO nu aangemerkt als "van belang".
Maar het gezondheidsrisico van deze stam is laag vanwege de gelijkenis met eerder circulerende varianten, aldus de WHO. Het wereldwijde gezondheidsorgaan zei echter dat de subvariant in sommige landen of wereldwijd dominant zou kunnen worden en een toename van COVID-19 gevallen zou kunnen veroorzaken.
BA2.86 is recent gedetecteerd in de VS, Denemarken, Israel en Groot Brittannië en heeft veel meer mutaties. Daardoor is nog onvoorspelbaar wat de gevolgen van besmetting op grote schaal kunnen zijn.
Kraken
[ 7-1-2023 ]Er wordt steeds vaker melding gemaakt van een zogenaamde "kraken"-variant die momenteel circuleert, maar wat is het precies en waarom wordt het zo genoemd?
Kraken is een bijnaam die verwijst naar de XBB.1.5-variant, die snel de dominante COVID-stam in de VS is geworden. XBB.1.5 is volgens virologen besmettelijker dan voorgaande omicron varianten. In Europa komt XBB.1.5 nog maar sporadisch voor, maar dat kan snel veranderen.
De bijnaam was bedoeld om varianten te helpen bijhouden in de steeds groeiende variantensoep.
[ 12-10-2022 ] Variant B.1.1.529 is in opkomst. Dit is een mutatie van een vroege omikron variant. Het ECDC volgt de ontwikkeling als Variant under monitoring.
[ 1-8-2022 ] Variant BA.2.75 met de naam ‘Centaurus’ is een nieuwe versie van omikronversie BA.2. Voorlopig zijn er geen aanwijzingen dat Centaurus ernstiger is of andere symptomen veroorzaakt, maar uit de eerste onderzoeken blijkt dat hij mogelijk beter kan ontsnappen aan antistoffen. Dat zou kunnen betekenen dat mensen die onlangs een coronabesmetting hadden, opnieuw besmet kunnen worden, al zullen de meeste mensen er niet erg ziek van worden.
[ 18-6-22 ] De in april 2022 dominant geworden BA.2 variant van het coronavirus wordt nu steeds vaker verdrongen door de varianten BA.4 en BA.5.
Het thans waargenomen groeivoordeel voor BA.4 en BA.5 is waarschijnlijk te wijten aan hun vermogen om immuunbescherming als gevolg van een eerdere infectie en/of vaccinatie te omzeilen, vooral als die bescherming in de loop van de tijd is afgenomen. Dat meldt het ECDC. Beschikbare gegevens wijzen erop dat zowel BA.4 als BA.5 in staat zijn om te ontsnappen aan de immuunbescherming die door een infectie met BA.1 wordt geïnduceerd. Het is onwaarschijnlijk dat niet-gevaccineerde personen beschermd zijn tegen infectie met BA.4 of BA.5.
Er zijn momenteel geen aanwijzingen voor een verandering in de ernst voor BA.4/BA.5 in vergelijking met eerdere Omicron-lijnen.
[ 31-1-22 ] Maar de nu dominante BA.1 variant van omicron heeft neefjes die tot nu toe nogal onder de radar zijn gebleven. Maar volgens wetenschappers is er nu een stijging van het aantal gevallen te zien door een nieuwe variant van Omicron, bekend als BA.2, die BA.1 in delen van Europa en Azië begint te overtreffen.
Alles tezamen wijst dit erop dat de aanwezigheid van deze varianten in de komende weken en maanden een aanzienlijke algemene toename van COVID-19-gevallen in de EU/EER zou kunnen veroorzaken. Het totale aandeel van BA.4 en BA.5 in de EU/EER is momenteel laag, maar de gemelde hoge groeivoordelen doen vermoeden dat deze varianten in de komende maanden dominant zullen worden in de EU/EER.
Omicron werd in Zuid-Afrika ontdekt
[ 25-11-21 ] Wetenschappers hebben een nieuwe Corona-variant ontdekt die een “extreem hoog aantal” mutaties bevat, verdere ziektegolven kan veroorzaken door de afweer van het lichaam te ontwijken.
Op 9 november werd de omikronvariant voor het eerst aangetroffen in Botswana, waarna de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) deze als zorgelijk en risicovol bestempelde. De nieuwe variant is in Zuid-Afrika al in 76% van de onderzochte monsters aangetroffen en verspreid zich snel door de wereld. Daarbij moet worden meegenomen dat in Zuid-Afrika slechts 24% van de bevolking volledig is gevaccineerd.
De B.1.1.529-variant heeft 32 mutaties in het spike-eiwit, het deel van het virus dat de meeste vaccins gebruiken om het immuunsysteem te helpen tegen Covid. Mutaties in het spike-eiwit kunnen van invloed zijn op het vermogen van het virus om cellen te infecteren en zich te verspreiden, maar maken het ook moeilijker voor immuuncellen om de ziekteverwekker aan te vallen.
Inmiddels hebben verschillende landen vluchten van en naar Zuid-Afrika geschrapt, de EU overlegt daarover.
Dieren als permanente dragers
[ 17-11-21 ] In de VS zijn nu herten ontdekt die het coronavirus bij zich dragen. We wisten al dat katachtigen en nertsen dragers (en besmetters) konden zijn, maar de nieuwe ontdekking betreft dieren die in het wild leven. Ze kunnen besmet zijn door contact met door mensen besmet afval of water. De ontdekking is van belang voor de toekomstige ontwikkeling van het virus. Door besmetting van verschillende soorten ontstaan er reservoirs van het virus die tot nieuwe mutaties, en dus ook tot nieuwe uitbraken kunnen leiden, zelfs als iedereen is gevaccineerd.
Nieuwe namen
De WHO heeft nieuwe namen bedacht voor de verschillende varianten en mutaties van het coronavirus. Die volgen nu het Griekse alfabet. Alfa staat nu voor de oorspronkelijke Engelse variant, Beta voor de Zuid-Afrikaanse, gamma voor de Braziliaanse en delta voor de India variant. De volledige lijst vind je bij de WHO.
Een van die zorgwekkende nieuwe coronavirus varianten is gevonden in Brazilië, p1, die zowel besmettelijker als dodelijker is. Deze heeft zich inmiddels over meer dan 40 landen verspreid maar is alweer gepasseerd door de India variant.
Deltavariant nog veel besmettelijker dan werd aangenomen
De nieuwe variant corona delta is veel besmettelijker, breekt eerder door de bescherming van de vaccins en kan een ernstigere ziekte veroorzaken dan alle andere bekende versies van het virus. Dat stelt een interne presentatie van de Centers for Disease Control and Prevention CDC.
Dr. Rochelle P. Walensky, de directeur van het agentschap, zei dat gevaccineerde mensen met zogenaamde doorbraakinfecties van de Delta-variant net zoveel virus in neus en keel dragen als niet-gevaccineerde mensen, en het net zo gemakkelijk kunnen verspreiden, zij het minder vaak. Dat meldt de New York Times.
Maar het interne document schetst een bredere en zelfs grimmigere kijk op de variant. De Delta-variant is beter overdraagbaar dan de virussen die MERS, SARS, Ebola, verkoudheid, seizoensgriep en pokken veroorzaken, en is net zo besmettelijk als waterpokken. Dat staat in het document, waarvan The New York Times en kopie heeft.
Mutaties kunnen zich verder blijven ontwikkelen in delen van de bevolking die niet zijn gevaccineerd.
Een eerdere coronavirus mutatie die bekend staat als de Bristol-variant, zou mensen kunnen infecteren die eerder besmet waren of eerder zijn ingeënt. Over deze variant is de laatste tijd weinig meer vernomen.
Kijk ook op de website van de CDC voor een actueel overzicht van mutaties en de verspreiding ervan.
Oudere meldingen van nieuwe corona varianten
De Zuid Afrikaanse mutatie heet E484K en werd begin 2021 voor het eerst opgemerkt. Die variant heeft zich nu verspreid naar 12 andere landen. Op basis van een eerste ronde onderzoek waarschuwen wetenschappers nu dat de mutatie de werking van de huidige vaccins kan verminderen.
Er is ook een nieuwe mutatie opgedoken in Japan, bij reizigers die uit Amazonas in Brazilië naar het land kwamen. Dat meldt Reuters.
De Engelse coronavirus mutatie Sars-COV2 heet B.1.1.7 of VOC-202012/01. Wetenschappers onderzoeken nu of de Engelse variant ook echt besmettelijker is dan het oorspronkelijke virus. Onderzoek van het Imperial College of London bevestigde dat: de nieuwe variant verhoogt de R waarde met 0,4 tot 0,7 liet het onderzoek zien. Huidige schattingen tonen 30% besmettelijker, bovendien zou de variant ook tot 30%. meer sterfte leiden. Ook zijn er meer jongeren door besmet.
In Israel is de Engelse variant inmiddels verantwoordelijk voor de helft van de besmettingen en treft vooral ook relatief meer kinderen en jongeren.
Recent onderzoek van de Universiteit van Oxford laat een verhoogde besmetting van rond 30% zien. Niet duidelijk daarin is welke rol het gedrag van de geteste personen speelde. Wel werd er naar leeftijd gekeken en daarbij werd geen verschil gevonden tussen verschillende leeftijdsgroepen.
Ook is duidelijk dat VOC 202012/01 in één keer 17 mutaties gelijktijdige mutaties laat zien, iets wat nog nooit eerder is gezien.
De variant heeft zich inmiddels over verschillende landen verspreid, waaronder Nederland. Om verdere verspreiding af te remmen zijn verdere beperkingen ingevoerd.
In Californie gaat mutatie CAL.20C rond, nu verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de besmettingen in de Bay Area. Ook deze lijkt besmettelijker dan het originele virus, maar voortgaand onderzoek moet dat nog definitief uitwijzen.
Er zijn momenteel nog te veel onbekenden om conclusies te trekken over de risico's van de nieuwe mutatie. Science Magazine meldt dat onderzoekers SARS-CoV-2 in realtime nauwkeuriger hebben zien evolueren dan enig ander virus in de geschiedenis. Tot nu toe muteerde het met een snelheid van ongeveer 1 tot 2 veranderingen per maand. Dat betekent dat veel van de genen waarvan de sequentie is bepaald, op ongeveer 20 punten verschillen van de vroegste genomen die in januari in China zijn onderzocht. Maar er circuleren ook veel varianten met minder veranderingen.
Van de 17 mutaties van VOC 202012/01 komen er acht voor in het gen dat het spike-eiwit op het virale oppervlak codeert. Twee daarvan baren zorgen. Van de ene, N501Y genaamd, is eerder aangetoond dat ze de binding aan de ACE2-receptor, het toegangspunt tot menselijke cellen, verhoogt. De andere, genaamd 69-70del, leidt tot het verlies van twee aminozuren in het spike-eiwit en is aangetroffen in virussen die de immuunrespons bij sommige patiënten verminderde.
Ook in Zuid Afrika is inmiddels een mutatie opgedoken, niet gerelateerd aan de Britse variant, die ook de N501Y-mutatie in het spike-gen heeft. Ook deze variant lijkt zich aanzienlijk sneller te verspreiden dan het oorspronkelijke virus, en sneller dan de VK variant.
[ Updated corona nieuws ] Covid is weer aan een opmars begonnen. Begin december werd het op een na hoogste niveau van virusdeeltjes in het rioolwater waargenomen. Ook in de VS is er sprake van een behoorlijke stijging, daar al in ziekenhuis opnames, die in sommige staten tot 70% hoger liggen voorheen.
Het RIVM meldt dat in week 50 het landelijk gemiddelde aantal virusdeeltjes in het rioolwater stijgt. Media melden dat het in Amsterdam het op een na hoogste niveau ooit bereikte.
Internationaal zijn er nu geen maatregelen meer van kracht.
Nieuwe variant: BA.2.86
Sinds week 48 zijn BA.2.86 subvarianten dominant in Nederland. JN.1, een subvariant van BA.2.86, heeft hierin het grootste aandeel, net als in een aantal andere landen in Europa. BA.2.86 varianten tonen veel genetische verschillen ten opzichte van de andere varianten die nu circuleren en worden daarom wereldwijd nauwlettend gevolgd. Er zijn nu geen aanwijzingen dat deze subvarianten ziekmakender zijn dan de eerdere omikron-varianten. (Bron: RIVM) Lees meer over BA.2.86 en andere varianten.
Oudere info: Eris en Omicron
EG.5 , die ook Eris wordt genoemd, is een subvariëteit van de Omicron-variant van COVID-19 en is nauw verwant aan andere varianten die wereldwijd circuleren. Het is een gemuteerde versie van het virus.
De prevalentie is wereldwijd gestegen van 7,6 procent van de COVID-19-gevallen eind juni tot 17,4 procent eind juli. Daarom is de WHO nu aangemerkt als "van belang".
Maar het gezondheidsrisico van deze stam is laag vanwege de gelijkenis met eerder circulerende varianten, aldus de WHO. Het wereldwijde gezondheidsorgaan zei echter dat de subvariant in sommige landen of wereldwijd dominant zou kunnen worden en een toename van COVID-19 gevallen zou kunnen veroorzaken.
Omicron maakt minder ziek en er belanden minder mensen in het ziekenhuis. Dat lijkt te komen doordat dat de variant de longen minder aantast. Omicron is besmettelijker, en besmette mensen zouden wel eerder het virus doorgeven. Daardoor lopen de aantallen besmettingen wel sneller op, maar worden het er niet meer dan bij de delta-variant. Overigens blijft het risico bestaan dat er nieuwe mutaties ontstaan die minder 'vriendelijk' zijn. De laatste nieuwe daarvan wordt Kraken genoemd. Die zou wel weer besmettelijker zijn, maar niet meer ziekmakend.
De besmettingen met corona blijven vooralsnog op en neer golven en de overheid golft erachteraan met steeds wisselende maatregelen. Mede omdat er ook internationaal onvoldoende afstemming en overeenstemming is over maatregelen zal dat voorlopig wel zo doorgaan.
Wereldwijd wisselt het beeld sterk per land. In China lopen de besmetting hoog op na het opheffen van de lockdown eind 2022. Op plaatsen waar de vaccinatiegraad laag is, bestaat groot risico op het ontstaan van nieuwe mutaties.
De meest recente belangrijke mutatie is Omicron, die een “extreem hoog aantal” mutaties bevat. Omicron kan verdere ziektegolven veroorzaken door de afweer van het lichaam te ontwijken.
Door de hoge besmettingsgraad verwachten instantie dat Omicron medio januari 2022 vrijwel overal de dominante variant van het coronavirus zal zijn. Hoe ernstig besmettingen uiteindelijk verlopen is nog steeds niet volledig bekend.
De WHO heeft nieuwe namen bedacht voor de verschillende varianten en mutaties van het coronavirus. Die volgen het Griekse alfabet. Alfa staat nu voor de oorspronkelijke Engelse variant, Beta voor de Zuid-Afrikaanse, gamma voor de Braziliaanse en delta voor de India variant. De volledige lijst vind je bij de WHO.
Verklaring gevonden voor oversterfte?
[ 5-12-21 ]Het CBS vond een aanzienlijke oversterfte afgelopen najaar, die niet met gebruikelijke oorzaken was te verklaren. Amerikaans onderzoek ontdekte dat vooral wie ernstig ziek was geweest van covid-19, maar dat overleefde, in het daarop volgende jaar een veel hogere sterftekans heeft.
Dieren als permanente dragers van corona
In de VS zijn nu herten ontdekt die het coronavirus bij zich dragen. We wisten al dat katachtigen en nertsen dragers (en besmetters) konden zijn, maar de nieuwe ontdekking betreft dieren die in het wild leven. Ze kunnen besmet zijn door contact met door mensen besmet afval of water. De ontdekking is van belang voor de toekomstige ontwikkeling van het virus. Door besmetting van verschillende soorten ontstaan er reservoirs van het virus die tot nieuwe mutaties, en dus ook tot nieuwe uitbraken kunnen leiden, zelfs als iedereen is gevaccineerd.
Meer corona nieuws over mutaties vind je hier, onder andere over de delta-variant, die besmettelijker blijkt dan al werd aangenomen. Het Amerikaanse CDC maakt een vergelijking met de besmettelijkheid van waterpokken en ebola. Er is een nieuw geneesmiddel getest dat bijzonder effectief lijkt.
[ update ] In juli 2022 verschijnt er opnieuw een onderzoek naar de oorsprong van SARS-CoV-2, dat wijst naar de vismarkt in Wuhan. Maar ook die conclusie is niet sluitend. Uit de abstract: " These findings indicate that it is unlikely that SARS-CoV-2 circulated widely in humans prior to November 2019" . Let op het woord 'widely'. Onbeantwoord blijft de vraag hoe het corona virus op de markt terechtkwam en of er mogelijk een eerdere crossover heeft plaatsgevonden van mens op dier, die later is teruggekruist.
De herkomst van het coronavirus blijft onduidelijk. President Biden van de VS heeft opdracht gegeven tot een nieuw onderzoek daarnaar, maar daar is geen eenduidige uitkomst uit gekomen. Social media hebben hun ban op posts over het onderwerp opgeheven. Duurzaamnieuws is die vraag blijven stellen, ook toen dat taboe werd verklaard. Maar of we ooit achter de waarheid komen is twijfelachtig, omdat China verder onderzoek blijft bemoeilijken.
Na de hoogste baas van de WHO die nader onderzoek instelde naar de mogelijkheid van een laboratoriumongeval als oorzaak van de pandemie, deed ook president Biden van de VS dat. Onze eigen Marion Koopmans zei naar haar bezoek aan China nog dat dit 'hoogst onwaarschijnlijk' zou zijn. China weigert overigens de medewerking aan de tweede fase van het WHO onderzoek, omdat daar ook de mogelijkheid van een laboratoriumlek deel van uitmaakt. Vooralsnog kan de oorzaak van de pandemie dus niet met zekerheid worden vastgesteld.
Saillant detail: twee dagen nadat de Amerikaanse en Chinese leiders met elkaar spraken, verscheen een onderzoek dat zou aantonen dat de corona pandemie wel op de markt in Wuhan is begonnen.
Onderzoek dat is gepubliceerd in Science liet eerder zien dat de stelling, dat corona op de vismarkt in Wuhan begon, de prullenbak in zou kunnen. Corona ging al veel eerder rond en dat is nu wetenschappelijk aangetoond.
En onderzoek van de Universiteit van Hamburg geeft sterke aanwijzingen dat de herkomst van het coronavirus niet via natuurlijke weg op mensen is overgegaan. De eerste besmettingen zijn waarschijnlijk toch afkomstig van een ongeluk in het Wuhan laboratorium dat al eerder verdacht werd. De Duitse onderzoekers richten zich nu op een open internationaal debat over de kwestie.
Het coronavirus was al eerder in de VS en in China aanwezig dan tot nu toe officieel werd gecommuniceerd. Onderzoek van bloedmonsters uit verschillende Amerikaanse staten uit december 2019 toont antilichamen aan. Die moeten afkomstig zijn van mensen die al minstens weken daarvoor ziek waren. Lees hier meer.
Verder herbergen vleermuizen in de grensgebieden van Zuid- en Zuidwest-China meerdere coronavirussen, inclusief naaste verwanten van Sars-CoV-2, dat Covid-19 veroorzaakt. Ook die kunnen oversteken naar mensen. Dat zei Dr. Shi Zhengli van het Wuhan Institute of Virology in The Guardian.
Maar de weg van vleermuis naar mens is nog steeds niet duidelijk, mogelijk nu nog mistiger.
Vaccins
Op dit moment is veel aandacht gericht op de ontwikkeling van vaccins. Verschillende daarvan zijn in december (2020) beschikbaar gekomen en inmiddels zijn de vaccins van Pfizer en Moderna voor Europa goedgekeurd. Afhankelijk van het type, zal de uitrol en distributie daarvan nog de nodige uitdagingen met zich meebrengen.
Astra Zeneca kan niet de beloofde aantallen leveren en heeft een conflict met de Europese Unie. Ook zijn er vraagtekens over de werking van het vaccin bij ouderen. De Duitse autoriteiten raden momenteel af om ouderen met het AstraZeneca vaccin te gaan vaccineren. In Zuid-Afrika wordt het vaccin voorlopig helemaal niet gebruikt omdat het volgens de laatste onderzoeken niet effectief genoeg is tegen de Zuid-Afrikaanse variant.
Veel mensen zijn ook nog afwachtend of de uitzonderlijk snel ontwikkelde vaccins ook veilig zijn.
Inmiddels is ook het Chinese vaccin van Sinovac beschikbaar, wat ook voor Brazilië belangrijk is. Maar uit de laatste tests blijkt dat het vaccin veel minder effectief is dan in eerste instantie werd aangegeven. Dat meldt CNN.
In het Verenigd Koninkrijk zijn bij de start van de vaccinatie in enkele gevallen allergische reacties opgetreden. Het advies is nu om mensen met een sterke allergische geschiedenis niet te vaccineren. Mensen van wie bekend was dat ze allergisch zijn voor componenten van het virus waren uitgesloten van de tests.
Maar met de beschikbaarheid van vaccins is het probleem nog niet opgelost. Naast de operatie om grote delen van de bevolking in te enten, is er het risico van gedragsverandering. Geen enkel vaccin werkt 100%. Mensen bij wie het niet werkt, kunnen geïnfecteerd raken en anderen besmetten, maar tegelijk zich gedragen alsof ze veilig zijn. Dat kan de besmettingskans verhogen, vooral bij mensen die nog niet gevaccineerd zijn. Sommige vroeg gevaccineerden kunnen zo superverspreiders worden.
Daarnaast kan het virus sneller gaan muteren als gevolg van de vaccinaties, meldt dit artikel. De vroegste mutaties van corona hadden tot voor kort nauwelijks invloed op de mate van verspreiding of de gevolgen van een besmetting. De zogenaamde Engelse en Zuid-Afrikaanse mutaties lijken aanzienlijk besmettelijker, maar dat is nog niet wetenschappelijk bewezen.
Pfizer meldde op 9 november dat haar vaccin 90% effectief is gebleken in de laatste test. Vooralsnog heeft het bedrijf weinig details bekendgemaakt. Wel weten we inmiddels dat het vaccin tot een jaar bescherming zou moeten bieden, dat er twee vaccinaties nodig zijn en dat het serum bij - 80 graden bewaard moet worden. Dat gaat veel problemen opleveren bij de distributie.
Kort daarna maakte Moderna bekend dat haar vaccin - dat erg lijkt op dat van Pfizer - een nog hogere bescherming laat zien in de tests: 94,5%. Voordeel van het Moderna vaccin is dat het op lagere temperatuur bewaard en vervoerd kan worden.
Het vaccin van AstraZenica, waar ook Nederland haar bestelling heeft uitstaan is inmiddels aangemeld voor goedkeuring in de EU. Het vaccin moest eerder een nieuwe testfase ingaan, na eerdere meldingen van positieve resultaten. Over de manier waarop die resultaten werden behaald was het bedrijf niet volledig transparant en er zijn vragen gerezen over de methodiek en de rapportage. Daardoor kan de introductie van het vaccin wellicht enkele maanden vertraging oplopen. De tests zijn begin september ook al onderbroken, omdat een van de proefpersonen een ontsteking in het ruggenmerg zou hebben opgelopen. De tests zijn inmiddels hervat. Het bedrijf is schimmig in de communicatie over de reden van stopzetten: een virale ontsteking in het ruggenmerg van een van de testpersonen. Ook tests bij Johnson & Johnson waren korte tijd gepauzeerd.
Immuniteit
Nieuw onderzoek dat 6 januari is vrijgegeven suggereert dat bij de meeste mensen een robuuste immuunrespons op het virus minstens acht maanden aanhoudt - en er zijn goede aanwijzingen dat het zelfs jaren kan duren. Dat publiceerde Gizmodo. Sommige onderzoeken hadden ook gesuggereerd dat de antilichaamspiegels tegen het virus binnen drie maanden aanzienlijk kunnen dalen.
Maar antilichamen zijn niet de enige bron van immuniteit die we krijgen tegen ziektekiemen zoals het coronavirus. En, tot dusverre, lijken bevestigde verslagen van herinfectie nog steeds zeldzaam. Deze nieuwe studie, gepubliceerd in Science, lijkt de meest actuele kijk te geven op hoe onze immuunreacties op het virus in de loop van de tijd veranderen - en het oordeel is grotendeels positief.
Wie heeft ingezet op groepsimmuniteit moet zich nog maar eens achter de oren krabben. Een uitgebreide studie uit Spanje, die is gepubliceerd in The Lancet, bevestigt nu (6 juli) dat er uiteindelijk na 4 maanden van pandemie slechts 5% van de bevolking antilichamen heeft ontwikkeld. Om groepsimmuniteit te bereiken werd in eerste instantie uitgegaan van een niveau van 60%. Om dat te bereiken zou je de pandemie ongeremd haar gang moeten laten gaan, met alle gevolgen van dien. Meer hierover lees je ook bij CNN.
Maar in december kwam Dr Anthony Fauci, de Amerikaanse viroloog, met een aangepaste schatting dat 75% of meer van de bevolking immuniteit zou moeten ontwikkelen. Hoe lang het duurt voor dat een dergelijk niveau bereikt kan worden zei hij er niet bij...
Frans onderzoek suggereert dat ook na een lichte covid er al immuniteit optreedt. Ook zijn eerste resultaten van onderzoek in Zweden naar de aanwezigheid van antilichamen tegen covid-19 bekend. 'Waarschijnlijk is de immuniteit langdurig, omdat het virus genetisch stabiel is', zegt Tomas Bergström, hoogleraar klinische microbiologie in Dagens Nyheter. Wel blijven er vraagtekens bestaan of iedereen die geïnfecteerd raakt antistoffen krijgt en hoe lang je immuun bent. Volgens Gunilla Karlsson Hedestam, hoogleraar vaccinimmunologie, zijn er meer onderzoeken nodig om te zien of mensen met milde of geen symptomen antilichamen ontwikkelen.
Ook Dr John Campbell meldt op Youtube dat patiënten immuniteit ontwikkelen en niet 2x besmet kunnen raken. Zij kunnen dus bijdragen aan groepsimmuniteit.
Mensen die besmet zijn geweest met het coronavirus en milde klachten hadden, zouden daarna niet automatisch immuun zijn. Dat zei RIVM-baas Jaap van Dissel op 8 april in een briefing in de Tweede Kamer. Een groep zou mogelijk geen immuniteit opbouwen na milde coronaklachten. Dat publiceerde NU.nl.
Om immuniteit vast te stellen moet de aanwezigheid van antilichamen in het bloed worden gemeten. Volgens The Independent (29 april) heeft farmabedrijf Abbott nu een test ontwikkeld en op de markt gebracht waarvoor het 99% nauwkeurigheid claimt.
Besmetting en herinfectie
Recent onderzoek door het Amerikaanse CDC suggereert dat meer dan de helft van het aantal besmettingen met corona worden veroorzaakt door asymptomatische personen, besmette mensen die geen ziekteverschijnselen vertonen. Dat meldt de Washington Post. Besmettingen vinden deels plaats voordat patiënten ziekteverschijnselen vertonen, maar iets meer nog door personen die helemaal niet ziek worden. Als de cijfers kloppen maakt dat het volgen van de richtlijnen nog crucialer om de pandemie in te dammen.
In augustus 2020 is voor het eerst een herinfectie bewezen bij iemand die al eerder met corona was geïnfecteerd. Dat melden op 24 augustus meerdere bronnen, waaronder de NOS. Het bewijs kon worden gevoerd omdat het virus van de tweede infectie van een andere stam bleek. Daarmee staat de theorie van groepsimmuniteit op losse schroeven. Inmiddels zijn er meerdere gevallen bekend, maar herbesmettingen blijven uitzonderingen.
Discussie over mondkapjes
Het dragen van mondkapjes was oorzaak van veel discussie. Die lijkt nu te kunnen worden gesloten op basis van nieuw onderzoek, dat gepubliceerd is door het New England Journal of Medicine NEJM. Daarin wordt geconcludeerd dat zowel het risico op infectie wordt verminderd door het dragen van een mondkapje, maar ook dat als er infectie plaatsvindt, deze als gevolg van een lichtere virusconcentratie, minder schadelijk is.
De effectiviteit van mondkapjes wordt ook bevestigd door de Washington Post. Die krant bericht over een onderzoek waaruit blijkt dat naarmate het aantal mensen dat een mondkapje draagt groter is, die mensen minder personen kennen die met corona zijn besmet. Die correlatie wordt ook bevestigd door besmettingscijfers in de verschillende staten.
Het dragen van mondkapjes wordt des te belangrijker als we ook kijken naar het effect van zogenaamde super-spreaders, mensen die extreem veel anderen besmetten door hun gedrag. 20% van de geïnfecteerden kunnen verantwoordelijk zijn voor 80% van het aantal besmettingen. Juist het dragen van een mondkapje kan de effecten van super-spreading beperken. Die kennis stelt ook een eenzijdige aanpak gericht op het terugbrengen van de R0 waarde ter discussie. R0 is namelijk gebaseerd op het gemiddelde. Maar de gemiddelde besmette infecteert nauwelijks anderen. Het zijn juist de extreme gevallen die moeten worden opgespoord, en desnoods gedwongen moeten worden zich aan de maatregelen te houden.
En een anekdote over mondkapjes: de overheid had een patroon voor mondkapjes op haar website geplaatst. Maar dat paste niet, de dienstdoende ambtenaren waren kennelijk niet in staat om de maten in inches correct om te rekenen naar centimeters. De maten zijn inmiddels aangepast.
Algemeen
De ziekte die veroorzaakt wordt door het dodelijke coronavirus 2019-nCoV dat zich wereldwijd als een pandemie verspreidt, heet COVID-19. Het virus zelf wordt door wetenschappers SARS-CoV-2 genoemd.
Het virus verspreidt zich sinds begin 2020 door de wereld. Halverwege het jaar zijn de zwaarst getroffen landen de VS (6,6 miljoen besmettingen), Zuid Amerika, Azië en Afrika. De VS, Rusland, Brazilië en India zijn samen goed voor bijna 50% van de bijna 54 miljoen (stand 15 november) wereldwijd geregistreerde besmettingen. De grens van 1 miljoen officieel getelde doden is gepasseerd.
Buiten Europa valt op dat het aantal dodelijke slachtoffers in Afrika veel lager is dan werd gevreesd. Dit artikel bespreekt mogelijk oorzaken daarvoor.
Het is waarschijnlijk dat de uitbraak tot een pandemie kon uitgroeien doordat de centrale regering in Peking wekenlang in het ongewisse werd gelaten door lokale functionarissen in centraal China over de uitbraak van het coronavirus. Dat stellen Amerikaanse inlichtingendiensten in een intern rapport.
Het rapport concludeerde dat functionarissen in de stad Wuhan en in de provincie Hubei, waar de uitbraak eind vorig jaar begon, informatie probeerden te verbergen voor de centrale leiding van China. De bevinding komt overeen met berichtgeving door nieuwsorganisaties en met beoordelingen door Chinese experts van het ondoorzichtige bestuurssysteem van het land.
Lokale functionarissen houden vaak informatie achter uit angst voor represailles, zeggen huidige en voormalige Amerikaanse functionarissen tegen de New York Times.
Het valt verder op dat de discussie over de herkomst van het virus sinds eind mei 2020 vrijwel volledig uit de media verdwenen is.
Bij de meeste mensen nestelt het virus zich in de bovenste luchtwegen. Het komt daar door besmetting via uitgeademde vochtdruppeltjes van besmette personen of via het aanraken van besmette oppervlakken. Er is ook steeds meer bewijs dat virussen langer in de lucht blijven hangen aan heel kleine deeltjes, aerosolen. Daarvan is een grote groep wetenschappers overtuigd en die publiceerden hun bevindingen in een open brief. De WHO ontkende die mogelijkheid, maar heeft die nu ook erkend. Ook eigen onderzoek van het RIVM heeft de mogelijkheid van de verspreiding van virus in aerosolen bevestigd.
Halveren van de onderlinge afstand tussen mensen verdubbelt in het algemeen het risico op besmetting. Dat is de uitkomst van onderzoek dat werd gepubliceerd in The Lancet. Ook concludeert het onderzoek dat het gebruik van mondmaskers het risico van besmetting kan reduceren. Dat is logisch nu is vastgesteld dat het virus ook via aerosolen kan worden verspreid.
Mensen hoeven geen ziekteverschijnselen te vertonen om besmettelijk te kunnen zijn. Er wordt rekening mee gehouden dat mogelijk de helft van het aantal besmette personen geen symptomen vertoont (asymptomatisch is).
Bij een kleine groep kan het virus verder in het lichaam doordringen dan de bovenste luchtwegen, en via de bloedsomloop meerder organen aantasten, waaronder longen, hart en ook de hersenen. Er zijn concrete aanwijzingen dat het virus via de bloedsomloop de hersenen kan bereiken. Dat melden het Karolinska Universiteitsziekenhuis (Tip: lees met Chrome en translator) en The Lancet.
Covid-19 kan leiden tot een hele reeks van klachten. De belangrijkste zijn kortademigheid, vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn, aantasting van de spijsvertering en misselijkheid, ontwikkeling van bloedstolsels. In zeer ernstige gevallen kunnen deze leiden tot ziekenhuisopname en overlijden.
Herstel vaak langdurig en zwaar, herinfecties aangetoond
Inmiddels ontstaan er steeds meer ervaringsgegevens van patiënten die herstellen van een besmetting. Daarin wordt melding gemaakt van een extreem langdurig proces met een veelvoud aan klachten die normaal functioneren vrijwel onmogelijk maken. Dat komt ook juist voor bij patiënten bij wie het ziektebeeld in eerste instantie licht tot matig werd genoemd. Het is dan de vraag of hier sprake is van een herstel, of juist van de ziekte zelf. Lees meer in het artikel 'Herstel na COVID soms zwaarder dan de ziekte zelf'.
Tijdens deze periode komen ook veel stress-gerelateerde klachten voor. Een recent artikel in Molecular Psychiatry beschrijft de rol van ACE2-receptoren hierbij, die door het coronavirus worden aangetast.
Inmiddels zijn er ook voldoende aanwijzigingen voor steeds frequenter voorkomende herinfecties met Covid. Om hoeveel gevallen het precies gaat, en of het gaat om mutaties van het virus, is moeilijk vast te stellen, omdat eerdere infecties vaak niet zijn gedocumenteerd: mensen zijn niet getest bij een eerste infectie, of de testmaterialen zijn vernietigd.
Geen griep
Na enkele maanden ervaring met Covid ontstaat er een consensus dat het algehele risico om te overlijden voor degenen die besmet zijn met de ziekte ongeveer 6 of 7 op de 1.000 is. De Centers for Disease Control and Prevention hebben hun "beste schatting" van het sterftecijfer in juli naar boven bijgesteld van 0,26% naar 0,65%. Ook een bijgewerkte meta-analyse van alle beschikbare onderzoeken door Australische onderzoekers Gideon Meyerowitz-Katz en Lea Merone komt uit op 0,68%.
De kans om aan Covid te overlijden is daarmee ongeveer 10 x zo groot als de kans op overlijden aan een gewone griep. Meer details hierover kun je lezen bij Bloomberg.
Behandelen van COVID-19
Het Zuid-Koreaanse Celltrion heeft en klinische fase II / III-studie afgerond van het Covid-medicijn CT-P59, waarin de veiligheid en werkzaamheid werden geëvalueerd. CT-P59 behandelt Covid-19 met monoklonale antilichamen die de hersteltijden van COVID-19 verbeteren en de progressie van COVID-19 verminderen bij patiënten met milde tot matige en matige symptomen. Bij meer dan 50% van de patiënten trad verbetering op. De ziekteperiode werd korte en de verschijnselen minder sterk. De studie is gepubliceerd in Nature Communications.
Uit een onderzoek bij fretten blijkt dat dagelijkse toepassing van een neusspray infectie met Covid kan voorkomen. Uit verder onderzoek moet blijken of de methode even effectief is bij mensen.
Op 15 oktober publiceerde de WHO de resultaten van een grootschalig onderzoek, de Solidarity Trial, naar een aantal experimenteel ingezette geneesmiddelen. Behandelingen met Remdesivir, Hydroxychloroquine, Lopinavir en Interferon bleken weinig of geen effect te hebben op COVID-19 bij behandeling in het ziekenhuis. Dat blijkt uit de totale mortaliteit, het begin van de beademing en de duur van ziekenhuisopname.
Ontstekingsremmer en immuunsysteem-onderdrukker Dexamethason blijkt effectief om zware covid-gevallen te verlichten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek dat is gepubliceerd in Nature.
Pharming Group, een farmaceutisch bedrijf uit Leiden, gaat het middel Ruconest uitgebreid testen. De medicijn werkt mogelijk tegen ernstige symptomen als gevolg van een besmetting met het coronavirus (COVID-19). De resultaten van een eerste proef met vijf patiënten noemt Pharming "bemoedigend".
Ook het medicijn remdesivir lijkt resultaten te geven bij zware COVID-19 patiënten. Dat meldt CNN op 17 april. Remdesivir werd oorspronkelijk voor de behandeling van ebola ontwikkeld, maar was daarvoor onvoldoende effectief.
Het MIT werkt aan een medicijn dat het coronavirus zodanig inpakt dat het de longen van de mens niet kan binnendringen. Het gaat om een stukje proteïne (peptide) dat menselijk eiwit nabootst en zich zo aan het virus bindt, dat daardoor onschadelijk wordt gemaakt.
En de EU steekt 80 miljoen in de Duitse onderneming CureVac die een vaccin tegen COVID-19 ontwikkelt. Dat meldt de NOS. Het bedrijf kwam eerder in het nieuws toen Donald Trump het bedrijf wilde overnemen om het vaccin exclusief voor de VS te verwerven.
Amerikaanse artsen onderzoeken of een overreactie van het eigen immuunsysteem van mensen behandeld kan worden met bestaande medicijnen. Dat schrijft de New York Times in dit artikel. De cytokine storm, zoals de reactie wordt genoemd, zou behandeld kunnen worden met tocilizumab, een middel dat wordt gebruikt tegen een overactief immuunsysteem.
Statistieken interpreteren
Let op bij het interpreteren van statistische gegevens: het aantal besmettingen per land bijvoorbeeld zegt niet zo veel, omdat in elk land anders wordt gemeten en getest. Duitsland test bijvoorbeeld heel veel mensen, waardoor het verschil tussen het aantal echte besmettingen en het geregistreerde aantal er kleiner zal zijn. In Nederland zal dat juist omgekeerd zijn.
Nu er meer wordt getest zullen ook de aantallen geregistreerde besmettingen snel toenemen. Dit gebeurt net op het moment dat veel grenzen weer open gaan. Dat maakt het moeilijk om in te schatten wat het effect van open grenzen op het aantal besmettingen is.
Een ander punt is het aantal overleden patiënten als gevolg van een coronabesmetting. Die aantallen kunnen pas definitief worden vastgesteld wanneer we de afwijking van sterftecijfers tijdens de pandemie kunnen vergelijken met de normale curves. De cijfers die nu gepubliceerd worden zijn alleen sterfgevallen die officieel in ziekenhuizen en laboratoria worden vastgesteld. De Washington Post geeft hiervan een goede uitleg.
De Financial Times publiceerde een uitgebreid overzicht met verschillende statistieken die meer inzicht opleveren. Onder andere een vergelijking van totale sterftecijfers per land met voorgaande jaren, wat een meer realistisch beeld geeft van het werkelijke sterftecijfer als gevolg van corona. Tevens geeft het overzicht cijfers van grote steden.
De Duitse Universiteit van Göttingen publiceerde een onderzoek, dat laat zien dat het werkelijke aantal besmettingen veel hoger ligt dan de officiële cijfers. Instanties zouden maar 6% van het werkelijke aantal besmettingen in beeld hebben. Nieuwe schattingen daarover variëren van 20 tot 40%.
Het Zweedse Expressen meldt dat de Deense cijfers, waarop een lockdown werd gebaseerd, niet kloppen. Terugrekening laat zien dat de R0 waarde ten tijde van de maatregel in werkelijkheid veel lager lag dan gecommuniceerd, en sindsdien nauwelijks is gezakt. Op 24 juli meldde het Zweedse Dagens Nyheter dat de Deense premier Mette Frederiksen heeft gelogen toen ze zei dat de lockdown was ingesteld op advies van de Deense gezondheidsdienst. Die was tegen een lock-down.
Ook uit wetenschappelijke hoek in Nederland klinkt kritiek op de coronamaatregelen van het kabinet. "Als je terugkijkt in de statistieken dan weten we dat de 'intelligente lockdown' niet nodig was geweest", zegt Ira Helsloot, hoogleraar Besturen van Veiligheid aan de Radboud Universiteit, tegen de NOS. De Nederlandse cijfers zijn vergelijkbaar met de Deense.
Landen met een strikte lockdown lijden economisch grotere schade, en lijken vatbaarder voor een tweede golf na het versoepelen van de maatregelen. Een indicatie daarvoor is de situatie eind juli in Zweden: de laagste economische schade in Europa, en nog steeds daling van het aantal besmettingen.
Herkomst nog niet bekend
Over de herkomst van het virus is nog steeds geen echte duidelijkheid, al komen er wel steeds meer signalen dat menselijk ingrijpen een rol speelt. Dat beschrijven we in dit artikel. Dat concludeert dat we nog steeds niet kunnen uitsluiten dat het virus afkomstig is van menselijk ingrijpen, ondanks dat grote delen van de pers dit zonder valide motivatie afdoen als samenzweringstheorie.
Volgens de Noorse wetenschapper Birger Sørensen is het coronavirus zeer waarschijnlijk ontstaan door menselijk ingrijpen. Hij laat zien hoe eigenschappen van verschillende virussen in één virus terecht kunnen komen, dat de eigenschappen heeft van SARS-CoV-2. En hij toonde de mogelijkheid van een onbedoelde ontsnapping van die virussen uit een lab aan. Hoe gebrek aan transparantie door de Chinezen verder bijdraagt aan de verwarring kun je in dit artikel lezen.
Het virus was aanwezig in het Wuhan Institute for Virology, het instituut ontving formeel geld voor onderzoek naar de overdracht van het virus tussen dieren en uiteindelijk op mensen, en voorlopers van het virus waren er al sinds 2012 aanwezig. Bovendien werd de werkwijze in de instelling door de Amerikaanse inlichtingendiensten als potentieel onveilig betiteld.
Al die tijd stond het onderzoek onder leiding van Shi Zheng-li, die inmiddels verdwenen lijkt.
Ook weerlegt Latham het 'bewijs' van Andersen et al als zou het virus op natuurlijke wijze door dieren zijn overgebracht.
Latham vestigt zijn hoop op journalisten om de conflicterende belangen bloot te leggen die onafhankelijk onderzoek in de weg staan.
Onderzoekers van Cornell University betwijfelden al eerder een volledig natuurlijke ontwikkeling van het virus. Zij schrijven: "We gebruikten een benadering voor het modelleren van structurele homologie om het SARSCoV2-spike-eiwit te karakteriseren en de bindingssterkte ervan aan de menselijke ACE2-receptor te voorspellen. Vervolgens hebben we het mogelijke transmissiepad onderzocht waarmee SARSCoV2 mogelijk naar mensen is overgestoken door modellen van ACE2-receptoren van relevante soorten te construeren en de bindingsenergie van SARSCoV2-spike-eiwit aan elk te berekenen ... Over het geheel genomen geven de gegevens aan dat SARSCoV2 uniek is aangepast om mensen te infecteren, wat vragen oproept of het in de natuur is ontstaan door een zeldzame kans of dat de oorsprong ergens anders ligt."
Dat ook de grote stelligheid waarmee sommige wetenschappers menen te kunnen beweren dat het virus onmogelijk door menselijk ingrijpen kan zijn ontstaan, is misplaatst en misleidend. Dat kun je ook opmaken uit het al eerder aangehaalde artikel uit Newsweek van 27 april. Daarin wordt onder andere aangehaald hoe oorspronkelijk menselijk ingrijpen in DNA kan worden verdoezeld, door gemanipuleerde genen in dieren over te brengen, ze daar een aantal generaties te laten muteren, en ze vervolgens weer te onderzoeken.
Dat soort onderzoek werd ook in Nederland gedaan door Ron Fouchier van het Erasmus Medisch Centrum. Dat onderzoek werd destijds al zo gevaarlijk geacht dat publicatie lang werd tegengehouden.
Virus toch uit lab ontsnapt?
Hoewel het eerder met grote stelligheid werd ontkend, blijkt de ontsnapping van het virus uit het Wuhan Institute of Virology toch een reële mogelijkheid als oorzaak voor de pandemie. Dat blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse leger-inlichtingendienst DIA, zo meldt Newsweek op 27 april.
De Washington Post had al eerder diplomatieke berichten in handen over Amerikaanse functionarissen die al in januari 2018 alarm hebben geslagen over mogelijke veiligheidsinbreuken in een laboratorium in Wuhan, China. Diplomaten en wetenschappers maakten zich toen al zorgen over de veiligheid van het onderzoek naar coronavirussen bij dieren als vleermuizen, dat in het lab werd uitgevoerd. Slordige veiligheidsprotocollen voor het werken met besmettelijke virussen in het laboratoriumzouden 'een risico vormen voor een nieuwe SARS-achtige pandemie'. Het bericht brengt de mogelijkheid dat het virus per ongeluk uit het laboratorium is gelekt opnieuw in beeld.
Oudere informatie
Hieronder volgt eerder gepubliceerde informatie die niet meer wordt vernieuwd.
Blijven bewegen kan longontsteking voorkomen
Beweging klinkt als het laatste wat iemand moet doen nadat hij positief is getest op COVID-19, maar fysiotherapeuten van UW Medicine zeggen dat bewegen van cruciaal belang is om een van de dodelijkste bijwerkingen van de ziekte te voorkomen. Het team werkte gedurende enkele weken aan korte oefenvideo's speciaal voor COVID-19-patiënten. De meeste zijn eenvoudige bewegingen, zoals het gebruik van een rietje om op een kopje te blazen en het over een tafel te bewegen, benen strekken aan het einde van het bed of oefeningen om de borst te openen.
Besmetting mens op dier
Op twee nertsenbedrijven in Gemert-Bakel en Laarbeek zijn besmettingen van COVID-19 bij verschillende nertsen geconstateerd. Dat meldt het ministerie LNV op 26 april. De nertsen vertoonden diverse ziekteverschijnselen waaronder ademhalingsproblemen. Er is onderzoek ingesteld om de bron van de besmettingen te achterhalen. Omdat enkele medewerkers bij beide bedrijven verschijnselen van het coronavirus hadden, wordt uitgegaan van een besmetting van mens op dier. Uit eerder onderzoek blijkt dat fretachtigen, en daarmee ook nertsen, gevoelig zijn voor besmetting met COVID-19. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat landbouwdieren of huisdieren een rol spelen in de verspreiding van COVID-19. Het ministerie laat verder onderzoek doen.
Inmiddels zijn er besmettingen op meerdere nertsenbedrijven aangetroffen en zijn bedrijven geruimd.
Mutaties
Virussen muteren tijdens de overdracht tussen dragers. De meeste mutaties hebben geen grote gevolgen voor de aard van de infectie, en doorgaans worden virussen zwakker door mutatie. Dat wordt nu ook bevestigd door onderzoek van de Universiteit van Göteborg. Bloomberg meldt op 20 mei dat er in Noord China een mutatie van het coronavirus lijkt voor te komen die het verloop van de ziekte Covid-19 verandert. De ziekte zou langer duren, vooral de longen aantasten en het duurt langer voor dat patiënten negatief testen. Het zou gaan om een variant die uit Rusland komt.
Inmiddels is ook sprake van een nieuwe mutatie, G614, die in Europa en vooral de VS voorkomt. Deze is besmettelijker dan het oorspronkelijke virus, maar voor zover nu bekend, niet gevaarlijker.
Luchtvervuiling en overgewicht verhogen sterftekans
Wie in een regio met een hoge mate van luchtvervuiling besmet raakt heeft een aanzienlijk hogere sterftekans, laat onderzoek zien. Ook tonen kaarten die gebieden tonen met sterke luchtvervuiling opvallende overeenkomsten met de zwaarst besmette gebieden: steden in China, Lombardije in Italië, Noord-Brabant in Nederland. Er is een direct verband: COVID-19 tast de luchtwegen sterk aan. Wie al aangetaste of zwakke luchtwegen heeft loopt groter risico en zal eerder en / of heftiger door de ziekte worden getroffen.
Ook lijken stofdeeltjes in vervuilde lucht de verspreiding van het virus te bevorderen. Dat kun je lezen in The Economist.
Inmiddels blijken meer dan 80% van de opgenomen IC patiënten overgewicht te hebben. Een verklaring daarvoor geeft het UMCG in het Dagblad voor het Noorden: Het virus is specifiek dol op ACE2-receptoren in de longen. Het grijpt zich aan dit eiwit vast en dringt vervolgens de longcellen binnen. Hoe meer vetweefsel, des te meer ACE2-receptoren, des te meer plek voor het virus om schade aan te richten.
China hield opzettelijk bewijs achter van de uitbraak van het coronavirus of vernietigde dit. Dat meldt de Australische krant The Saturday Telegraph op 2 mei. Die krant kreeg een rapport van samenwerkende inlichtingendiensten Five Eyes in handen. Dat spreekt volgens de krant over een "aanval op internationale transparantie" die tienduizenden levens kostte.
Het rapport stelt dat de Chinese regering "met gevaar voor andere landen" het nieuws over het virus heeft verdoezeld. Artsen die zich hierover uitspraken werd het zwijgen opgelegd of verdwenen, bewijs uit laboratoria werd vernietigd en het land weigerde om levende monsters te verstrekken aan internationale wetenschappers die werken aan een vaccin.
Ook meldt de krant dat met steun van de Australische regering een team van Chinese wetenschappers is opgeleid en gefinancierd die dodelijke coronavirussen genetisch veranderde zodat die van vleermuizen op mensen konden worden overgedragen en die niet konden worden genezen. Die studie is nu het onderwerp van onderzoek naar de oorsprong van COVID-19.
Virus blijft in leven op verschillende oppervlakken
Het virus kan in leven blijven in de lucht en op verschillende oppervlakken. Dat melden onderzoekers van Princeton University. In aerosolen is dat tot 3 uur, op koper tot 4 uur, tot 24 uur op karton en tot 2-3 dagen op plastic en roestvrij staal. Ook dit artikel wacht nog op een peer review. Deze informatie onderstreept het grote belang van persoonlijke hygienemaatregelen.
Inmiddels heeft het RIVM aangegeven dat de kans op besmetting via oppervlakken klein is, als de hygienemaatregelen worden opgevolgd.
Overigens verwijderde de WHO op 17 maart de mededeling van haar website dat pakketten uit China veilig zijn.
Het begin van de corona uitbraak
In januari 2020 komen de eerste berichten naar buiten over de uitbraak van een nieuwe virusinfectie in Wuhan, China. Die uitbraak blijkt al in december 2019 te zijn begonnen, maar werd door de Chinese overheid stil gehouden.
In februari heeft de Chinese overheid een nieuwe manier van registreren geïntroduceerd, waardoor de cijfers over het aantal besmettingen en de sterfgevallen moeilijker vergelijkbaar werden met eerder gepubliceerde data.
Berichten tijdens het begin van de uitbraak zeiden dat het virus mogelijk afkomstig zou zijn uit een laboratorium in de stad Wuhan, dat onderdeel uitmaakt van een geheim programma voor biologische wapens in China. Dat schreef de Washington Times op 26 januari 2020.
Er is echter tot nu toe geen bewijs voor elk van de veronderstellingen over het ontstaan, de samenstelling en de verspreiding van het nieuwe virus. Overal ter wereld zoeken wetenschappers naar antwoorden op de vele vragen. De onduidelijkheid leidt tot nieuwe vragen. Uit nieuw onderzoek komt wel een besmetting door proefdieren uit het eerder aangewezen laboratorium in Wuhan in beeld. Er is echter geen relatie met biowapens gevonden.
Inmiddels is er wel een relatie gevonden met eerder onderzoek op basis van het SARS coronavirus, waarbij de werking van het virus kunstmatig werd versterkt. Daar lees je hier meer over.
De Chinese overheid werkte onduidelijkheid zelf in de hand, door wetenschappers in vroeg stadium vitale informatie te onthouden. Zo werd de Huanan vismarkt in Wuhan als bron voor de eerste infecties aangewezen, maar gaf de Chinese overheid geen enkele informatie over hoe, of via welk dier het virus zou zijn overgebracht. Er is zelfs geen informatie of er überhaupt dieren zijn onderzocht op het virus, terwijl deze informatie van cruciaal belang is voor het onderzoek naar de oorsprong van het 2019-nCoV virus. The Epoch Times doet hiervan uitgebreid verslag.
Onderdeel van het verslag is een beschrijving van onderzoek naar Coronavirussen in het Wuhan Institute of Virology, en hoe deze virussen na mutatie groter gevaar opleveren voor mensen. De virussen stammen af van vleermuizen, maar kunnen niet rechtstreeks mensen besmetten. Daarvoor is een ander dier noodzakelijk, als gastheer. Er bestaat nu een serieuze verdenking dat mogelijk proefdieren uit het laboratorium de dragers zijn. Het achterhouden van informatie hierover door de Chinese overheid wordt door The Epoch Times bestempeld als een mogelijke internationale cover-up van de daadwerkelijke oorzaak van de epidemie.
Eerder werd geschreven over een paper uit India waarin 2019-nCoV werd gelinkt aan HIV, dat na publieke discussie werd teruggetrokken. De uitspraken bleken gebaseerd op een onzorgvuldige conclusie op basis van te weinig data.
Er zijn grote overeenkomsten met bestaande virussen die in vleermuizen voorkomen, maar de analyse van de mutaties om van deze virussen naar 2019-nCoV in mensen te komen vertoont nog flinke witte vlekken. Dat komt mede doordat er geen materiaal beschikbaar is dat afkomstig is van de eerste besmette mensen op de markt.
De op dit moment meest waarschijnlijke uitkomst van het onderzoek zover is dat er oorspronkelijk één enkele persoon besmet is geraakt en dat het virus via deze persoon (en mogelijke tussenstappen) op de vismarkt in Wuhan terecht is gekomen. Dat meldt Science Magazine.
Radio Free Asia heeft de week voor de publicatie van de Washington Times een televisiereportage uit 2015 uitgezonden over het meest geavanceerde laboratorium voor virusonderzoek van China, het Wuhan Institute of Virology. Het laboratorium is voor zover bekend de enige locatie in China die met dodelijke virussen kan werken.
Biowapen niet waarschijnlijk als bron van corona
Kort na het bekend worden van de uitbraak gingen er geruchten rond dat het virus het product van ontwikkeling van biowapens zou zijn. De Washington Post publiceerde daarop een artikel met reacties van verschillende experts. Zij achten het onwaarschijnlijk dat het 2019-nCoV coronavirus afkomstig is van onderzoek naar biologische wapens.
Chinese autoriteiten zeggen nog steeds dat ze de oorsprong van het coronavirus niet kennen.
[ Update ] Verder onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) naar de herkomst van coronavirus SARS-CoV-2 is stilletjes opgeschort. Pogingen om onderzoek te doen in China leveren nog steeds problemen op. Een belangrijk twistpunt was het onderzoek naar een "laboratoriumlek"-scenario in het eerste rapport van de WHO. De hypothese dat het virus uit een Chinees laboratorium was ontsnapt, werd "uiterst onwaarschijnlijk" geacht. Om toekomstige uitbraken te voorkomen is het belangrijk te begrijpen hoe het virus mensen voor het eerst heeft besmet.
In januari 2021 reisde een internationaal team van deskundigen, bijeengeroepen door de WHO, naar Wuhan, China, waar het virus dat COVID-19 veroorzaakt voor het eerst werd ontdekt. Samen met Chinese onderzoekers beoordeelde het team bewijsmateriaal over wanneer en hoe het virus mogelijk is ontstaan. Fase één was bedoeld om de basis te leggen voor een tweede fase van diepgaande studies om precies vast te stellen wat er in China en elders is gebeurd.
Maar twee jaar na die spraakmakende reis heeft de WHO haar plannen voor fase twee opgegeven. "Er is geen tweede fase", vertelde Maria Van Kerkhove, epidemioloog bij de WHO in Genève, Zwitserland, aan Nature. "De politiek over de hele wereld belemmerde echt de vooruitgang in het begrijpen van de oorsprong," zei ze.
Onderzoekers zijn bezig een tijdlijn vast te stellen voor de eerste verspreiding van het virus. Maar ze zeggen dat er te veel tijd is verstreken om de gegevens te verzamelen die nodig zijn om de oorsprong van het virus vast te stellen.
Plannen gedwarsboomd
Veel onderzoekers zijn niet verbaasd dat de plannen van de WHO zijn gedwarsboomd. Begin 2020 deden leden van de toenmalige regering van de Amerikaanse president Donald Trump ongefundeerde beweringen dat het virus afkomstig was uit een Chinees laboratorium, en Amerikaanse inlichtingenfunctionarissen zeiden later dat ze een onderzoek waren begonnen.
Temidden van de sudderende vijandigheid tussen de twee grootmachten, verzochten de WHO-lidstaten in mei 2020 dat het agentschap een wetenschappelijk onderzoek zou instellen om vast te stellen hoe de pandemie is begonnen. Hoewel China instemde met de missie, liepen de spanningen hoog op toen de WHO-groep naar Wuhan vertrok, en de medewerking van China verdampte snel.
In het verslag van maart 2021 concludeerde het team dat het "uiterst onwaarschijnlijk" was dat het virus per ongeluk uit een laboratorium was ontsnapt.
Chinese ambtenaren verwierpen vervolgens de plannen van de WHO voor een tweede fase van het onderzoek en waren het vooral niet eens met het voorstel om laboratoriuminbreuken te onderzoeken. Zhao Lijian, de woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, zei dat het voorstel van de WHO niet door alle lidstaten was goedgekeurd en dat de tweede fase zich niet zou moeten richten op trajecten die in het missierapport al als uiterst onwaarschijnlijk waren aangemerkt.
In augustus 2021 publiceerden leden van het oorspronkelijke missieteam een commentaarstuk in Nature. Daarin drongen zij aan op snelle actie om de oorsprong van het virus op te sporen. "We schreven dat stuk omdat we bang waren dat fase twee niet zou doorgaan," zegt Marion Koopmans, viroloog aan het Erasmus Universitair Medisch Centrum in Rotterdam en lid van de missie naar Wuhan. "Het spijt me te moeten zeggen dat dat inderdaad het geval was."
Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde niet op Nature's gemailde verzoeken om commentaar over waarom de fase-twee studies zijn vastgelopen.
[ Update ] De in april 2022 dominant geworden BA.2 variant van het coronavirus wordt nu steeds vaker verdrongen door de varianten BA.4 en BA.5.
Het thans waargenomen groeivoordeel voor BA.4 en BA.5 is waarschijnlijk te wijten aan hun vermogen om immuunbescherming als gevolg van een eerdere infectie en/of vaccinatie te omzeilen, vooral als die bescherming in de loop van de tijd is afgenomen. Dat meldt het ECDC. Beschikbare gegevens wijzen erop dat zowel BA.4 als BA.5 in staat zijn om te ontsnappen aan de immuunbescherming die door een infectie met BA.1 wordt geïnduceerd. Het is onwaarschijnlijk dat niet-gevaccineerde personen beschermd zijn tegen infectie met BA.4 of BA.5.
Er zijn momenteel geen aanwijzingen voor een verandering in de ernst voor BA.4/BA.5 in vergelijking met eerdere Omicron-lijnen.
Alles tezamen wijst dit erop dat de aanwezigheid van deze varianten in de komende weken en maanden een aanzienlijke algemene toename van COVID-19-gevallen in de EU/EER zou kunnen veroorzaken. Het totale aandeel van BA.4 en BA.5 in de EU/EER is momenteel laag, maar de gemelde hoge groeivoordelen doen vermoeden dat deze varianten in de komende maanden dominant zullen worden in de EU/EER.
Dit is wat we tot nu toe al wisten over BA.2:
Het BA.2-virus verspreidt zich niet alleen sneller dan zijn verre neef, het kan ook een ernstigere ziekte veroorzaken en lijkt in staat te zijn enkele van de belangrijkste wapens die we hebben tegen Covid-19 te dwarsbomen , suggereert nieuw onderzoek.
Nieuwe laboratoriumexperimenten uit Japan tonen aan dat BA.2 mogelijk eigenschappen heeft waardoor het net zo in staat is om ernstige ziekten te veroorzaken als oudere varianten van Covid-19, waaronder Delta.
En net als Omicron lijkt het grotendeels te ontsnappen aan de immuniteit die door vaccins wordt gecreëerd. Een booster-injectie herstelt de bescherming, waardoor ziekte na infectie ongeveer 74% minder waarschijnlijk is.
BA.2 is ook resistent tegen sommige behandelingen, waaronder sotrovimab, het monoklonale antilichaam dat momenteel wordt gebruikt tegen Omicron.
Wereldwijd was BA.1 op 25 januari verantwoordelijk voor 98,8% van de gevallen die werden ingediend bij de openbare virus-opsporingsdatabase GISAID. Maar volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) melden verschillende landen recente stijgingen van BA.2.
Naast BA.1 en BA.2 noemt de WHO nog twee andere subvarianten onder de Omicron-paraplu: BA.1.1.529 en BA.3. Ze zijn genetisch nauw verwant, maar elk heeft mutaties die hun gedrag kunnen veranderen.
Trevor Bedford, een computationele viroloog bij het Fred Hutchinson Cancer Center in de VS, heeft de evolutie van Sars-CoV-2 gevolgd. Hij schreef eind januari op Twitter dat BA.2 ongeveer 82% van de gevallen vertegenwoordigt in Denemarken, 9% in het VK en 8% in de VS. Hij baseerde zijn analyse op sequentiegegevens uit de GISAID-database en tellingen van het Our World in Data-project aan de Universiteit van Oxford in het VK.
De BA.1-versie van Omicron was iets gemakkelijker te volgen dan eerdere varianten. Dat komt omdat BA.1 een van de drie doelgenen mist die in een gewone PCR-test worden gebruikt. Gevallen met dit patroon werden standaard verondersteld te worden veroorzaakt door BA.1.
BA.2, ook wel bekend als een 'stealth'-subvariant, heeft niet hetzelfde ontbrekende doelgen. In plaats daarvan volgen wetenschappers het op dezelfde manier als eerdere varianten, waaronder Delta, door het aantal virusgenomen te volgen dat is ingediend bij openbare databases zoals GISAID.
Net als bij andere varianten kan een infectie met BA.2 worden gedetecteerd door thuistestkits voor coronavirus, hoewel ze niet kunnen aangeven welke variant verantwoordelijk is, zeggen experts.
Nog besmettelijker?
Sommige vroege rapporten geven aan dat BA.2 mogelijk nog besmettelijker is dan de toch al extreem besmettelijke BA.1, maar er is tot nu toe geen bewijs dat het vaccinbescherming ontwijkt.
Deense gezondheidsfunctionarissen schatten dat BA.2 mogelijk 1,5 keer meer overdraagbaar is dan BA.1, op basis van voorlopige gegevens, hoewel het waarschijnlijk geen ernstigere ziekte veroorzaakt.
In Engeland suggereert een voorlopige analyse dat de overdracht door huishoudens hoger is bij contacten van mensen die besmet zijn met BA.2 (13,4%) in vergelijking met andere Omicron-gevallen (10,3%) . Het onderzoek vond geen bewijs van een verschil in vaccineffectiviteit.
Een cruciale vraag was of mensen die besmet waren in de BA.1-golf zouden worden beschermd tegen BA.2, zei dr. Egon Ozer, een expert op het gebied van infectieziekten aan de Northwestern University Feinberg School of Medicine in Chicago. Dat was een punt van zorg in Denemarken, waar sommige plaatsen met hoge aantallen BA.1-infecties stijgende gevallen van BA.2 rapporteerden, zei hij.
Als een eerdere BA.1-infectie niet beschermde tegen BA.2, "zou dit een soort golf met twee bulten kunnen zijn", zei Ozer. "Het is te vroeg om te weten of dat gaat gebeuren."
Het goede nieuws, zei hij, was dat vaccins en boosters nog steeds “mensen uit het ziekenhuis houden en voorkomen dat mensen doodgaan”.
[ Update ] Er blijft twijfel bestaan over de herkomst van het coronavirus SARS-CoV-2. Eerder Duits onderzoek aan de Universiteit van Hamburg wees in de richting van een ongeval in het Wuhan laboratorium. Steeds meer andere aanwijzingen steunen de theorie dat een lab-ongeval aan de basis van de pandemie ligt. Dat blijkt uit een rondvraag van CNN op 19 september onder wetenschappers.
Begin februari 2022 publiceerde Technolyreview.com (van het MIT) een uitgebreid interview met de Chinese onderzoeker Shi Zengli - bekend als de "vleermuisvrouw" of "batwoman"- die aan de basis stond van het onderzoek naar Sars-CoV2, het coronavirus dat Covid19 veroorzaakt. Dat geeft een goed beeld van de verschillende theorieën over het ontstaan van de pandemie en hun waarschijnlijkheid. Geen enkele theorie is echter sluitend, alle opties zijn nog steeds op tafel.
In THE ORIGINS OF COVID-19 dook CNN medisch hoofdcorrespondent Dr. Sanjay Gupta al eerder in het onderzoek naar de oorsprong van SARS-CoV-2, het virus dat de pandemie veroorzaakte, en de breuken binnen de wetenschappelijke gemeenschap. Dr. Gupta spreekt met vooraanstaande wetenschappers op het gebied van virologie en epidemiologie, van wie sommigen nog nooit voor de camera hebben gesproken en met de dood zijn bedreigd voor hun werk. Hoewel er consensus is dat het virus niet biologisch is ontwikkeld, bestaat er binnen de wetenschappelijke gemeenschap een kloof over de vraag of het virus rechtstreeks van dieren op mensen is overgegaan of het resultaat was van een mogelijk laboratoriumlek.
De laatste optie wordt steeds meer ondersteund.
Duitse studie
In een Duitse studie concludeert nanowetenschapper prof. Dr. Roland Wiesendanger dat er een aantal kwaliteitsbronnen wijzen op een laboratoriumongeval bij het Wuhan Institute of Virology als oorzaak van de huidige pandemie.
Het onderzoek werd uitgevoerd van januari tot december 2020 en is gebaseerd op uitgebreid interdisciplinair onderzoek onder een breed scala aan informatiebronnen. Het betreft onder meer wetenschappelijke literatuur, artikelen in print en online media en persoonlijke communicatie met internationale onderzoekers. Ze leveren geen wetenschappelijk onderbouwd bewijs, maar ze bieden wel tal van belangrijke indicaties:
In tegenstelling tot vroege coronavirus-epidemieën zoals SARS en MERS, heeft nog geen enkel onderzoek de tijdelijke gastheer kunnen identificeren die de overdracht van SARS-CoV-2 van vleermuizen op mensen mogelijk maakte. Er is dus geen goede basis voor een zoönotische theorie als mogelijke verklaring voor de pandemie.
De SARS-CoV-2-virussen zijn verbazingwekkend effectief in het binden aan menselijke celreceptoren en het infecteren van menselijke cellen. Dat komt door de speciale celreceptor bindingsdomeinen in combinatie met een speciale (furine) splitsinglocatie van het coronavirus-spike-eiwit. Dit is de eerste keer dat een coronavirus beide kenmerken heeft. Dat duidt op een niet-natuurlijke oorsprong van het SARS-CoV-2 virus.
Er waren geen vleermuizen te koop op de natte markt in het centrum van Wuhan, het vermoedelijke centrum van de uitbraak. Het Wuhan Institute of Virology herbergt echter een van de grootste collecties vleermuisvirussen ter wereld. Het is buitengewoon onwaarschijnlijk dat vleermuizen van nature hun weg naar Wuhan hebben gevonden, van bijna 2.000 km verderop, om vervolgens een wereldwijde pandemie te beginnen in de directe omgeving van het Wuhan Institute of Virology.
Een onderzoeksgroep van het Wuhan Institute of Virology deed jarenlang onderzoek met genetische manipulatie van coronavirussen om deze juist besmettelijker, gevaarlijker en dodelijker te maken. Dit is aangetoond door talrijke publicaties.
Vóór het uitbreken van de coronapandemie werd reeds gedocumenteerd dat veiligheidsmaatregelen onvoldoende waren bij het Wuhan Institute of Virology.
Er zijn tal van directe aanwijzingen dat de SARS-CoV-2 ziekteverwekker uit een laboratorium komt. Ook wijzen die erop dat een jonge onderzoeker van het Wuhan Institute of Virology de eerste persoon was die werd geïnfecteerd. Er zijn ook aanwijzingen dat de Chinese autoriteiten in de eerste helft van oktober 2019 een onderzoek hebben uitgevoerd naar de omstandigheden in het instituut.
“De huidige pandemie van het coronavirus domineert niet alleen de huidige krantenkoppen, maar zal ons nog vele jaren bezighouden, niet in de laatste plaats vanwege de sociale en economische effecten ervan. Een kritisch, wetenschappelijk onderbouwd onderzoek naar de oorsprong van de huidige pandemie is dan ook van groot belang. Alleen op basis van deze kennis kunnen adequate voorzorgsmaatregelen worden genomen om de kans op herhaling van soortgelijke pandemieën in de toekomst te minimaliseren ”, legt Professor Wiesendanger uit.
Open discussie noodzakelijk
Het onderzoek werd in januari 2021 afgerond en in eerste instantie verspreid en besproken in wetenschappelijke kringen. De publicatie beoogt een brede discussie op gang te brengen, in het bijzonder met betrekking tot de ethische aspecten van dergelijk "gain-of-function" -onderzoek, dat pathogenen besmettelijker, gevaarlijker en dodelijker maakt voor mensen. Na het uitbrengen van zijn studie legde prof. Wiesendanger uit: “Dit kan niet langer alleen een zaak zijn voor een kleine groep wetenschappers; het is dringend dat het een openbaar debat wordt."
Onlangs bracht een team onderzoekers van de WHO nog een bezoek aan China om de oorsprong van het coronavirus te achterhalen. Daar was ook de Nederlandse Marion Koopmans van het RIVM bij. Zij concludeerde dat de betrokkenheid van het Wuhan Institute 'hoogst onwaarschijnlijk' was. Waarop die uitspraak was gebaseerd werd niet duidelijk. Wel is bekend dat het onderzoek door de WHO systematisch door de Chinezen werd bemoeilijkt en bij herhaling vertraagd.
Niet de eerste
Wiesendanger is niet de eerste wetenschapper die de officiële verwijzingen naar zoönose in twijfel trekt. Eerder deed de Noorse wetenschapper Birger Sørensen dat ook al. Dat een gerenommeerde Duitse universiteit hier nu haar gewicht achter zet maakt de argumenten alleen maar sterker.
Wereldwijd zijn al 5,7 miljard vaccin prikken tegen covid-19 gezet, maar slechts 2 procent daarvan is in Afrika terechtgekomen. Aan deze vaccinatieongelijkheid moet een einde komen, zeggen zowel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als het VN-ontwikkelingsprogramma (UNDP).
De 21 maanden durende coronapandemie heeft geleid tot tal van nieuwe termen in ons lexicon: ‘vaccinhongersnood’, ‘vaccinatieapartheid’, ‘vaccinimperialisme’ en ‘vaccinatienationalisme’. En veruit de meeste mensen die met deze meervoudige dreiging worden geconfronteerd, komen uit – voornamelijk Afrikaanse – ontwikkelingslanden.
Hoge-inkomenslanden dienen meer boosterdoses toe dan er in totaal aan vaccins wordt gezet in ontwikkelingslanden, stelt Richard Mihigo, coördinator van het vaccinontwikkelingsprogramma van de WHO in Afrika.
“Vergeet niet dat in Afrika slechts 8 procent van de mensen volledig gevaccineerd is”, zegt hij. “Dat zijn ongeveer 103 miljoen mensen op een continent van 1,3 miljard.”
Achim Steiner van het VN-ontwikkelingsprogramma (UNDP) stelt dat die vertraagde vaccins voor Afrika neerkomen op het weghouden van ontwikkelingshulp. “Daarom moeten we inzetten op vaccingelijkheid: de snelste manier om deze pandemie te beëindigen. We hebben daarvoor dringend de medewerking nodig van vaccinfabrikanten, vaccin-producerende landen en landen die al hoge vaccinatiegraden hebben om het acute tekort aan vaccins aan te pakken.”
Dit zal volgens Steiner helpen om economische en sociale kansen op het Afrikaanse continent te creëren, het bbp te stimuleren en de menselijke ontwikkeling vooruit te helpen.
Mutaties van het virus
Volgens het Our World in Data-project van de Universiteit van Oxford zijn wereldwijd ongeveer 73 procent van de vaccins in landen met hoge en hogere middeninkomens gezet. Slechts 0,8 procent van de doses is toegediend in lage-inkomenslanden.
Djibril Diallo, ceo van het African Renaissance and Diaspora Network, benadrukt dat artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens het recht op gezondheid erkent als een mensenrecht.
“In deze tijd worden landen die beweren de mensenrechten te respecteren en te verbeteren, op de proef gesteld. En het is in hun eigen nationale belang om voor die proef te slagen”, zegt hij, aangezien de lage vaccinatiegraad in veel landen een hoofdoorzaak is van de mutatie van covid-19 in nieuwe varianten.
“Uit onze ervaring met delta, en nu met omikron, hebben we gezien hoe snel en oncontroleerbaar nieuwe varianten zich in onze geglobaliseerde wereld verspreiden. Het is een politiek sprookje om te geloven dat deze varianten aan de grens kunnen worden tegengehouden. In plaats daarvan moeten we ons richten op het verlagen van de risico’s op de ontwikkeling van nieuwe varianten. Dat doen we door te zorgen dat niemand achterblijft bij het vaccineren”, aldus Diallo.
Afrika hardst getroffen door nieuwe beperkingen
Ondanks oproepen van verschillende internationale instellingen, lijden Afrikaanse landen nog steeds onder de enorme ongelijkheid in de toegang tot coronavaccins. Dat leidt tot wat velen een “vaccinhongersnood” noemen. Volgens de Wereldbank hebben Afrikaanse landen grote moeite om al hun burgers in te enten, wat Afrika elke maand 14 miljard dollar aan productiviteitsverlies kost.
Ook zijn de kosten voor leningen hard gestegen, omdat landen veel extra middelen nodig hebben om hun burgers te beschermen en herstelplannen te maken voor na de pandemie. Afrikaanse landen betalen zeker vijf keer zoveel rente voor commerciële leningen als de rest van de wereld.
En met de ontdekking van weer een nieuwe variant, en nu vluchten geannuleerd worden, reisverboden opnieuw worden ingesteld en verschillende landen hun grenzen sluiten, worden opnieuw de Afrikaanse landen het zwaarst getroffen, zegt het UNDP. De meest kwetsbare mensen voelen de grootste impact.
“Zo dreigen we meer dan een decennium aan inspanningen om de economieën en het menselijk kapitaal van Afrikaanse landen te versterken, te verliezen”, aldus het VN-agentschap.
Ongelijkheid laat de pandemie voortduren
WHO-baas Tedros Adhanom Ghebreyesus meldde vorige week dat op dat moment in 77 landen omikron was geregistreerd, al leek het hem waarschijnlijk dat de variant in vrijwel alle landen rondwaart. De nieuwe golf zou op verschillende plekken de gezondheidsstelsels opnieuw kunnen overspoelen. Over de boosterprikken zei hij: “Ik zal duidelijk zijn: WHO is niet tegen boosters. We zijn tegen ongelijkheid. Onze zorg is om overal levens te redden. Het is simpel: de prioriteit in elk land, wereldwijd, moet zijn om de minst beschermde mensen te beschermen, en niet de mensen die al de meeste bescherming genieten.”
De vaccinatiekloof tussen landen blijft enorm, aldus Tedros: 41 landen hebben nog geen 10 procent van hun bevolking kunnen vaccineren en 98 landen halen de 40 procent nog niet. “Als we een einde maken aan ongelijkheid, maken we een einde aan de pandemie. Als we de ongelijkheid laten voortduren, laten we de pandemie voortduren”, waarschuwt hij.
Zuidelijk Afrika
In een verklaring die op 29 november werd vrijgegeven, prees VN-secretaris-generaal Antonio Guterres de regering, wetenschappers en zorggemeenschap van Zuid-Afrika voor hun vroege optreden om de opkomst van een nieuwe covid-variant te identificeren.
Hij maakt zich grote zorgen over het isolement van Zuid-Afrikaanse landen als gevolg van nieuwe reisbeperkingen. “De mensen in Afrika mogen niet de schuld krijgen van het immoreel lage vaccinatieniveau dat beschikbaar is op het continent – en ze mogen niet worden gestraft voor het identificeren en delen van cruciale wetenschappelijke en medische informatie met de wereld”, aldus Guterres.
Hij deed een beroep op alle regeringen om herhaalde tests voor reizigers te overwegen, samen met andere passende en echt effectieve maatregelen, met als doel het risico van overdracht te vermijden en reizen en economische banden mogelijk te maken.
Minder afhankelijk
Volgens Samantha Power van het Amerikaanse Agentschap voor Internationale Ontwikkeling (USAID), draait het verhaal van covid-19 wereldwijd om de strijd voor vaccingelijkheid – rijke landen die verzadigd zijn met doses terwijl armere landen vechten voor vaccins.
Maar dat is nu aan het veranderen, zegt Power, dankzij de inspanningen van veel mensen, instellingen en landen, dankzij het werk van Covax, de Afrikaanse Unie en regionale leiders, zegt ze.
Het afgelopen jaar heeft de VS volgens Power 1,2 miljard vaccins aan partnerlanden toegezegd en meer dan 290 miljoen daarvan geleverd. “We hebben geïnvesteerd in vaccinproductiecapaciteit in landen als India, Zuid-Afrika en Senegal, zodat in de toekomst minder mensen afhankelijk zijn van vaccindonaties uit rijke landen. Dit doen we omdat het het juiste is, maar ook het slímste is om te doen.”
De VS bouwt voort op dit werk met een nieuwe poging om “in elke arm een vaccin te krijgen”, zegt Power: het Initiative for Global Vaccine Access.
“We gaan onze inspanningen verdubbelen om landen te helpen de vaccinatiegraad te verhogen en levens te redden. Met nog eens 400 miljoen dollar willen we de inspanningen versnellen om zowel de vaccinatiecampagnes als de productie van vaccins in lage- en middeninkomenslanden te ondersteunen.”
[Update] Sinds het uitbreken van de covid-pandemie is alle aandacht gericht op vaccins om de ziekte in te dammen. Dat is een eerste stap naar het controleren ervan. Maar uiteindelijk hebben we een geneesmiddel nodig. Dat is nu in zicht. Het coronamedicijn komt eraan. Op 1 oktober kondigde farmaceut Merck aan dat het een versnelde toelating aanvraagt in de VS voor haar covid medicatie molnupiravir. Inmiddels heeft ook Pfizer een covid-pil aangekondigd.
Ondanks de effectiviteit van vaccins, hebben we nog steeds medicijnen nodig om covid te behandelen. Zelfs mensen die dubbel zijn ingeënt, hebben een kleine kans om besmet te raken en ziek te worden. Er zijn medicijnen, maar die moeten in het ziekenhuis worden toegediend. Dat kan snel veranderen, als we de tekenen mogen geloven dat covid medicijn er nu echt aankomt.
De laatste melding komt van Pfizer. Het bedrijf publiceerde een tussentijdse analyse – uitgevoerd voordat de proef zou eindigen – met een vermindering van 89% van het risico op ziekenhuisopname of overlijden door Covid-19 als patiënten het medicijn snel genoeg kregen.
Pfizer heeft de resultaten in een persbericht vrijgegeven maar stelde wetenschappers beschikbaar om de gegevens voorafgaand aan de release te bespreken. De gegevens zijn niet door vakgenoten beoordeeld of gepubliceerd. Het bedrijf zegt dat het meer details zal delen in een peer-reviewed paper en met zijn indiening bij de Amerikaanse Food and Drug Administration.
Eerder werd een veelbelovend medicijn aangekondigd dat dingen zou kunnen verbeteren, molnupiravir, een antiviraal middel dat de laatste fase van testen bij mensen ingaat. Onderzoekers hopen dat het zowel kan worden gebruikt om covid te behandelen als te voorkomen. Belangrijk is dat het als een pil kan worden ingenomen - wat betekent dat mensen niet in het ziekenhuis hoeven te worden opgenomen om het te krijgen.
Dit medicijn vermindert het vermogen van SARS-CoV-2, het virus dat covid veroorzaakt, om zich te repliceren. Het werkt door een van de bouwstenen van het genetische materiaal van het virus na te bootsen. Wanneer het virus zich voortplant, bouwt het een nieuwe kopie van zijn RNA op en wordt het medicijn erin opgenomen.
Wanneer het virus zich vervolgens voortplant, zorgt het molnupiravir ervoor dat mutaties zich ophopen in het RNA van het virus, die elke keer dat het zich vermenigvuldigt toenemen. Uiteindelijk veroorzaakt dit een "foutcatastrofe", waarbij overmatige mutaties ervoor zorgen dat het virus zich niet volledig kan voortplanten en sterft het uit.
Hoe goed werkt een coronamedicijn?
Tot nu toe is in een kleine proef gekeken naar de effecten van molnupiravir bij 202 covidpatiënten (niet in het ziekenhuis) die symptomen begonnen te krijgen. Deelnemers werden willekeurig toegewezen om molnupiravir of een placebo te krijgen, waarbij verschillende doses van het antivirale middel werden getest.
De resultaten van de proef zijn gepubliceerd als een preprint, wat betekent dat ze nog formeel moeten worden beoordeeld door andere wetenschappers. Toch toonde het onderzoek aan dat na drie dagen behandeling het infectieuze SARS-CoV-2-virus significant minder vaak werd gevonden bij deelnemers die 800 mg molnupiravir gebruikten (2%) in vergelijking met degenen die een placebo gebruikten (17%).
Op dag vijf werd het virus niet gedetecteerd bij deelnemers die 400 mg of 800 mg molnupiravir kregen, maar het werd nog steeds gevonden bij 11% van degenen die een placebo gebruikten. De studie suggereert daarom dat molnupiravir infectieus SARS-CoV-2 kan verminderen en elimineren bij patiënten met milde covid. Het is inderdaad het feit dat molnupiravir de klaring van het virus versnelt, wat suggereert dat het niet alleen nuttig kan zijn voor de behandeling van covid, maar ook om de kans op verspreiding te verkleinen.
Als het covid medicijn goed presteert in de onderzoeken, kan de impact van molnupiravir enorm zijn. Het feit dat het oraal wordt ingenomen, is mogelijk ook erg nuttig, omdat het daardoor gemakkelijk te gebruiken is in de vroege stadia van infectie, en omdat het buiten het ziekenhuis zelf kan worden toegediend. Molnupiravir kan ook in grote hoeveelheden worden geproduceerd en hoeft niet koud te worden vervoerd. Vaccins en fysieke maatregelen om de verspreiding van het virus onder controle te houden blijven nog steeds de belangrijkste tactieken zijn om covid te beheersen, maar dit medicijn zou beide kunnen aanvullen.
Pfizer en Ritonavir
Een tweede kandidaat coronamedicijn is van Pfizer en is bekend als PF-07321332. Pfizer heeft de eerste patiënt in fase II/III klinische studie van zijn experimentele orale antivirale geneesmiddel gedoseerd bij niet-gehospitaliseerde patiënten die symptomen hebben maar een laag risico lopen op progressie naar een ernstige ziekte.
Een proteaseremmer PF-07321332, is bedoeld om de activiteit te belemmeren van het belangrijkste protease-enzym dat het SARS-CoV-2-virus nodig heeft voor replicatie. Wanneer het wordt gegeven in combinatie met een lage dosis ritonavir, zal het metabolisme of de afbraak van het antivirale middel naar verwachting vertragen, waardoor het langer in het lichaam kan blijven bij hogere concentraties.
Deze langdurige actie in het lichaam zou een voortdurende strijd tegen het virus kunnen vergemakkelijken, zegt Pfizer. Voorheen werd ritonavir samen met andere antivirale middelen toegediend voor een vergelijkbare vertraging van het metabolisme.
De proef wordt naar verwachting volgend jaar afgerond.
Roche en Atea
Een derde kandidaat is AT-527, een antiviraal middel geproduceerd door Roche en Atea Pharmaceuticals. AT-527 is een oraal direct werkend antiviraal middel dat is ontwikkeld op basis van Atea's nucleotide prodrug-platform. Het antivirale medicijn blokkeert virale RNA-polymerase, die nodig is voor virale replicatie. Het actief wordt onderzocht in meerdere onderzoeken tegen covid-19. Het wordt bestudeerd in gehospitaliseerde en poliklinische instellingen en voor de behandeling van langdurige covid-19.
Het eerste mRNA-vaccins ooit zijn begonnen aan de uitrol over de wereld. De vaccins zijn in een recordtempo ontwikkeld en in proeven is aangetoond dat ze voor minstens 94% effectief zijn in bescherming tegen Covid-19. Maar hoe lang blijft bescherming actief en hoe veilig is deze nieuwe technologie?
Recent onderzoek dat eind juni 2021 inNature werd gepubliceerd toont aan dat de mRNA-vaccins gemaakt door Pfizer-BioNTech en Moderna een aanhoudende immuunreactie veroorzaken die jarenlang, zo niet een leven lang, kan beschermen tegen het coronavirus, zonder dat een booster-injectie nodig is.
Mix-and-match-vaccins - één dosis van elk van Pfizer en AstraZeneca - bieden ook een sterke immuniteit, zo blijkt uit een afzonderlijke studie.
De bescherming is het meest betrouwbaar als het virus en zijn varianten niet veel verder evolueren dan hun huidige vorm - wat geenszins gegarandeerd is. En oudere volwassenen en mensen met immuundeficiënties kunnen nog steeds boosters nodig hebben.
Horizon Magazine sprak eerder met Michel Goldman, professor immunologie en oprichter van het I3h Instituut voor Interdisciplinaire Innovatie in de gezondheidszorg aan de Université Libre de Bruxelles in België. Hij geeft vijf dingen aan die je zou moeten weten over mRNA vaccins.
mRNA technologie is niet geheel nieuw
Traditionele vaccins zoals de meeste griepvaccins, gebruiken geïnactiveerde virussen om het immuunsysteem te activeren. In andere vaccins, zoals het hepatitis B-vaccin, wordt in plaats daarvan een afzonderlijk eiwit dat door dat organisme wordt gemaakt, geïnjecteerd om een vergelijkbare respons op te wekken.
mRNA-vaccins zetten het lichaam echter aan om het virale eiwit wat een immuunrespons veroorzaakt zelf aan te maken.
Hoewel de COVID-19-vaccins van Pfizer / BioNTech de eerste mRNA-vaccins zijn die alle fasen van klinische proeven voltooien en een licentie krijgen voor gebruik, bestaat de technologie al een tijdje.
Proeven bij mensen met kankervaccins waarbij dezelfde mRNA-technologie wordt gebruikt, vinden al sinds 2011 plaats. ‘Als er een echt probleem was met de technologie, hadden we het nu zeker al eerder gezien’, zei prof. Goldman.
Omdat de technologie extreem snel kan worden ingezet en klinische proeven zo succesvol zijn geweest, zullen mRNA-platforms een belangrijk middel zijn om voor te bereiden op toekomstige epidemieën, zegt hij.
mRNA-vaccins veranderen het DNA niet
Een zorg die sommigen hebben gehad over de mRNA-vaccins is dat ze het DNA van mensen kunnen veranderen. Maar dat idee is ‘volkomen onjuist’ en heeft ‘geen wetenschappelijke basis’, zegt prof. Goldman.
Zodra het geïnjecteerde mRNA een menselijke cel binnengaat, wordt het snel afgebroken en blijft het slechts enkele dagen in het lichaam. Daarom hebben mensen twee injecties nodig om de beste immuunrespons te ontwikkelen, zegt hij.
mRNA-vaccins zijn erg specifiek
mRNA-vaccins zijn ontworpen om alleen een immuunrespons op te wekken tegen het spike-eiwit van het virus, dat slechts een onderdeel is van het virale membraan en waardoor het virus onze cellen kan binnendringen.
Om zeker te zijn dat dit het geval is, houden onderzoekers nauwlettend in de gaten dat het vaccin geen ongewenste immuunrespons opwekt.
Bij de fase 3-studie van het Pfizer / BioNTech-vaccin waren meer dan 40.000 mensen betrokken. Het begon in juli en zal nog twee jaar gegevens over de werkzaamheid en veiligheid blijven verzamelen.
Nadat een vaccin aan miljoenen mensen is gegeven, kunnen zich echter zeer zeldzame bijwerkingen ontwikkelen die niet kunnen worden verwacht uit klinische onderzoeken. Onderzoekers en toezichthouders zullen dus nauwlettend in de gaten houden hoe de uitrol van het vaccin verloopt.
Regelgevende instanties beoordeelden de gegevens van Covid-19 vaccinonderzoeken sneller dan normaal door mee te kijken tijdens het onderzoek in plaats van alleen nadat de onderzoeken waren voltooid, maar ze hebben hun regels niet fundamenteel gewijzigd.
Het ontwikkelproces was sneller dan normaal omdat onderzoekers al een mRNA-platform - een manier om viraal mRNA in het lichaam te krijgen - hadden gebouwd voor kanker en andere vaccins die worden getest. Het betekende dat dit in werking kon worden gesteld zodra de genomische sequentie van het virus werd gedeeld.
Bedrijven en regeringen namen ook het risico om grote aantallen vaccins te produceren nog voordat de eerste fasen van het experiment waren voltooid, wat betekende dat ze klaar waren om met grote menselijke proeven te beginnen zodra de resultaten bekend waren.
Het vaccin veroorzaakt een ontstekingsreactie
Het vaccin werkt gedeeltelijk door lokale ontstekingsreacties op te wekken om het immuunsysteem te activeren. Het is dus normaal dat veel mensen pijn ervaren op de injectieplaats en soms koorts en ongemak gedurende één of twee dagen na het vaccin.
‘Dit is iets dat niet genoeg is gecommuniceerd’, zegt prof. Goldman.
Een ongewenste reactie op het Pfizer-BioNTech-mRNA-vaccin kwam aan het licht tijdens de eerste dag van massale vaccinatie in het VK nadat twee mensen met een voorgeschiedenis van aanzienlijke allergieën op de injectie hadden gereageerd. De Britse regelgevende instantie heeft haar advies bijgewerkt om te specificeren dat mensen met een voorgeschiedenis van anafylaxie van medicijnen of voedsel de injectie niet mogen krijgen.
In de klinische onderzoeken traden allergische reacties op bij 0,63% van de mensen die het Pfizer-BioNTech-vaccin kregen, en bij 0,5% van de mensen die een placebo kregen. (Mensen van wie bekend was dat ze een allergie hadden waren uitgesloten van de test - red).
‘Mijn grootste zorg is dat mensen mogelijke bijwerkingen zullen gebruiken als argument om niet te worden gevaccineerd’, zei prof. Goldman ‘Het grootste risico op dit moment (vooral voor kwetsbare mensen) is om niet te worden ingeënt.’
Prof. Goldman was de eerste uitvoerend directeur van het Innovative Medicines Initiative, een partnerschap tussen de EU en de Europese farmaceutische industrie om de ontwikkeling van en toegang tot innovatieve geneesmiddelen te versnellen.
Vaccinatie lijkt het toverwoord tegen covid te zijn. Maar niet iedereen zal het vaccin nemen en geen van de prikken is 100% effectief. Zelfs als de vaccinatiegraad hoog is, zullen er toch nog mensen besmet raken. Resultaten van een klinische proef in Groot-Brittannië laten zien dat budesonide, een goedkoop generiek geneesmiddel dat je thuis kunt innemen, de gevolgen van een besmetting iets dragelijker kan maken.
Budesonide is een corticosteroïdgeneesmiddel dat veel wordt gebruikt door mensen met astma en chronische obstructieve longziekte. Het wordt toegediend met een inhalator ter grootte van een handpalm.
Al vroeg in de pandemie merkten artsen dat mensen met deze aandoeningen ondervertegenwoordigd waren onder covid-19-patiënten. Dat was op zich vreemd, want ze zijn bijzonder vatbaar voor andere luchtweginfecties zoals griep.
Laboratoriumonderzoek heeft nu aangetoond dat budesonide in petrischalen de replicatie van SARS-CoV-2, het virus dat covid-19 veroorzaakt, afremt. Net als steroïden in het algemeen, heeft het medicijn ook een ontstekingsremmend effect. Al deze dingen suggereerden dat het de moeite waard was om te proberen bij patiënten met covid-19.
Het onderzoek werd uitgevoerd bij volwassenen binnen 7 dagen na het begin van milde COVID-19-symptomen. Deelnemers kregen willekeurig budesonide toegediend. Deelnemers werd gevraagd om twee keer per dag twee inhalaties in te nemen totdat de symptomen waren verdwenen.
Uit te resultaten bleek zowel een positief effect op het aantal acute opnames als op de duur van de klachten.
Is de uitbraak van covid toch veroorzaakt door een laboratoriumongeval? De informatie die het WHO onderzoeksteam in China wist te achterhalen is zo incompleet, dat die conclusie nog steeds niet kan worden uitgesloten. De hoogste baas van de WHO wil daarom meer onderzoek.
De chef van de Wereldgezondheidsorganisatie zei dat de missie om de oorsprong van het coronavirus in China te bestuderen te kort was om duidelijkheid te geven. De mogelijkheid van een laboratoriumlek moet toch nader worden onderzocht, vindt hij. De VS en andere regeringen steunen de kritiek op het onderzoek.
Directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus van de WHO zei dat de mogelijkheid van een laboratoriumongeval niet voldoende is onderzocht voordat de conclusie werd getrokken dat de ziekteverwekker hoogstwaarschijnlijk via een ander dier van vleermuizen naar mensen is verspreid.
In een briefing aan de lidstaten van de WHO zei hij extra missies in te willen zetten met gespecialiseerde experts. Dat meldt persbureau Bloomberg.
Onwaarschijnlijk
Onderzoeker Marion Koopmans van het RIVM, die deel uitmaakte van het WHO-team, verklaarde kort geleden nog tegen de NOS dat zo’n ongeval ‘hoogst onwaarschijnlijk’ is. Ze wordt nu kennelijk teruggefloten door haar hoogste baas. Dezelfde Koopmanskreeg overigens onlangs nog de Machiavelli-prijs voor communicatie.
"Hoewel het team heeft geconcludeerd dat een laboratoriumlek de minst waarschijnlijke hypothese is, vereist dit verder onderzoek", zei Tedros in een verklaring. De WHO-chef heeft consequent gezegd dat alle onderzoekslijnen open zijn, maar de opmerkingen van dinsdag markeren de eerste keer dat hij speculeert over de mogelijkheid van een onbedoelde ontsnapping.
Onvolledig
Een groep van meer dan een dozijn landen legde een gezamenlijke verklaring af waarin stond dat het missierapport "geen toegang had tot volledige, originele gegevens en monsters" en riep op tot meer transparantie.
"We ondersteunen een transparante en onafhankelijke analyse en evaluatie van de oorsprong van Covid, vrij van inmenging en ongepaste beïnvloeding”, aldus de verklaring. "We sluiten ons aan bij het uiten van zorgen over de recente door de WHO uitgebrachte studie in China."
Covid al eerder buiten Wuhan
Dat de covid-pandemie niet op de vismarkt in Wuhan is begonnen bleek al eerder uit een onderzoek, dat in het wetenschappelijke en gerenommeerde tijdschrift Science werd gepubliceerd.
De voorwaarden die de Nederlandse overheid verbindt aan de financiering van coronavaccins en medicatie stellen niet veel voor. Ze zouden betaalbaarheid en toegankelijkheid moeten waarborgen maar ze werken zelfs contraproductief. Tegelijkertijd worden door vaccinontwikkelaars voorwaarden bedongen in de financieringsovereenkomsten die hen van elke verantwoordelijkheid ontslaan als er iets mis gaat. Dit blijkt uit onderzoek van SOMO naar de investeringen van de Nederlandse overheid in coronavaccins en -onderzoek en de voorwaarden die daar aan verbonden zijn.
De Nederlandse overheid investeerde sinds maart 2020 ruim € 917 miljoen in corona-onderzoek en -vaccins. Als voorloper in Europa, stelde Nederland voorwaarden aan deze investeringen om de betaalbaarheid en toegankelijkheid te waarborgen. Dit gaat via de principes van maatschappelijk verantwoord licenceren (MVL), praktisch uitgewerkt in de zogenaamde NFU-Toolkit.
De NFU-toolkit voorziet er echter alleen in dat de licensienemer toezegt om maatregelen te nemen zodat het middel betaalbaar is in ontwikkelingslanden. Er wordt helemaal niet gerept over betaalbare toegang voor andere patienten die het middel nodig hebben, bijvoorbeeld in de landen die financieel hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het potentiele middel. Wat verder opvalt is dat het opnemen van voorwaarden aan prijs en beschikbaarheid een optie is en geheel vrijwillig.
De Abbvie case: MVL principes ontmoedigen het stellen van voorwaarden
De ‘Abbvie’ case studie laat zien dat het opnemen van voorwaarden zelfs ontmoedigt wordt door de MVL-principes. De case, een door ZonMW gefinancierd onderzoek naar anitlichamen, is een typisch voorbeeld waar het intellectueel eigendom, dat is ontwikkeld met Nederlands overheidsgeld, in handen komt van een grote internationale farmaceut (het Amerikaanse Abbvie).
In de NFU-toolkit is een bepaling opgenomen die ervoor zorgt dat àls er voorwaarden worden gesteld aan beschikbaarheid of betaalbaarheid door de licensiegever, dat hier financiele compensatie tegenover moet staan voor de licentienemer, te betalen door de licentiegever. De universiteit die zulke voorwaarden stelt, krijgt er dus zelf de rekening voor.
Irene Schipper: ”Er wordt met twee maten gemeten. Het beschermen van publieke belangen is vrijblijvend en onderhandelbaar, terwijl de belangen van de farmaceuten juridisch worden dichtgetimmerd. Dit zou precies andersom moeten zijn.”
Geheime aankoopovereenkomsten die farmaceuten ontslaan van verantwoordelijkheid
In Europees verband worden op dit moment op grote schaal geinvesteerd in de vaccins van farmaceuten via de zogeheten Advanced Purchase Agreements (APA’s). Hiermee wordt een deel van de aanloopkosten gefinancierd in ruil voor het recht om binnen een bepaald tijdsbestek een bepaald aantal doses te kopen. De inhoud hiervan is geheim waardoor afspraken en voorwaarden niet gecontroleerd kunnen worden ondanks dat het om publiek geld gaat.
Een aantal APA’s is inmiddels gedeeltelijk openbaar gemaakt. Deze bevatten verbijsterende en niet eerder vertoonde clausules op het gebied van aansprakelijkheid. Zo zijn farmaceuten onder meer niet aansprakelijk voor eventuele schade die voortvloeit uit het vaccin en de klinische testen.
Ook het COVAX-programma van de wereldgezondheidsorganisatie (WHO), dat op wereldschaal voor een eerlijk verdeelde toegang tot coronavaccins moet zorgen, stelt uitgebreide voorwaarden aan hun financiering van vaccinontwikkeling en -productie Het onderzoek van SOMO laat zien dat in de casestudy van Moderna het bedrijf zich aan geen van deze voorwaarden heeft gehouden: het heeft geen doses van hun vaccin aangeboden aan COVAX voor redelijke prijs, Moderna vraagt de hoogste prijs met winst als doel en verkoopt alleen aan de rijkste landen.
Irene Schipper: “Als we de coronapandemie wereldwijd willen aanpakken, is toegang tot vaccins essentieel. Dat kan alleen als kennis en technologie gedeeld worden waardoor de productie kan worden verhoogd. Overheden moeten dit als harde voorwaarden opnemen in hun financieringscontracten en deze openbaar maken.”
Een nieuw Israelisch geneesmiddel dat in een ziekenhuis wordt getest, lijkt bijzonder effectief in de genezing van Covid-19. Het medicijn genas 29 van de 30 patiënten met matige tot ernstige COVID in enkele dagen tijd.
Het geneesmiddel heet EXO-CD24 en werd ontwikkeld onder leiding van professor Nadir Arber van het Ichilov Medical Center in Tel Aviv. Het geneesmiddel werd toegediend aan 30 patiënten van wie de toestand matig of slecht was. Alle 30 Covid patiënten herstelden, 29 zelfs binnen drie tot vijf dagen. Dat bericht de Times of Israel.
Medicijn bestrijdt cytokine storm
Het medicijn bestrijdt de cytokine storm - een mogelijk dodelijke overreactie van het immuunsysteem op de coronavirus infectie. Deze reactie veroorzaakt een groot deel van de sterfgevallen die verband houden met de ziekte.
Het middel gebruikt exosomen - kleine dragerzakjes die materialen tussen cellen verplaatsen - om een eiwit genaamd CD24 naar de longen te brengen. Het eiwit helpt het immuunsysteem te kalmeren en de storm te beteugelen.
Inhaler
Het medicijn wordt toegediend door middel van een inhaler. Zo komt de medicijn direct op de plek waar het werkt. Er zijn geen bijwerkingen waargenomen.
Het medicijn zal nu verder worden getest. Het is een mogelijke game-changer in de strijd tegen COVID.
In een mijnschacht in Zuid-China kwamen ooit vleermuizen voor die de meest bekende voorouder van het COVID-19-virus bij zich droegen. Dat maakt het gebied van groot wetenschappelijk belang. Toch is het voor wetenschappers en journalisten onmogelijk om informatie te krijgen over onderzoek naar de oorsprong van het coronavirus vanwege politieke gevoeligheid en geheimhouding. Associated Press AP onderzocht de stand van zaken en schreef een uitgebreid verslag. Daarvan beschrijven we kort de belangrijkste uitkomsten.
Een vleermuis-onderzoeksteam slaagde erin om monsters van de vleermuizen te nemen, maar die werden in beslag genomen. Specialisten in coronavirussen hebben de opdracht gekregen om niet met de pers te praten. En een team van Associated Press-journalisten werd door meerdere auto's gevolgd door politie in burger, die eind november de toegang tot wegen en terreinen blokkeerde, zo bericht het persbureau.
Dat zegt ook dat de Chinese regering alle onderzoek controleert naar de oorsprong van het coronavirus, wetenschappers onderdrukt en actief speculatieve theorieën promoot dat het virus van buiten China zou kunnen komen.
De regering deelt subsidies uit aan wetenschappers die onderzoek doen naar de oorsprong van het virus in Zuid-China en die gelieerd zijn aan het leger, zo heeft de AP ontdekt. Maar het bewaakt hun bevindingen en schrijft voor datpublicatie ervan moet worden goedgekeurd door een nieuwe taskforce onder directe orders van president Xi Jinping. Dat blijkt uit interne documenten die AP zegt te bezitten.
Het AP-onderzoek was gebaseerd op tientallen interviews met Chinese en buitenlandse wetenschappers en functionarissen, samen met openbare mededelingen, gelekte e-mails, interne gegevens en de documenten van het Chinese kabinet en het Chinese Center for Disease Control and Prevention. Het onthult een patroon van overheidsgeheim en controle van bovenaf dat tijdens de pandemie duidelijk werd.
Het begon niet in Wuhan
Daaruit komt ook naar voren dat de vismarkt in Wuhan niet de oorsprong van de uitbraak was.
Op 25 mei zei CDC-chef Gao in een interview met de Chinese Phoenix TV dat, in tegenstelling tot de monsters die in de omgeving en op materialen waren genomen, geen enkel dierlijk monster van de markt positief was getest.
De Chinese overheid beperkt en controleert daarnaast ook het zoeken naar patiënt nul. Die zou gevonden kunnen worden door oude griepmonsters opnieuw te testen.
De weinige informatie die naar buiten is gedruppeld, suggereert dat het virus in 2019 al ver buiten Wuhan circuleerde. Chinese onderzoekers ontdekten dat een kind op meer dan honderd kilometer van Wuhan op 2 januari ziek was geworden van het virus, wat suggereert dat het virus zich al in december wijd verspreidde.
Een WHO-rapport, geschreven in juli maar gepubliceerd in november, zei dat de Chinese autoriteiten in december 2019 al 124 gevallen hadden geïdentificeerd, waaronder vijf gevallen buiten Wuhan.
Een team van de WHO dat begin januari naar China afreisde om de oorsprong van het coronavirus te onderzoeken, is door de autoriteiten de toegang tot het land geweigerd., zo meldt CNN op 6 januari.
In 2020 overleden tot en met week 51 ruim 162 duizend mensen, 13 duizend meer dan verwacht. Sinds de Tweede Wereldoorlog is een dergelijke stijging van het aantal overledenen niet waargenomen. Vanwege de beperkende maatregelen kromp de consumptie van huishoudens in de eerste drie kwartalen van de 2020 met 6,4 procent ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2019. Ook een dergelijke krimp is in de naoorlogse jaren niet voorgekomen. Dit meldt het CBS in het jaaroverzicht 2020..
Tijdens de eerste golf van de coronapandemie in Nederland (week 11 tot en met week 19) was de oversterfte, het verschil tussen de waargenomen en de verwachte sterfte, naar schatting bijna 9 duizend. De verwachte(wekelijkse) sterfte is gebaseerd op eerdere jaren en demografische ontwikkelingen. In de eerste dertien weken van de tweede golf (week 39 tot en met week 51) overleden 6,1 duizend meer mensen dan voor deze periode werd verwacht. Ook tijdens de hittegolf in week 33 en 34 was er oversterfte. In de andere weken van 2020 was de sterfte lager dan verwacht. Hierdoor komt de oversterfte tot en met week 51 uit op 13 duizend mensen.Het ziekteverzuim was in de eerste drie kwartalen van 2020 hoger dan in voorgaande jaren. Net als in de voorgaande jaren was het verzuim het hoogst in gezondheidszorg en welzijn, 5,9 procent. Binnen deze bedrijfstak was het verzuim het hoogst in verpleging, verzorging en thuiszorg (7,1 procent).
Beperkingen zichtbaar in huwelijkssluitingen, migratie en overlast
Het aantal afgesloten huwelijken en geregistreerde partnerschappen van januari tot en met oktober was 15,4 procent minder dan in dezelfde maanden in 2019. Dit kwam vooral door een sterke daling van het aantal huwelijken in het tweede kwartaal.
Door beperkingen in het grensverkeer kwamen er van januari tot en met oktober 50 duizend immigranten minder dan een jaar eerder, een vijfde minder dan in 2019. Het aantal eerste asielaanvragers en nareizigers lag in dezelfde periode ruim een derde lager dan in 2019. Er emigreerden ruim 8 duizend mensen minder, een daling van 6 procent. De daling van het aantal immigranten en asielzoekers vond vooral plaats in het tweede kwartaal, toen er veel inreisverboden van kracht waren.
De geregistreerde overlast lag in het eerste halfjaar van 2020 bijna 40 procent hoger dan diezelfde periode in 2019. De geregistreerde misdaad was van januari tot en met november 0,5 procent lager dan in 2019. Het aantal woninginbraken nam in deze periode met een vijfde af.
Extreme terugval consumptie
De economie kende in 2020 een zeer sterke golfbeweging: extreme krimp in het tweede en extreme groei in het derde kwartaal, die echter niet hoog genoeg was om de krimp in het tweede kwartaal en het eerste te compenseren. Het bruto binnenlands product (bbp) kromp in de eerste drie kwartalen van 2020 met 4,1 procent ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 2019. Deze krimp kwam vooral op conto van de daling van de consumptie door huishoudens (6,4 procent) door het beperken van de consumptiemogelijkheden door overheidsmaatregelen, zoals sluiting van horecagelegenheden. Ook de afname van de investeringen met 3,5 procent droeg bij aan de krimp van het bbp. De uitvoer kromp met 4,6 procent, maar doordat de invoer met 4,7 procent kromp, bleef het handelssaldo redelijk overeind.
Dat de ene bedrijfstak meer last heeft van beperkende maatregelen dan de andere is goed te zien aan de ontwikkeling van de toegevoegde waarde. In de eerste drie kwartalen van 2020 kromp de toegevoegde waarde in de horeca met 33 procent ten opzichte van een jaar eerder, en in cultuur, recreatie en overige diensten met 23 procent. Ook vervoer en opslag (met hierin de luchtvaart) en verhuur en overige zakelijke diensten (met hierbinnen de reisbranche en de uitzendbranche) krompen met respectievelijk 16 en 15 procent. De gezondheidszorg en welzijn kromp met 7 procent, doordat de bestrijding van COVID-19 reguliere behandelingen verdrong. De delfstoffenwinning kromp met 24 procent, vanwege het verder dichtdraaien van de gaskraan.
Minder faillissementen
Het aantal faillissementen was in 2020 lager dan een jaar eerder. Mogelijk spelen hier de steunpakketten van de overheid een rol. In het tweede en het derde kwartaal gaf de overheid 36 miljard euro meer uit dan er binnenkwam. Voor de coronacrisis kende Nederland nog een begrotingsoverschot.
De werkzame beroepsbevolking was van januari tot en met november gemiddeld ongeveer gelijk aan die in dezelfde periode van 2019. Door de groei van de bevolking van 15 tot 75 jaar viel de nettoarbeidsparticipatie gemiddeld lager uit: deze daalde van 68,8 naar 68,4 procent. De werkloosheid steeg in deze periode van gemiddeld 3,4 naar 3,8 procent van de beroepsbevolking.
Minder mobiliteit én minder uitstoot
Van januari tot en met november waren er 70 procent minder vliegpassagiers op Nederlandse luchthavens in vergelijking met een jaar eerder. Het aantal inchecks in het openbaar vervoer tot aan week 50 was de helft van dat in 2019. Het wegverkeer tot en met week 51 was doordeweeks gemiddeld 82 procent van dat in 2019 en in de weekenden 76 procent. Vanwege de coronacrisis én CO2-beperkende maatregelen lag de CO2-uitstoot (inclusief die door het internationale vliegverkeer) in de eerste drie kwartalen onder die een jaar eerder. De afzet van motorbrandstoffen uitgedrukt in energiewaarde daalde in de maanden januari tot en met september met 6 procent ten opzichte van de overeenkomstige periode een jaar eerder. Dit impliceert dat er althans door het verkeer en het vervoer naast CO2 ook minder fijnstof en NOX is uitgestoten.
Ook de lengte en duur van files in Nederland nam dit jaar af, met 63 procent, concludeert de ANWB op basis van jaarlijkse filecijfers. Dankzij thuiswerken waren de Nederlandse wegen een stuk rustiger.
Nederland is in lockdown. Dat zat er al een tijdje aan te komen. Al maandenlang werd ervoor gewaarschuwd en toch gebeurt het. Waarom? We gaan op zoek naar antwoorden.
De corona pandemie blijft telkens weer de kop op steken met nieuwe golven van besmettingen. We zagen het na de zomervakantie, we zagen het na bijeenkomsten en we zien het na de winkeldrukte na black friday.
Het RIVM deed onderzoek naar het draagvlak van de coronamaatregelen en naar de naleving daarvan. Wanneer we die met elkaar vergelijken zien we het volgende beeld ontstaan.
Over het algemeen is het draagvlak voor de maatregelen groot: het varieert van 81% tot 93%. Uitzondering is het ontvangen van een maximaal aantal personen thuis. Daarvoor is het draagvlak maar 60%.
Wanneer we kijken naar de naleving van de maatregelen, dan zien we een grote spreiding, van 35% voor vaak handen wassen tot 93% ontvangen van een maximaal aantal personen thuis. Overigens valt op dat deze maatregel de enige is waarvoor de naleving groter is dan het draagvlak.
Zorgwekkend is dat slechts 44% van de ondervraagden aangeeft thuis te blijven bij klachten of zich bij klachten te laten testen. Meer dan de helft doet dit dus niet. En de overige maatregelen worden gemiddeld door een derde van de ondervraagden niet nageleefd, ondanks het (soms veel hogere) draagvlak.
Wat dat voor gevolgen kan hebben laten we zien aan de hand van een paar voorbeelden. Zoals een wetenschappelijke conferentie in Boston. Die vond plaats in het begin van de pandemie en tijdens de conferentie waren er nauwelijks maatregelen van kracht. De besmettingen die daar plaatsvonden hadden uiteindelijk meer dan 300.000 besmettingen tot gevolg.
De kern van de boodschap is dat een paar mensen die zich niet aan maatregelen houden en besmet raken, een domino-effect kunnen veroorzaken. Dat zijn de zogenaamde super-spreaders.
Gaat de lockdown helpen?
Een ander kenmerk van de groep superverspreiders is dat ze doorgaans erg sociaal actief zijn en veel contacten hebben. Een lockdown zal de kans dat mensen besmet raken en het virus verspreiden zeker verminderen.
Maar er zijn zorgwekkende signalen. Zoals de 30% die zich niet aan maatregelen houdt. Ze kunnen weliswaar niet winkelen of naar het cafe, maar een harde kern zal zeker proberen om thuis of op afgelegen plekken feesten te organiseren. We weten dat dat gebeurt en we weten ook dat daarop niet of nauwelijks wordt gehandhaafd.
Openbaar vervoersbedrijven constateren dat 10% van de reizigers bewust geen mondkapje draagt. Velen daarvan maken deel uit van een harde kern van mensen die zich tegen elke vorm van maatregelen verzetten, en waarop het uitdelen van boetes ook geen effect schijnt te hebben.
Zelfs als die harde kern maar 1% van de Nederlandse bevolking uitmaakt, gaat het om bijna 200.000 mensen. Ga maar na wat die kunnen aanrichten als een paar besmettingen tijdens een conferentie 300.000 besmettingen wereldwijd tot gevolg kunnen hebben.
Harder handhaven
China boekt indrukwekkende resultaten in het beheersen van de pandemie. Dat kan het land alleen maar bereiken door het nemen van draconische maatregelen. Op het moment dat er een besmetting opduikt vindt er vrijwel onmiddellijk een bevolkingsonderzoek plaats en gaan hele gebieden in quarantaine. Ook de handhaving daarvan is rigoureus. Vergeleken daarmee is de Nederlandse aanpak (en de Europese in het algemeen) vissen met een gescheurd net.
En een vaccin dan?
Coronavaccins geven voorlopig vooral hoop. De ervaring tot nu toe leert dat die hoop ook leidt tot optimistische inschattingen van de snelheid waarmee bescherming kan worden opgebouwd. Natuurlijk is het geweldig dat er nu al goedgekeurde vaccins zijn. Maar de eerste vaccinaties die met veel bombarie worden gepresenteerd zijn vooral pr-acties. De daadwerkelijke uitrol is een heel ander verhaal. Daarover horen we ook al de eerste concrete berichten die op vertraging duiden: problemen met transport en opslag, minder beschikbare hoeveelheden dan verwacht, latere goedkeuringen van een deel van de producenten. En opnieuw 30% die niet mee wil doen.
Naast de bekende en concrete problemen zijn er ook nog de onzekerheden over de daadwerkelijke bescherming van de vaccins: hoe lang is de bescherming werkzaam, voor hoeveel mensen werkt ze in de praktijk? 90% bescherming klinkt fantastisch, maar dat betekent ook dat het voor 10% van de gevaccineerden niet werkt. Mensen die zich ondertussen wel beschermd voelen en daarnaar handelen.
Er wordt hard gewerkt om de coronapandemie te beteugelen. Maar vooral in de westerse wereld zijn de maatregelen onvoldoende gecoördineerd, gecontroleerd en gehandhaafd. Daar zijn wellicht argumenten voor aan te dragen als het gaat om het beschermen van de economie en handhaven van de maatschappelijke stabiliteit.
Onderaan de streep gaat het nu echter om onze totale samenleving, die alleen duurzaam kan voortbestaan wanneer aan de meest elementaire voorwaarde, de gezondheid van de mensen waaruit ze bestaat, wordt voldaan.
Die samenleving wordt op dit moment wellicht nog meer bedreigd door een groep die zich niet solidair wenst te gedragen, dan door de hele pandemie zelf. Maar misschien is dat wel de echte pandemie.
Vleermuizen in de grensgebieden van Zuid- en Zuidwest-China herbergen meerdere coronavirussen, inclusief naaste verwanten van Sars-CoV-2, dat Covid-19 veroorzaakt. Ook die kunnen oversteken naar mensen. Dat zei Dr. Shi Zhengli van het Wuhan Institute of Virology, meldt The Guardian.
De opmerkingen van Shi, die de bijnaam “Bat Woman” heeft gekregen omdat haar onderzoeksgroep vleermuiscoronavirussen bestudeert, werden gemaakt tijdens een webinar georganiseerd door de Franse medische en veterinaire academies. Daar kwamen twee internationale teams van de Wereldgezondheidsorganisatie en het medische tijdschrift Lancet bijeen om de oorsprong van de pandemie te onderzoeken.
Onderzoek politiek gepolariseerd
Dat onderzoek is sterk gepolitiseerd geraakt. De VS en China beschuldigen elkaar ervan de oorzaak te zijn van de pandemie terwijl hun handelsoorlog voortschrijdt. Andere landen, waaronder India, zijn ook genoemd als mogelijke bronnen. Het laboratorium van Shi werd eerder beschuldigd de oorzaak te zijn van een viruslek. Er is geen bewijs om de bewering te ondersteunen en Shi heeft het krachtig ontkend. Er heeft echter nooit onafhankelijk onderzoek naar plaatsgevonden.
De viroloog suggereerde niet dat China uit de onderzoeken zou moeten worden verwijderd, alleen dat die onderzoeken verder zouden gaan dan China, wat ze wel zullen doen.
Aangenomen wordt dat vleermuizen het natuurlijke reservoir voor Sars-CoV-2 vormen. Hoewel Shi zei dat het virus hoogstwaarschijnlijk werd doorgegeven aan een ander dier voordat het de mens bereikte, moet dat dier (de tussengastheer) nog worden geïdentificeerd.
Het is ook onduidelijk hoelang het virus in dat dier of bij mensen zou kunnen circuleren voordat het eind vorig jaar werd ontdekt. Dat zou geruime tijd kunnen zijn.
Prof Edward Holmes, een viroloog aan de Universiteit van Sydney, was het ermee eens dat het virus lange tijd in een tussengastheer had kunnen zitten, en misschien zelfs een paar maanden bij mensen voordat het werd gemeld.
De onderzoekers van de Lancet en de WHO realiseren zich dat ze misschien nooit kunnen achterhalen welke weg het virus heeft afgelegd voordat het op mensen werd overgedragen, zo lang na de gebeurtenis.
Hun doel is om het ecosysteem dat die cross-over mogelijk heeft gemaakt in kaart te brengen om te voorkomen dat het opnieuw gebeurt.
De groep van Shi meldde vorig jaar dat er hotspots waren in China, met name in het zuiden en zuidwesten, waar Sars-achtige coronavirussen een hoge genetische diversiteit vertonen en daardoor een hoog vermogen tot verandering.
Analyse die het team in oktober publiceerde, gaf aan dat sommigen al in staat waren menselijke cellen binnen te dringen - een bevinding die Shi in het webinar beschrijft als "zeer verrassend".
Andere coronavirussen, gerelateerd aan de virussen die de uitbraak van het Midden-Oosten respiratoir syndroom (Mers) in Saoedi-Arabië in 2012 veroorzaakten, circuleren onder dieren in Europa en Afrika.
"We denken dat deze virussen een hoog risico hebben op overdracht van tussensoorten op de mens", zei Shi.
Opmerkelijke timing
Het moment waarop deze informatie naar buiten komt is opmerkelijk. Eerder deze week werd het resultaat van bloedonderzoek in de Verenigde Staten bekend. Daaruit bleek dat Sars-CoV-2 al in de VS aanwezig was, ruim voordat diagnoses van Chinese besmettingen bekend werden.
Bovendien werden bij eerdere onderzoeken naar coronavirussen, waaronder dat van Shi zelf, ook proefdieren gebruikt. Daardoor kan nog steeds niet worden uitgesloten dat die proefdieren een rol hebben gespeeld in de overgang van het virus op mensen.
Volgens nieuw onderzoek van het Amerikaanse Center for Disease Control and Prevention (CDC) was het coronavirus al medio december 2019 in de VS, veel eerder dan officieel gemeld in China of de VS.
Het onderzoek, dat is gepubliceerd in het tijdschrift Clinical Infectious Diseases,toont aan dat het virus voorkwam in 106 van 7.389 bloeddonaties aan het Rode Kruis, in negen verschillende staten.
Deze donaties werden verzameld tussen 13 december 2019 en 17 januari 2020, en het Rode Kruis diende ze later in bij de CDC om te testen op antilichamen.
Verspreid over de VS
Antilichamen werden gevonden in monsters aan de westkust in Washington, Oregon en Californië, allemaal verzameld tussen 13 en 16 december. Antilichamen werden gedetecteerd in monsters in Connecticut, Iowa, Massachusetts, Michigan, Rhode Island en Wisconsin. Die monsters werden verzameld tussen 30 december en 17 januari.
De antilichamen bleken specifiek te zijn voor COVID-19. Dat ze afkomstig zouden kunnen zijn van andere coronavirussen hebben de onderzoekers nagetrokken en uitgesloten. Antilichamen ontstaan nadat een infectie heeft plaatsgevonden en het ziektebeeld is doorlopen. Dat proces duurt minimaal enkele weken.
Het eerste geval van het virus in de VS werd op 19 januari officieel gemeld bij een man die onlangs was teruggekeerd uit China. Twee mensen die later in de VS werden gediagnosticeerd, hadden halverwege de maand symptomen.
Uit een eerdere CDC-studie bleek dat naar schatting niet meer dan 23 procent van de besmette personen in de VS antilichamen tegen het virus heeft. Dat maakt het bewijs sterk dat de eerdere aanwezigheid van antilichamen de vroegere aanwezigheid van het coronavirus in de VS aantoont.
Nieuwe vragen
Met de nieuwe bevindingen rijst ook de vraag of het coronavirus überhaupt uit China komt, zoals eerder stellig door veel instanties werd gesteld. Of dat het wellicht al veel eerder aanwezig was dan officieel werd toegegeven.
Al eerder viel op dat de discussie over de mogelijke herkomst van het virus in mei plotseling verstomde en vrijwel uit de media verdween. Ook de verwijzingen van president Trump van de VS naar het 'China' coronavirus werden toen plots veel minder luidruchtig.
Met de uitkomsten van dit onderzoek kan de discussie rond de herkomst van het coronavirus een heel nieuwe wending nemen.
Een neusspray kan de opname van het SARS-CoV-2-virus volledig tegenhouden en voorkomen. Dat blijkt uit een kleine studie die is vrijgegeven door een internationaal team van wetenschappers. De studie, die beperkt was tot fretten en nog niet door vakgenoten is beoordeeld, werd op verzoek van The New York Times beoordeeld door verschillende gezondheidsexperts.
Als blijkt dat de spray daadwerkelijk ook bij mensen werkt, zou dit een nieuwe manier kunnen zijn om de pandemie te bestrijden. Elke dag een snuif in de neus zou als een vaccin werken.
Het onderzoek is al enkele maanden aan de gang door wetenschappers van het Columbia University Medical Center in New York, het Erasmus Medical Center in Nederland en de Cornell University in Ithaca, New York. De resultaten werden op 5 november gepubliceerd op BiorXiv.
Als een ritssluiting
Een SARS-CoV-2-infectie ontstaat door fusie tussen de celmembranen van het virus en de gast, geholpen door het virale spike-eiwit. De onderzoekers hebben een dimere lipopeptide fusieremmer ontworpen die deze cruciale eerste stap van infectie voor opkomende coronavirussen blokkeert en beschrijven dat met de methode een SARS-CoV-2-infectie bij fretten volledig voorkomen wordt.
In populaire taal betekent het, dat de methode werkt als een ritssluiting: wanneer het virus zich opent om zich aan een gastheer te hechten, wordt er als het ware meteen een nieuwe ritssluiting aan het open deel vastgemaakt, zodat deze zich niet kan verbinden. Zo wordt het virus onschadelijk en de infectie voorkomen.
Dagelijkse toediening in de neus bij fretten voorkwam volledig de overdracht van SARS-CoV-2 tijdens direct contact gedurende 24-uur met geïnfecteerde dieren. De voorwaarden waren zodanig dat alle onbehandelde dieren wel werden geïnfecteerd.
Deze lipopeptiden zijn zeer stabiel en niet-toxisch en vertalen zich dus gemakkelijk in een veilige en effectieve intranasale profylactische benadering om de overdracht van SARS-CoV-2 te verminderen, aldus de studie.
Europa dreigt volgend jaar opnieuw te worden getroffen door golven van corona-infecties, waarschuwt de Franse wetenschappelijke raad. Zelfs als de lockdowns het aantal nieuwe infecties verminderen zijn nieuwe ziektegolven waarschijnlijk zolang er geen vaccin beschikbaar is.
De tweede golf die Europa teistert, zou eind december of begin 2021 kunnen afnemen, zei de Franse raad in een verklaring op 30 oktober, zo meldt AFP.
Maar zolang er geen vaccin beschikbaar is - en dat kan naar verwachting tot ver in het nieuwe jaar duren - zijn nieuwe uitbraken zeer waarschijnlijk.
Weerpatronen, de effectiviteit van test-and-trace-beleid en de stringentie van lockdowns zullen allemaal een impact hebben op de timing, intensiteit en duur van nieuwe golven.
Verschillende strategieën
Het adviesorgaan liet verschillende mogelijke strategieën zien om met opeenvolgende infectiegolven om te gaan. Een daarvan zou een "aan / uit-strategie" zijn van gedeeltelijke lockdowns om de circulatie van het virus te beperken. Maar de maatschappelijke tolerantie voor dergelijke maatregelen kan een probleem worden.
Een andere benadering, die de voorkeur geniet van verschillende Aziatische landen, Denemarken, Finland en Duitsland, is erop gericht het aantal nieuwe gevallen onder een bepaalde drempel te beperken en onmiddellijk actie te ondernemen als het aantal gevallen begint te pieken.
Deze "vroege interventie" -strategie zou op de lange termijn het minst schadelijk zijn voor economieën, aldus de raad.
Iedereen testen, helpt dat?
Terwijl landen over de hele wereld moeite hebben om hun coronavirus-tests op te schalen, slaagde Slowakije er in het laatste oktober-weekend in om meer dan 3,6 miljoen mensen - tweederde van de bevolking - in twee dagen tijd te testen.
Iets meer dan 1% van de deelnemers testte positief, ongeveer 38.359 mensen in totaal, volgens de officiële website van het programma.
Mike Tildesley, een expert op het gebied van infectieziekten aan de Universiteit Warwick en een wetenschappelijk adviseur van de Britse regering, zei dat effectieve massatesten op de lange termijn kunnen worden gebruikt als alternatief voor een lockdown om de verspreiding van ziekten te beheersen.
Maar dan moeten ze wel met een paar dagen tussenpozen herhaald blijven worden. Want iemand die vandaag nog negatief is, kan morgen besmet raken. Bovendien hebben de sneltests een hoge foutmarge.
De vraag is dan welke landen er operationeel toe in staat zijn om hun hele bevolking minstens wekelijks te kunnen testen. En aansluitend afdoende maatregelen te nemen om verdere infectie ook daadwerkelijk te voorkomen.
Sinds de uitbraak van het coronavirus worden gebruikte mondkapjes steeds vaker op straat gegooid. Met de mondkapjesplicht in aantocht vrezen Nederland Schoon en Plastic Soup Foundation dat het probleem van ‘zwerfkapjes’ alleen maar groter zal worden. Naast dat mondkapjes op straat vervuilend zijn voor de omgeving, is er ook een mogelijk risico dat het mondkapje geïnfecteerd is met het coronavirus. Wanneer kinderen dit nietsvermoedend oppakken, zou dit tot besmetting kunnen leiden.
“Gooi een gebruikt mondkapje daarom altijd in de afvalbak of draag een herbruikbaar mondkapje”, is de boodschap van Helene van Zutphen, directeur van Nederland Schoon. Om iedereen bewust te maken van deze boodschap, is de campagne #mondkapjegeenzwerfkapje gelanceerd.
“Het is belangrijk om opnieuw aandacht te vragen voor dit zwerfafvalprobleem, want ieder mondkapje dat op straat of in de natuur belandt is er een teveel. Een herbruikbaar mondkapje heeft daarom de voorkeur. Wordt er toch gebruik gemaakt van wegwerpmaterialen, dan horen mondkapjes na gebruik bij het restafval te worden weggegooid.”, aldus Helene van Zutphen.
Mondkapjes het nieuwe zwerfafvalprobleem
Op dinsdag 13 oktober kondigde de overheid strengere maatregelen aan in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus. Een van deze maatregelen is het dragen van een mondkapje in openbare ruimtes. Momenteel wordt gewerkt aan de ‘coronawet’ die dit verplicht maakt. Nederland Schoon en Plastic Soup Foundation vrezen dat wanneer er meer mondkapjes gedragen worden, er ook meer op straat en in de natuur belanden. Dit nieuwe zwerfafvalprobleem werd al aan het begin van de coronacrisis geconstateerd en neemt naar verwachting alleen maar toe. Ook Supporters van Schoon melden steeds vaker dat er mondkapjes op straat gevonden worden. In aanloop naar de mondkapjesplicht roepen Nederland Schoon en Plastic Soup Foundation daarom op van een mondkapje geen zwerfkapje te maken en gebruikte mondkapjes weg te gooien in de afvalbak.
#mondkapjegeenzwerfkapje
Met de slogan ‘Maak van je mondkapje geen zwerfkapje’ doen Nederland Schoon en Plastic Soup Foundation een oproep aan alle Nederlanders om gebruikte mondkapjes in de afvalbak te gooien. De campagne zal te zien zijn op honderden digitale schermen in winkelcentra en daarnaast op tientallen grote digitale schermen verspreid over heel Nederland. Met de hashtag #mondkapjegeenzwerfkapje wordt online en op social media aandacht voor het probleem gevraagd.
De gemiddeld lage leeftijd van de Afrikaanse bevolking is een belangrijke verklaring voor het relatief lage aantal covid-19-doden op het continent. Maar het is niet de enige verklaring, schrijven experts Kevin Marsh en Moses Alobo.
Toen covid-19 zich dit voorjaar over de wereld verspreidde, hielden velen hun hart vast voor Afrika. Er doemden apocalyptische visioenen op over overbelaste en ondergefinancierde zorgsystemen in combinatie met de al bestaande druk van (infectie)ziekten.
Het pakte echter anders uit. Op 29 september telde de wereld 1 miljoen gerapporteerde doden (het werkelijke cijfer ligt uiteraard hoger). Op dezelfde dag stond de teller in Afrika op 35.954 doden.
Afrika is goed voor 17 procent van de wereldbevolking, maar voor slechts 3,5 procent van de gerapporteerde wereldwijde covid-19-doden. Alle sterfgevallen doen ertoe, en we moeten die lage cijfers niet bagatelliseren. En uiteraard zullen de data die uit de verschillende landen komen, variëren in kwaliteit. Maar de kloof tussen de voorspellingen en wat er daadwerkelijk plaatsvindt, is groot. Over de oorzaken hiervan is al veel gesproken.
Ziekteverloop milder
Bij de African Academy of Sciences heeft ons covid-19-team die discussies nauwlettend gevolgd. Het beeld dat daaruit ontstaat, is dat in veel Afrikaanse landen de transmissie hoger is, maar het ziekteverloop en de mortaliteit minder ernstig dan in China en Europa.
We denken dat dit voor een belangrijk deel te verklaren is uit het feit dat Afrika een veel jongere bevolking heeft. Een deel van de kloof zal ook te verklaren zijn uit onderrapportage, maar er zijn daarnaast andere plausibele verklaringen. Die variëren van klimatologische verschillen tot al bestaande immuniteit, genetische factoren en gedragsfactoren.
Gezien de grote verschillen in omstandigheden op het continent – met 55 lidstaten – zal de invloed van elk van deze factoren in een specifieke omgeving anders zijn. Maar de rode draad is dat wat eerder een mysterie leek, minder vreemd is nu steeds meer onderzoeksresultaten bekend worden.
Leeftijd
De belangrijkste verklaring voor het lage aantal doden is de leeftijdsstructuur van de bevolking. In verschillende landen bleek het risico om te overlijden aan covid-19 voor tachtigplussers meer dan honderd keer hoger dan voor twintigers.
Dit is het beste te illustreren met een voorbeeld. Op 30 september had het Verenigd Koninkrijk 41.980 covid-19 doden gemeld, terwijl Kenia 691 sterfgevallen had gerapporteerd. De bevolking van het VK ligt rond 66 miljoen mensen met mediane leeftijd van 40. Kenia telt 51 miljoen inwoners, met een mediane leeftijd van 20 jaar.
Gecorrigeerd voor de bevolkingsomvang, zou het dodental in Kenia ongeveer 32.000 moeten zijn. Als echter ook de bevolkingsstructuur in ogenschouw wordt genomen (als het aantal doden op basis van specifieke leeftijd in het VK wordt toegepast op de bevolkingsstructuur in Kenia), zouden er 5.000 doden moeten zijn in Kenia. Er rest dan nog een flink verschil tussen de bijna 700 gerapporteerde doden in Kenia, en deze 5.000. Wat zijn de oorzaken van dit resterende verschil?
Andere mogelijke oorzaken
Eén mogelijkheid is dat niet alle doden geïdentificeerd en gerapporteerd worden.
Kenia had, net als de meeste andere landen, aanvankelijk te weinig testcapaciteit en de juiste doodsoorzaak registreren is niet altijd eenvoudig. Kenia wist de testcapaciteit echter snel op te bouwen en extra aandacht voor sterfgevallen maakt het onwaarschijnlijk dat een kloof van deze omvang volledig te wijten is aan ontbrekende informatie.
Er zijn veel andere mogelijke oorzaken. Een recente studie in Europa liet een aanzienlijke afname van de sterfte zien bij hogere temperaturen en luchtvochtigheid. De auteurs kwamen met de hypothese dat dit kan komen doordat de mechanismen die in onze luchtwegen een virus opruimen, beter werken bij warm weer en hogere luchtvochtigheid. Mensen zouden dan minder virusdeeltjes binnenkrijgen.
Een systematische review van wereldwijde data bevestigt dat een warm en vochtig klimaat de verspreiding van covid-19 vermindert, maar laat ook zien dat dit niet de enige verklaring kan zijn voor de verschillen in transmissie. Het is belangrijk om te constateren dat klimatologische omstandigheden in verschillende delen van Afrika aanzienlijk kunnen variëren. Niet alle landen zijn warm of hebben een hoge luchtvochtigheid en als dat wel zo is, is dat vaak niet gedurende het hele jaar.
Tuberculose vaccinatie
Andere mogelijkheden zijn een al bestaande immuniteit als gevolg van eerdere blootstelling aan pathogenen of BCG-vaccinatie, een vaccin tegen tuberculose dat in de meeste Afrikaanse landen na de geboorte wordt toegediend. Een omvangrijke analyse – op basis van gegevens uit 55 landen die 63 procent van de wereldbevolking representeren – liet een significante correlatie zien tussen de dekking van het BCG-vaccin op jonge leeftijd en minder heftige impact van covid-19.
Ook genetische factoren kunnen meespelen. Een recentelijk beschreven haplotype (een groep genen) dat geassocieerd wordt met een hoger risico op een ernstig verloop van covid-19 is aanwezig in 30 procent van de Zuid-Aziatische genomen, in 8 procent van de Europese en vrijwel afwezig in Afrika.
De rol van deze factoren en andere – zoals potentiële verschillen in sociale structuren en mobiliteit – wordt nog onderzocht.
Een effectiever antwoord
Een mogelijkheid is ook dat de publieke gezondheidszorg in Afrikaanse landen door eerdere ervaringen (zoals uitbraken van epidemieën) eenvoudigweg effectiever was in het beperken van de overdracht dan andere delen van de wereld.
Maar in Kenia piekte de epidemie in juli: bijna 40 procent van de bevolking in de steden was toen geïnfecteerd. Een soortgelijk beeld is te zien in andere landen. Dit betekent dat de maatregelen weinig invloed hadden op de virale transmissie op zich, hoewel het kan betekenen dat groepsimmuniteit nu wel een rol speelt in de beperking van de transmissie.
Er is nog een belangrijke mogelijke factor: het idee dat de virale lading (het aantal virusdeeltjes dat aan iemand wordt overgedragen) bepalend is voor de ernst van het verloop. Er wordt gesuggereerd dat gezichtsmaskers de virale lading verminderen en dat het dragen ervan de kans op een ernstig verloop van de ziekte beperkt. Hoewel de WHO gezichtsmaskers aanbeveelt, wordt er met dat advies verschillend omgegaan. In veel Europese landen wordt het minder strikt opgevolgd, vergeleken met veel delen van Afrika.
Heeft Afrika de grootste problemen dan inmiddels achter zich gelaten? Dat is duidelijk niet het geval. Er waart nog genoeg van het virus rond en we weten niet wat er gebeurt als de interactie tussen het virus en de mens zich verder ontwikkelt.
Wat echter wel duidelijk lijkt, is dat de secundaire effecten van de pandemie de echte covid-19-uitdaging voor Afrika zullen worden. Dan gaat het om de ernstige onderbrekingen van sociale en economische activiteiten en ook om de potentieel verwoestende gevolgen van het uitblijven van routinevaccinaties die miljoenen mensen beschermen en beperking van programma’s voor tuberculose, hiv en malaria.
Onderzoeksagenda’s
Een belangrijke implicatie van het beeld dat nu ontstaat, is een herevaluatie van de Afrikaanse covid-19-onderzoeksagenda’s. Hoewel veel van de oorspronkelijke prioriteiten nog steeds gelden, is het relatieve belang ervan waarschijnlijk veranderd. Het is zaak om te gaan met de problematiek zo die nu is, in plaats van hoe we die ons zes maanden geleden voorstelden.
Hetzelfde geldt voor het publieke gezondheidsbeleid. Natuurlijk blijven basisregels zoals handen wassen belangrijk (ook los van covid-19). En we moeten gezichtsmaskers blijven dragen zo lang er nog sprake is van covid-19-besmettingen. Maar andere maatregelen, die een breder effect hebben op de samenleving, zoals onderwijsbeperkingen en het beperken van economische activiteit, moeten continu afgewogen worden.
Het is nu belangrijk om de surveillance te vergroten en te garanderen dat flexibele antwoorden gebaseerd zijn op realtime data van hoge kwaliteit.
Kevin Marsh is hoogleraar Tropische Geneeskunde aan de Universiteit van Oxford. Moses Alobo is programmamanager van Grand Challenges Africa aan de African Academy of Sciences in Nairobi (Kenia).
Een groep Zweedse wetenschappers analyseerde de maatregelen die door landen zijn genomen tijdens de vroege fase van de Covid-19-pandemie. Ze ontdekten dat regeringen liever het voorbeeld van anderen volgden en hun beslissingen baseerden op wat andere landen deden, in plaats van te handelen op basis van daadwerkelijk onderzoek naar effectieve maatregelen.
Door de complexiteit die gepaard gaat met beslissen tijdens een pandemie, staan regeringen voor het dilemma om toch snel te handelen terwijl hun besluitvormingsprocessen gebaseerd zijn op democratische processen. De bevindingen tonen aan dat regeringen in tijden van ernstige crisis sneller het voorbeeld van anderen volgen en hun beslissingen baseren op wat andere landen doen.
Overheden in landen met een sterkere democratische structuur reageren trager op de pandemie, maar zijn gevoeliger voor de invloed van andere landen.
Na de uitbraak van het coronavirus zijn over de hele wereld ongekende beleidsmaatregelen aangenomen die individuele bewegingsvrijheid en gedrag beperken, waardoor samenlevingen in verschillende mate op slot gingen. Dit beleid - vaak bekend als 'niet-farmaceutische interventies' (NPI's) - omvat onder meer het sluiten van scholen, reisbeperkingen, uitgaansverboden en quarantaines, en wordt ingegeven door de noodzaak van 'social distancing' om de verspreiding van het COVID-19-virus te vertragen.
Hoewel timing van NPI's cruciaal is, is het een uitdaging om een optimale timing te bepalen. Te lang wachten kan ertoe leiden dat de verspreiding uit de hand loopt en het gezondheidszorgsysteem overspoelt. Het te vroeg of te uniform invoeren van interventies in een heel land kan ook gevaarlijk zijn, aangezien dit het het risico op een tweede golf van infecties kan vergroten zodra de eerste interventies zijn stopgezet.
Elke interventie brengt ook aanzienlijke en langdurige sociale en economische kosten met zich mee in termen van het welzijn van de burgers en de verloren economische activiteit. Verder zijn interventies afhankelijk van de bereidheid van burgers om te gehoorzamen - een bereidheid die in de loop van de interventie waarschijnlijk zal afnemen. Ten slotte is de timing van versoepelende interventies problematisch en hangt af van het moment waarop de interventies aanvankelijk begonnen.
Een groot deel van het debat over de volksgezondheid is gericht op de vraag of een land al dan niet een bepaald beleid nodig heeft om de volksgezondheid van zijn burgers te beschermen. Er is weinig aandacht besteed aan de timing van beleidsinterventies. Dit onderzoek concludeert dat er sprake is van internationale nabootsing van maatregelen. Dat betekent dat sommige landen eerder dan nodig beperkende maatregelen hebben genomen. Als dat het geval is, kunnen dergelijke landen buitensporig hoge sociale en economische kosten hebben gemaakt en kunnen ze problemen ondervinden bij het handhaven van noodzakelijke maatregelen, als gevolg van lockdown-vermoeidheid.
Wetenschappers van University of San Francisco UCSF hebben een nieuwe methode bedacht om de verspreiding van SARS-CoV-2, het virus dat COVD-19 veroorzaakt, onschadelijk te maken en te stoppen.
Onder leiding van UCSF-afgestudeerde student Michael Schoof, ontwierp een team van onderzoekers een volledig synthetisch, productieklaar molecuul dat de cruciale SARS-CoV-2-machine omhult waarmee het virus onze cellen kan infecteren. Dat is beschreven in een nieuw artikel op de preprint-server bioRxiv. Daarin tonen experimenten met levend virus aan dat het molecuul een van de krachtigste antivirale middelen tegen SARS-CoV-2 is die tot nu toe zijn ontdekt.
Het principe van de werking is heel eenvoudig. De "AeroNabs", zoals de moleculen worden genoemd, binden zich aan de spikes van het coronavirus. Zo wordt het voor het virus onmogelijk gemaakt om zich aan cellen vast te klampen en er binnen te dringen. Het virus kan zich niet meer vermenigvuldigen en sterft af.
In deze video zie je hoe dat werkt:
De moleculen kunnen door patiënten zelf worden toegediend met een neusspray of inhalator. Als AeroNabs eenmaal per dag wordt gebruikt, kan het een krachtige, betrouwbare bescherming bieden tegen SARS-CoV-2 totdat er een vaccin beschikbaar komt. Het onderzoeksteam voert actieve besprekingen met commerciële partners om de productie en klinische tests van AeroNabs op te voeren. Als deze tests succesvol zijn, proberen de wetenschappers AeroNabs algemeen beschikbaar te maken als een goedkope, vrij verkrijgbare medicatie om COVID-19 te voorkomen en te behandelen.
Ontwerp bij lama's afgekeken
Hoewel AeroNabs volledig in het laboratorium is ontwikkeld, werden ze geïnspireerd door nanobodies, antilichaamachtige immuunproteïnen die van nature voorkomen in lama's, kamelen en aanverwante dieren.
"Hoewel ze net zo werken als de antilichamen die in het menselijk immuunsysteem worden aangetroffen, bieden nanobodies een aantal unieke voordelen voor effectieve therapieën tegen SARS-CoV-2", legt mede-uitvinder Aashish Manglik uit.
Nanobodies zijn bijvoorbeeld een orde van grootte kleiner dan menselijke antilichamen. Door hun kleine formaat en relatief eenvoudige structuur zijn ze aanzienlijk stabieler dan de antilichamen van andere zoogdieren. Bovendien kunnen nanobodies, in tegenstelling tot menselijke antilichamen, gemakkelijk en goedkoop in massa worden geproduceerd: wetenschappers voegen de genen in die de moleculaire blauwdrukken bevatten om nanobodies te bouwen in E. coli of gist, en transformeren deze microben in fabrieken van nanobodies met een hoge output. Dezelfde methode wordt al tientallen jaren veilig gebruikt om insuline massaal te produceren.
Veel jongeren en kinderen zijn ongemerkt besmet met het coronavirus en besmetten dus anderen net zo makkelijk als ouderen. Dat blijkt uit een recent onderzoek uit Korea. Daarmee kan de eerdere conclusie dat jongeren en kinderen zich niet aan de voorschriften hoeven te houden, de prullebak in. Dat blijkt uit een artikel in de New York Times.
De krant meldt dat de Zuid-Koreaanse onderzoekers tussen 6 maart en 26 maart monsters van 193 symptomatische en 110 asymptomatische mensen analyseerden die waren geïsoleerd in een gezondheidscentrum in Cheonan. Van de aanvankelijk asymptomatische patiënten leken ongeveer 30 procent van het totaal gezond.
Dus toch: ook jongeren
Recent Amerikaans onderzoek laat een hoge besmettingsgraad onder kinderen en jongeren zien. Tot eind juli waren er bijna 400.000 kinderen besmet (gerapporteerd), en in de laatste 2 weken van juli nam het aantal met 40% toe.
Ook de deelnemers in het Koreaanse onderzoek waren meestal jong, met een gemiddelde leeftijd van slechts 25 jaar. (Uit een eerdere studie bleek dat kinderen, die meestal licht geïnfecteerd zijn, ook minstens evenveel virussen bevatten als volwassenen.)
"De echte kracht van de studie is dat er een zeer groot aantal patiënten is onderzocht en dat er een zeer goede follow-up was", zei een Amerikaanse wetenschapper die niet bij het onderzoek was betrokken. "Als ze het hebben over asymptomatische patiënten, weten ze echt, echt dat dit echte asymptomatiek was."
De schatting van het onderzoek dat 30 procent van de geïnfecteerde mensen nooit symptomen ontwikkelt, komt overeen met bevindingen uit andere onderzoeken. In een recent televisie-interview gaf dr. Anthony Fauci, directeur van het National Institute of Allergy and Infectious Diseases, 40 procent aan als het cijfer.
"Ongeveer 40 procent van de bevolking zal geen symptomen hebben als ze geïnfecteerd raken," zei Dr. Fauci. Maar "ook al zult u waarschijnlijk geen symptomen krijgen, u verspreidt de uitbraak, wat betekent dat u iemand gaat infecteren, die iemand zal infecteren, die dan ernstige gevolgen zal hebben."
Testen cruciaal
Als er voldoende getest wordt kan iedereen die besmet is, worden afgezonderd van anderen. Maar als het aantal tests amper genoeg is om de zichtbaar zieken te vinden, kunnen asymptomatische mensen - vooral jongeren en sociaal actieven - de samenleving blijven besmetten en het virus op een hoog niveau laten circuleren.
In maart en april 2020 stierven 6 331 inwoners van Nederland bij wie COVID-19, de ziekte veroorzaakt door het nieuwe coronavirus, was vastgesteld. Van nog eens 1 956 overledenen gaf de behandelend arts of schouwarts aan dat COVID-19 de vermoedelijke doodsoorzaak was. In totaal stierven in maart en april 8 287 mensen bij wie COVID-19 de vastgestelde of vermoedelijke doodsoorzaak was. Dit blijkt uit voorlopige cijfers over doodsoorzaken van het CBS.
Het CBS publiceert sinds 3 april wekelijks over het aantal overledenen. Die aantallen zijn gebaseerd op sterfteberichten die het CBS dagelijks binnenkrijgt uit de bevolkingsregisters van gemeenten. Die sterfteberichten bevatten dan nog geen informatie over de doodsoorzaak van de overledenen. De cijfers over doodsoorzaken zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen ingevuld door een arts. Het CBS ontvangt deze verklaringen via de gemeente waar het overlijden heeft plaatsgevonden. Op dit moment is voor de maand april 94,8 procent van de doodsoorzakenverklaringen door het CBS ontvangen en verwerkt, voor maart is dat 97,6 procent. Voor meer informatie: Hoe het CBS de doodsoorzakenstatistiek samenstelt in coronatijd.
Oversterfte in maart en april hoofdzakelijk door COVID-19
In week 10 tot en met 17 (2 maart tot en met 26 april 2020) overleden naar schatting ruim 8 300 mensen meer dan je in deze periode zou verwachten, de zogenoemde oversterfte. Deze schatting is gebaseerd op de sterfteberichten die het CBS dagelijks ontvangt. Volgens de gegevens van de doodsoorzakenstatistiek overleden in dezelfde periode 5 995 mensen bij wie COVID-19 was vastgesteld en 1 891 mensen van wie het vermoeden van overlijden aan COVID-19 is aangegeven door de behandelend arts of schouwarts. Hierbij heeft de behandelend arts of schouwarts gemeld dat COVID-19 een cruciale rol heeft gespeeld bij het overlijden. In totaal stierven volgens de tot nu toe ontvangen doodsoorzaakverklaringen dus 7 886 mensen in week 10 tot en met 17 bij wie COVID-19 de vastgestelde of vermoedelijke doodsoorzaak was. Dit aantal kan toenemen wanneer de nog ontbrekende verklaringen voor deze weken ook verwerkt zijn.
Informatiebronnen CBS en RIVM
Op basis van GGD-meldingen rapporteerde het RIVM voor week 10 tot en met 17 (2 maart tot en met 26 april) 4 890 overledenen aan COVID-19. Het CBS registreert in dezelfde periode op basis van doodsoorzaakverklaringen 5 995 overledenen bij wie COVID-19 is vastgesteld. Dat de cijfers van het CBS en het RIVM verschillen heeft meerdere mogelijke oorzaken. Ten eerste, er kunnen overledenen zijn bij wie de arts op basis van het klinisch beeld COVID-19 aangaf als doodsoorzaak zonder dat dit door een laboratoriumtest is bevestigd. Die overledenen ontbreken dan in de RIVM-cijfers. Ten tweede, overledenen bij wie COVID-19 was vastgesteld met een positieve laboratoriumtest zijn mogelijk niet gemeld bij de GGD en ontbreken daardoor in de cijfers van het RIVM.
Meer mannen dan vrouwen overleden aan COVID-19
Ruim de helft van overledenen aan vastgestelde of vermoedelijke COVID-19 was man: 4 451 mannen en 3 836 vrouwen overleden in maart en april aan COVID-19. Ook relatief gezien, per duizend inwoners, overleden in alle leeftijdsgroepen meer mannen dan vrouwen. Onder 75- tot 80-jarigen stierven meer dan 2 keer zo veel mannen als vrouwen aan vastgestelde COVID-19 (2,28 tegen 1,03 per duizend inwoners).
De gemiddelde leeftijd van overleden mannen bij wie COVID-19 was vastgesteld was 79,6 jaar, bij vrouwen 83,4 jaar. Bij vermoedelijke COVID-19-slachtoffers lag de gemiddelde leeftijd van de overledenen iets hoger: 81,9 jaar bij mannen en 84,6 jaar bij vrouwen.
Sterfte aan andere doodsoorzaken
Uit de voorlopige cijfers blijkt dat in maart en april minder mensen overleden aan hart- en vaatziekten en kanker dan in dezelfde maanden in 2019. Het aantal mensen dat overleed aan een psychische stoornis of ziekte van het zenuwstelsel, zoals dementie, was nagenoeg gelijk aan dezelfde periode vorig jaar. Het aantal zelfdodingen in maart was ongeveer gelijk aan maart 2019; in april lag het aantal zelfdodingen lager dan in dezelfde maand vorig jaar. In maart en april kwamen ongeveer evenveel mensen om in het verkeer als in dezelfde maanden in 2019. Omdat de cijfers over sterfte naar doodsoorzaken nog niet compleet zijn en het slechts twee maanden betreft, mogen er geen definitieve conclusies aan verbonden worden.
[ updated ] Al minstens acht jaar geleden experimenteerden wetenschappers met voorlopers van het huidige coronavirus. Door menselijk ingrijpen wilden ze de werking ervan op de menselijke luchtwegen versterken. Precies wat het huidige coronavirus zo gemeen maakt. Vanwege voorziene gezondheidsrisico's werd de financiering van het onderzoek door de Amerikaanse overheid al in 2013 stopgezet.
Het coronavirus dat het dagelijks leven momenteel verstoort is niet zo nieuw als instituties ons willen doen geloven. Publicaties in wetenschappelijke tijdschriften, die (nog steeds) via internet toegankelijk zijn, wijzen terug naar experimenten met voorlopers van het virus uit minstens 2012. Lees bijvoorbeeld dit artikel in Nature.
In 2013 stopte de Amerikaanse overheid de financiering van zogenaamde 'gain-of-function' onderzoeken waarbij het coronavirus dat SARS veroorzaakte werd gebruikt, vanwege de aanzienlijke risico's voor de volksgezondheid. Daarover schreef The Scientist in 2015.
De discussie over de risico's van dat soort onderzoek ontstond al eerder, getuige een artikel uit 2012. Daarbij was ook Ron Fouchier van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam betrokken. Hij spreekt daarover in de Tegenlicht uitzending 'Virus van morgen'.
Gain-of-function onderzoeken richten zich op het versterken van al aanwezige eigenschappen of het introduceren van nieuwe eigenschappen in een virus. Er is dus sprake van menselijk ingrijpen in een natuurlijk organisme. In dit geval gaat het specifiek om de aantasting van de luchtwegen en de wijze van verspreiding, zoals we ook bij Covid-19 zien. Het enzym ACE2 speelt daarbij een belangrijke rol.
Nadat de Amerikanen de financiering stopten, werd (de leiding van) het onderzoek overgenomen door het Wuhan Institute of Virology. Dat is te lezen op de website van het WIV (Wuhan Institute of Virology) zelf.
Ondertussen levert onderzoek naar dieren, zoals de eerder verdachte miereneters (pangolins) en vleermuizen, als overdragers van het virus, nog steeds geen sluitend resultaat op.
De mogelijkheid van menselijk ingrijpen in het genoom van het virus wordt open gehouden door een recente publicatie in de Oxford Academic National Science Review van Tang et al. Die beschrijft de ontdekking van een mogelijk gemanipuleerde variant in virusmateriaal van geïnfecteerde patiënten. Er is discussie over de methode die Tang et al hebben toegepast.
Ook onderzoekers van Cornell University betwijfelen een volledig natuurlijke ontwikkeling van het virus. Zij schrijven: "We gebruikten een benadering voor het modelleren van structurele homologie om het SARSCoV2-spike-eiwit te karakteriseren en de bindingssterkte ervan aan de menselijke ACE2-receptor te voorspellen. Vervolgens hebben we het mogelijke transmissiepad onderzocht waarmee SARSCoV2 mogelijk naar mensen is overgestoken door modellen van ACE2-receptoren van relevante soorten te construeren en de bindingsenergie van SARSCoV2-spike-eiwit aan elk te berekenen ... Over het geheel genomen geven de gegevens aan dat SARSCoV2 uniek is aangepast om mensen te infecteren, wat vragen oproept of het in de natuur is ontstaan door een zeldzame kans of dat de oorsprong ergens anders ligt."
Een andere recent gepubliceerde, en ook bekritiseerde studie uit Nature Medicine van 17 maart concludeert dat de optie dat het virus een product van menselijk ingrijpen zou zijn, zeer onwaarschijnlijk is. Toch schrijven de onderzoekers zelf in hun conclusie: "... it is currently impossible to prove or disprove the other theories of its origin described here."
Op 3 april geeft de Tsjechische virologe Sonya Pekova in een interview(Tip: gebruik Google Chrome met translate) aan dat Anderson et al, de onderzoekers achter de vaker geciteerde Nature Medicine publicatie van 17 maart, maar een deel van het dna hebben onderzocht, het structurele deel dat overeenkomt met dat van virussen uit gastdieren. Zij hebben echter niet gekeken naar het regulerende deel, dat juist verantwoordelijk is voor het muteren van het virus. En juist daar zijn stukken dna gevonden die met de huidige kennis niet te herleiden zijn naar een natuurlijk ontstaan. Met die concrete aanwijzing kunnen ook andere wetenschappers verder zoeken.
Wanneer we ook de resultaten van onderzoek naar de herkomst van SARS en MERS mee beschouwen, is het opvallend dat bijna 20 jaar geleden, met veel minder kennis, middelen en data, in redelijk korte tijd kon worden bewezen dat deze virussen afkomstig waren van vleermuizen en kamelen. Het geeft te denken dat we dat nu, met zoveel meer capaciteit en kunde, nog steeds niet kunnen voor het huidige coronavirus.
Daarom houden we de mogelijkheid van een uitbraak van door mensen gemanipuleerd viraal materiaal, dat direct, dan wel door overdracht via (proef)dieren, tot besmetting van mensen heeft geleid, vooralsnog open. Dat hoeft niet opzettelijk te zijn gebeurd. In dit artikel lees je hoe verschrikkelijk het fout kan gaan met dodelijke materialen in Amerikaanse laboratoria.In China zijn de omstandigheden vrijwel zeker niet veiliger.
Menselijk ingrijpen en ontsnapping uit laboratorium
Hoewel het nog steeds met grote stelligheid door veel media wordt ontkend, blijkt de ontsnapping van het virus uit het Wuhan Institute of Virology toch een reële mogelijkheid als oorzaak voor de pandemie. Dat bleek al uit onderzoek van de Amerikaanse leger-inlichtingendienst DIA, volgens Newsweek op 27 april.
Ondanks de weerstand van de wetenschappelijke en publieke media blijven er wetenschappers doorzoeken. Met dat onderzoek komen ook steeds meer vragen boven tafel, die dieper onderzoek noodzakelijk maken. Zoals de meest controversiële vraag: of het virus uit een laboratorium kan komen.
Het virus was aanwezig in het Wuhan Institute for Virology, het instituut ontving formeel geld voor onderzoek naar de overdracht van het virus tussen dieren en uiteindelijk op mensen, en voorlopers van het virus waren er al sinds 2012 aanwezig. Bovendien werd de werkwijze in de instelling door de Amerikaanse inlichtingendiensten als potentieel onveilig betiteld.
Al die tijd stond het onderzoek onder leiding van Shi Zheng-li, die inmiddels verdwenen lijkt.
Ook weerlegt Latham het 'bewijs' van Andersen et al als zou het virus op natuurlijke wijze door dieren zijn overgebracht.
Latham vestigt zijn hoop op journalisten om de conflicterende belangen bloot te leggen die onafhankelijk onderzoek in de weg staan.
Eerder meldden we al dat China opzettelijk bewijs achterhield van de uitbraak van het coronavirus of vernietigde dit. Dat meldde de Australische krant The Saturday Telegraph op 2 mei.
Die krant kreeg een rapport van samenwerkende inlichtingendiensten Five Eyesin handen. Dat spreekt volgens de krant over een "aanval op internationale transparantie" die tienduizenden levens kostte.
Het rapport stelt dat de Chinese regering "met gevaar voor andere landen" het nieuws over het virus heeft verdoezeld. Artsen die zich hierover uitspraken werd het zwijgen opgelegd of verdwenen, bewijs uit laboratoria werd vernietigd en het land weigerde om levende monsters te verstrekken aan internationale wetenschappers die werken aan een vaccin.
Ook meldt de krant dat met steun van de Australische regering een team van Chinese wetenschappers is opgeleid en gefinancierd die dodelijke coronavirussen genetisch veranderde zodat die van vleermuizen op mensen konden worden overgedragen en die niet konden worden genezen. Die studie is nu het onderwerp van onderzoek naar de oorsprong van COVID-19.
De Washington Post had al eerder ( 15 april) diplomatieke berichten in handen over Amerikaanse functionarissen die al in januari 2018 alarm hebben geslagen over mogelijke veiligheidsinbreuken in een laboratorium in Wuhan, China. Diplomaten en wetenschappers maakten zich toen al zorgen over de veiligheid van het onderzoek naar coronavirussen bij dieren als vleermuizen, dat in het lab werd uitgevoerd. Slordige veiligheidsprotocollen voor het werken met besmettelijke virussen in het laboratoriumzouden 'een risico vormen voor een nieuwe SARS-achtige pandemie'. Het bericht brengt de mogelijkheid dat het virus per ongeluk uit het laboratorium is gelekt opnieuw in beeld.
Het bericht bevestigt ook de bedenkelijke rol van de instituties in de communicatie over en de beheersing van de uitbraak. Legitieme vragen (door journalisten en wetenschappers) in de richting van de voornoemde onderzoeken werden al in vroeg stadium als nepnieuws betiteld en op één hoop geveegd met geruchten en onzinverhalen. Er leek bij de WHO zelfs meer aandacht uit te gaan naar de verspreiding van ongewenste informatie dan naar de verspreiding van het virus. Voor informatie over mogelijk menselijk ingrijpen in virussen is dat nog steeds niet terecht gebleken.
Bovendien zijn wetenschappers, tegen de richtlijnen in, doorgegaan met riskant en verdacht onderzoek. Daarop wijst de verplaatsing van het onderzoek naar China, na de Amerikaanse stopzetting van de financiering. Dat is onethisch en in strijd met het voorzorgsprincipe, wat de basis vormt voor elk duurzaam handelen. En dat is mogelijk doordat overheden en instituties geen afdoende maatregelen nemen om zulk riskant onderzoek te voorkomen en te stoppen.
Ondertussen blijven media zoeken naar wetenschappers die hun zegje willen doen over de oorsprong van SARS-CoV-2, zie ook dit artikel van CNN.
De grote stelligheid waarmee sommige wetenschappers menen te kunnen beweren dat het virus onmogelijk door menselijk ingrijpen kan zijn ontstaan, is misplaatst en misleidend. Dat kun je ook opmaken uit het al eerder aangehaalde artikel uit Newsweek van 27 april. Daarin wordt onder andere aangehaald hoe oorspronkelijk menselijk ingrijpen in DNA kan worden verdoezeld, door gemanipuleerde genen in dieren over te brengen, ze daar een aantal generaties te laten muteren, en ze vervolgens weer te onderzoeken. Dat soort onderzoek werd ook in Nederland gedaan door Ron Fouchier van het Erasmus Medisch Centrum.
De enige conclusie die vooralsnog getrokken kan worden is, dat er bijna net zoveel meningen en veronderstellingen zijn als wetenschappers, en dat die tot nu toe geen van alle kunnen worden bewezen of uitgesloten. Dus zul je alle mogelijke opties moeten blijven onderzoeken en geeft het voeren van een hetze tegen één van die mogelijke opties te denken.
Op 12 juli 2020 publiceerden we een interview met de Noorse wetenschapper Birger Sørensen,die op basis van eigen onderzoek concludeert dat het coronavirus "met 90% zekerheid" ontstaan is door menselijk ingrijpen in een laboratorium. Hij schreef daar twee artikelen over. Het artikel waarin hij de sterkste argumenten uiteen zet, wordt tot nu toe door wetenschappelijke uitgevers afgewezen voor publicatie. Het Noorse tijdschrift Minerva zette de publicatie online en vat de uitkomsten samen.
In het artikel laten Sørensen en zijn co-auteurs zien hoe zij denken dat het virus is geëvolueerd door experimenten in laboratoria.
Ze verwijzen naar eerdere openbare artikelen van Chinese en Amerikaanse onderzoekers, die aantonen hoe zij nieuwe chimerische virussen hebben gemanipuleerd, met het SARS-coronavirus als uitgangspunt.
Een chimerisch virus wordt gedefinieerd als een hybride micro-organisme dat wordt gemaakt door fragmenten van twee of meer micro-organismen te combineren waarbij ten minste een van de twee fragmenten de noodzakelijke genen voor replicatie bevat.
Een belangrijke link in het betoog van Sørensen is een onderzoeksproject onder leiding van de wereldberoemde Chinese wetenschapper Dr. Shi Zhengli van het Wuhan Virology Institute. Dat toonde in 2008 met succes aan hoe RBD's (Receptor Binding Domain) uit kunnen worden gewisseld tussen vleermuis SARS-achtige en menselijke SARS-virussen.
In 2010 nam het Wuhan Virology Institute in 2010 opnieuw deel aan internationale 'gain of function'-experimenten. Daarbij kreeg het SARS-coronavirus aanvullende eigenschappen die waren bedoeld om SARS-CoV besmettelijker te maken voor mensen. Ze gebruikten een HIV-pseudovirus om zeven bat ACE2-receptoren tot expressie te brengen en vergeleken hun bindende eigenschappen met menselijke ACE2-receptoren om het beste te kiezen voor het verder optimaliseren van het vermogen van een SARS-achtig coronavirus om zich te binden aan menselijke cellen”, schrijven de onderzoekers.
Amerika uit, Amerika in
In de periode 2014t/m 2017 ( onder president Obama - red.) was dit soort onderzoek in de VS verboden, maar in december 2017 kondigden de Amerikaanse autoriteiten, inmiddels onder president Trump,aan dat dit soort onderzoeken opnieuw zou worden toegestaan.
Om verder op dit onderzoek voort te bouwen, zochten Shi en haar collega's daarop de hulp van Amerikaanse onderzoekers.
Volgens Sørensen kregen Shi en haar collega's echter hulp van de University of North Carolina in Chapel Hill in de VS, waar een menselijke celcultuur beschikbaar werd gesteld voor verder onderzoek naar SARS-coronavirus.
Samen manipuleerden ze vleermuisvirussen om een muis-aangepast chimeer virus SHC014-MA15 te creëren dat zich bindt aan en zich kan vermenigvuldigen op menselijke bovenste luchtwegcellen. Dat zijn precies de SARS-CoV-2 eigenschappen die Covid-19 veroorzaken.
Om een verband te leggen tussen de chimere virussen die zijn ontwikkeld door het Wuhan Institute of Virology en het Sars-CoV-2-virus, wijzen Sørensen cs op gebeurtenissen in 2016 toen een nieuw coronavirus varkens in China begon te infecteren. Deze ziekte, SADS genaamd, heeft uiteindelijk ongeveer 25 000 biggen gedood. De epidemie werd onderzocht door de onderzoeker van het Wuhan Institute of Virology en getest tegen alle bekende receptoren die door coronavirussen worden gebruikt, maar geen van deze werkte.
Ze trekken daaruit de conclusie dat "SADS een CoV-infectie is die gebruik maakt van nieuwe weefselspecifieke bindingsdomeinen", en stelt dat het Sars-CoV-2-coronavirus direct of indirect eigenschappen heeft verkregen van het SADS-virus dat het mogelijk maakt dat het virus nieuwe receptoren gebruikt om zich te hechten aan menselijke cellen in de bovenste luchtwegen.
In het Chapel Hill onderzoek van 2015 werden alleen ACE2-receptoren besproken. In 2018 toonden Zhou P. et al echter mogelijkheden om andere receptoren zoals APN en DPP4 te klonen en deze te testen en te vergelijken met het (darm) weefselspecifieke SADS-CoV. Vervolgens worden in de Covid-19-pandemie van 2019-2020 meerdere symptomen gemeld die erop wijzen dat de bitter / zoete receptoren aangetast zijn.
Alles bij elkaar genomen betekent dit dat door gebruik te maken van na 2015 verkregen inzichten, een verdere optimalisatie van het chimere virus van 2015 voor extra binding aan receptoren / co-receptoren, zoals bittere / zoete specifieke epithelia-receptoren van de bovenste luchtwegen, heeft plaatsgevonden. Dat zou de hoge infectiviteit en pathologie van SARS-CoV-2 helpen verklaren en daarmee ook de sociale epidemiologie van de verspreiding ervan verklaren.
Ontsnapping
Het vrijkomen van een potentiële pandemische ziekteverwekker uit een laboratorium wordt door velen gezien als een te rampzalige gebeurtenis om zelfs maar te overwegen.
Maar veel wetenschappers beweren nu dat het al is gebeurd. In 1977 veroorzaakte het H1N1-griepvirus een epidemie in de Sovjet-Unie en China. Deze snel uitdijende epidemie was vrijwel geheel beperkt tot personen jonger dan 26 jaar. Een veel voorkomende verklaring voor deze eigenaardigheid is dat de epidemie werd veroorzaakt door een bevroren versie van het virus die in de jaren vijftig circuleerde, en op een of andere manier ontsnapte uit een lab.
Het is ook bekend dat het SARS-coronavirus dat de SARS-epidemie in 2003 veroorzaakte, minstens vier keer uit laboratoria in Zuidoost-Azië is ontsnapt. In 2003 bracht de WHO een verklaring uit waarin werd opgeroepen tot verhoogde veiligheidsmaatregelen in laboratoria die SARS-coronavirussen gebruiken.
Het laboratorium van het Wuhan Institute of Virology werd echter gebouwd om te voldoen aan veel strengere beveiligingsprotocollen dan die welke in 2003 door de WHO werden bekritiseerd.
Dr. Shi Zhengli van het Wuhan Institute of Virology ontkent furieus elke mogelijkheid dat het Sars-cov-2-virus uit het lab ontsnapt is. In een zeldzaam interview met de Scientific American legt Zhengli uit dat 'ze de dossiers van de afgelopen jaren in haar eigen laboratorium heeft doorgenomen om te controleren op eventuele verkeerde behandeling van experimenteel materiaal, vooral tijdens de verwijdering'. Shi slaakte een zucht van verlichting toen de resultaten terugkwamen: geen van de sequenties kwam overeen met die van de virussen die haar team uit vleermuisgrotten had genomen.
Er blijft echter bezorgdheid bestaan over de operationele veiligheid bij het Wuhan Institute of Virology. In een artikel door Josh Rogin bij The Washington Post, verwijst Rogins naar een US Embassy Cable die door de Amerikaanse ambassade in Peking was gestuurd en waarin bezorgdheid werd geuit over de veiligheidsroutines in het laboratorium van Wuhan.
Sørensens en zijn co-auteurs stellen dat dit onderzoek niet beperkt mag blijven tot het onderzoeken van de oorsprong van het Sars-Cov-2-virus, uitsluitend op basis van de aanname van een zoönotische (alleen van dieren afkomstige) bron.
Sinds het uitbreken van de corona pandemie publiceert duurzaamnieuws.nl regelmatig over bronnen, die verslag doen over onderzoek naar de oorsprong van het nieuwe coronavirus dat covid-19 veroorzaakt. We doen dat, omdat de oorzaak en de aanpak van een gezondheidsprobleem, dat zo diep ingrijpt in de wereldwijde samenleving, nauw verbonden is met het duurzamer maken van die maatschappij.
Duurzaamnieuws hanteert een brede visie op duurzaamheid, die uitgaat van de oorspronkelijke definitie van Gro Harlem Brundtland, voorzitter van de Brundtland commissie van de Verenigde Naties, die in 1987 het rapport 'Our common future' publiceerde. Dat rapport wordt algemeen beschouwd als het fundament onder het tegenwoordige duurzaamheidstreven.
Volgens die definitie is duurzaamheid:
het voorzien in de behoeften van de huidige generaties, zonder dat we volgende generaties beperken om in hun behoeften te voorzien.
De coronacrisis gaat volgende generaties beperken in hun ontwikkeling. Dat maakt deze relevant voor duurzaamheid.
Meervoudig menselijk ingrijpen
Als sinds de eerste uitbraak van het coronavirus is er discussie over de herkomst van het virus. Die discussie kent twee hoofdstromen. Een onderzoekt het natuurlijk ontstaan van het virus, de andere kijkt naar menselijk ingrijpen als oorsprong.
Maar menselijke manipulatie bij de oorsprong van het coronavirus is niet de enige activiteit die van invloed is op de pandemie. Want waar het virus ook is ontstaan, de ontwikkeling van de pandemie en haar gevolgen wordt sterk beïnvloed door menselijk handelen (of het nalaten daarvan).
Wetenschappers die uitgaan van een natuurlijke oorsprong van het virus, wijzen op de vernietiging van natuur en ecosystemen door menselijk ingrijpen als een toenemende risicofactor voor de overdracht van onbekende virussen van dieren op mensen, de zogenoemde zoönose. Doordat de leefomgeving van veel soorten steeds kleiner wordt neemt de kans op contact met mensen steeds verder toe. En doordat veel soorten uitsterven kunnen populaties van plaagdieren als dragers ongecontroleerd groeien door gebrek aan natuurlijke vijanden.
Een probleem met de omvang van een pandemie kan alleen maar worden opgelost door samenwerking en transparantie. Die ontbreken vanaf het eerste moment. De virussen die de eerste besmettingsgolf hebben veroorzaakt, zijn nooit vrijgegeven. Daardoor missen wetenschappers belangrijke informatie die kan bijdragen aan een snellere ontwikkeling van een vaccin of geneesmiddel. En hoe langer het duurt voor dat die er zijn, worden er meer mensen ziek, sterven er meer mensen en is de economische schade aan de samenleving groter.
Het is dan ook niet moeilijk om te zien hoe de gevolgen hiervan toekomstige generaties beperken in hun ontwikkeling: mogelijk worden ze al besmet en ziek geboren, zeker worden ze door de nasleep en de crisis beknot door problemen die, als ze al niet door menselijk ingrijpen zijn veroorzaakt, daar wel door zijn verergerd.
Transparantie noodzakelijk
Kennis over de oorsprong van het virus is van vitaal belang voor de ontwikkeling van een vaccin of geneesmiddel. Het is op zijn minst bijzonder dat die discussie nog steeds niet openlijk gevoerd kan worden. Al vanaf het eerste moment dat suggesties over menselijk ingrijpen in het virus ontstonden, werden deze - zonder enig bewijs - weggezet als nepnieuws. Zelfs de WHO maakte zich daaraan schuldig.
Terwijl de kern van de wetenschappelijke werkwijze juist openheid is, om wetenschappers elkaar vrij te laten bevragen over de juistheid van uitkomsten van onderzoeken en de manier waarop die onderzoeken worden uitgevoerd. Alleen zo ontstaat een sluitende bewijsvoering voor een hypothese. Tot op dit moment wordt nog steeds actief getracht om de hypothese dat het virus door of met behulp van menselijk ingrijpen is ontstaan bij voorbaat uit te sluiten van verder onderzoek. En de onderzoeken die in die richting worden uitgevoerd worden niet toegelaten voor publicatie door wetenschappelijke uitgevers, zodat de uitkomsten niet kunnen worden gedeeld en nader beoordeeld.
Transparantie op elk gebied is van belang voor een goed functionerende, duurzame samenleving. Daarom eisen we die ook van onze bedrijven, organisaties en politiek. En er is geen enkel legitiem wetenschappelijk, economisch of politiek argument, dat de wetenschap het recht geeft zich aan deze transparantie te onttrekken. En ze kan dat niet doen zonder de samenleving aanzienlijke schade te berokkenen.
Wat de oorsprong van het coronavirus ook is, we hebben een solide bewijs daarvan nodig om deze pandemie te stoppen en nieuwe pandemieën te voorkomen. Dat bewijs is er nog steeds niet. Om dat bewijs onomstotelijk te kunnen leveren is volledige transparantie noodzakelijk en mag geen enkele hypothese worden uitgesloten van nader onderzoek. Duurzaamnieuws wil met haar publicaties bijdragen aan een open discussie omdat deze van belang is voor een duurzame samenleving.
De Noorse viroloog Birger Sørensen en zijn collega's hebben het coronavirus onderzocht. Ze geloven dat het bepaalde eigenschappen heeft die niet van nature zouden zijn ontstaan. Deze conclusie is zo controversieel dat hij zijn resultaten nog niet volledig heeft kunnen publiceren. In een interview met het Noorse Minerva deelt hij meer inzicht.
"Ik begrijp dat dit controversieel is, maar het publiek heeft er recht op om het te weten. Het is belangrijk dat alternatieve hypothesen over hoe het virus is ontstaan vrij besproken kunnen worden" zegt Birger Sørensen voor het interview.
De conclusies van zijn onderzoek zijn omstreden sinds de voormalige MI6-directeur Richard Dearlove een nog te publiceren artikel van Sørensen en zijn collega's citeerde in een interview met The Daily Telegraph.
Het artikel beweert dat het virus dat Covid-19 veroorzaakt hoogstwaarschijnlijk niet natuurlijk is ontstaan.
Sørensen heeft inmiddels samen met zijn collega's Angus Dalgleish en Andres Susrud een volgend artikel geschreven waarin de meest plausibele verklaringen over de oorsprong van het nieuwe coronavirus worden onderzocht. Het artikel bouwt voort op het reeds gepubliceerd artikel in de Quarterly Review of Biophysics dat nieuw ontdekte eigenschappen in het virus-spike-eiwit beschrijft. De auteurs zijn nog steeds in gesprek met wetenschappelijke tijdschriften over een aanstaande publicatie van het artikel. Daarbij ondervinden ze nogal wat - politiek gemotiveerde - weerstand.
In een interview met Minerva lichtte Sørensen daarom zijn hypothese toe waarom het hoogst onwaarschijnlijk is dat het coronavirus op natuurlijke wijze is ontstaan.
Het doel van het onderzoek dat Sørensen en zijn collega's hebben gedaan was het produceren van een vaccin. En ze hebben hun ervaring met het testen van HIV-vaccins meegenomen om het coronavirus grondiger te analyseren, om een vaccin te maken dat kan beschermen tegen Covid-19 zonder grote bijwerkingen.
"Het verschil tussen onze aanpak en andere vaccinproducenten is dat we een achtergrond in de chemie hebben en we het virus in detail analyseren alsof we een medicijn maken", legt Sørensen uit. Hij licht de basis van hun aanpak toe.
"Het eerste dat je moet vaststellen, is welke delen van het virus veranderen en welke delen stabiel zijn. Als je een vaccin wilt maken dat lang meegaat, moet je het immuunsysteem stimuleren om te reageren op die delen van het virus die constant zijn, anders verdwijnt het effect en leidt het in het ergste geval tot een verhoogde ziekte."
"Als we dit eenmaal weten, kunnen we proberen een vaccin te maken. Waar we van verschillen, is dat we proberen een vaccin te maken dat elementen gebruikt die zo weinig mogelijk gemeen hebben met de natuurlijke componenten van het lichaam, zodat het immuunsysteem wordt geleerd precies te herkennen waartegen het vaccin moet beschermen ”, legt Sørensen uit.
“We hebben onderzocht welke componenten van het virus bijzonder geschikt zijn om zich bij mensen aan cellen te hechten. En we hebben dit gedaan door de eigenschappen van het virus te vergelijken met de menselijke genetica. Wat we ontdekten was dat dit virus uitzonderlijk goed was aangepast om mensen te infecteren. " "Zo goed dat het verdacht was", voegt hij eraan toe.
Geperfectioneerd om mensen te infecteren
Het is al bekend dat het nieuwe coronavirus, net als het virus dat in 2002-2003 de SARS-epidemie in Zuidoost-Azië veroorzaakte, zich zou kunnen hechten aan de ACE-2-receptoren in de onderste luchtwegen.
"Maar wat we hebben ontdekt, is dat dit nieuwe virus eigenschappen heeft waardoor het een extra receptor kan gebruiken en een binding aan menselijke cellen in de bovenste luchtwegen en de darmen kan creëren die sterk genoeg is om een infectie te veroorzaken," legt Sørensen uit.
In het reeds gepubliceerde artikel beschrijven Sørensen en zijn collega's Angus Dalgleish en Andres Susrud wat volgens hen zo apart is aan het spike-eiwit van het coronavirus, waardoor het bijzonder geschikt is om mensen te infecteren. Deze bevindingen vormen de basis voor de hypothese die Sørensen en zijn collega's ontwikkelen in het nieuwe artikel, waarin ze beweren dat het virus geen natuurlijke herkomst heeft.
"Er zijn verschillende factoren die hierop wijzen", zegt Sørensen. “Ten eerste is dit deel van het virus erg stabiel; het muteert heel weinig. Dat wijst op dit virus als een volledig ontwikkeld, bijna geperfectioneerd virus voor het infecteren van mensen.
“Ten tweede geeft dit aan dat de structuur van het virus niet van nature kan zijn geëvolueerd. Als we het nieuwe coronavirus vergelijken met het virus dat SARS veroorzaakte, zien we dat er in totaal zes inserts in dit virus zijn die opvallen in vergelijking met andere bekende SARS-virussen ”.
Sørensen zegt dat verschillende van deze veranderingen in het virus uniek zijn en dat ze niet voorkomen in andere bekende SARS-coronavirussen.
Vier van deze zes wijzigingen hebben als eigenschap dat ze daardoor mensen kunnen infecteren.
Een kunstmatig gecreëerd virus
Gevraagd of dit impliceert dat het virus niet natuurlijk is, legt Sørensen het laboratoriumproces uit dat leidt tot het ontstaan van nieuwe virussen.
"In zekere zin is het natuurlijk. Maar de natuurlijke processen zijn waarschijnlijk versneld in een laboratorium ", legt hij uit. "Het is ook mogelijk dat een virus deze eigenschappen in de natuur verkrijgt, maar het is niet waarschijnlijk. Als de mutaties in de natuur waren ontstaan, hadden we waarschijnlijk gezien dat het virus door mutaties ook andere eigenschappen had ontwikkeld, niet alleen eigenschappen die het virus helpen zich aan menselijke cellen te hechten. "
Meer dan negentig procent zeker
Sørensen heeft er daarom alle vertrouwen in dat het virus in een laboratorium is ontstaan.
"Ik denk dat het voor meer dan 90 procent zeker is. Het is in ieder geval een veel waarschijnlijkere verklaring dan dat het zich op deze manier in de natuur heeft ontwikkeld ", reageert Sørensen.
“De eigenschappen die we nu in het virus zien, moeten we nog overal in de natuur ontdekken. We weten dat deze eigenschappen het virus erg besmettelijk maken, dus als het uit de natuur komt, moeten er ook veel dieren mee besmet zijn. Maar we hebben het virus nog steeds niet in de natuur kunnen traceren."
"De enige plaats waar we weten waar een virus bestaat dat vergelijkbaar is met dat wat Covid-19 veroorzaakt, is in een laboratorium. Dus de eenvoudigste en meest logische verklaring is dat het uit een laboratorium komt. Degenen die anders beweren, moeten dat dan maar bewijzen”, zegt Sørensen.
Kritische stemmen onderdrukt
Gevraagd waarom er niet meer over dit onderwerp is gediscussieerd, heeft Sørensen verschillende verklaringen.
"Dit wordt al snel een discussie over politiek in plaats van over wetenschap", reageert Sørensen.
"Niemand wil de ongemakkelijke waarheid naar voren brengen, veel wetenschappers maken zich ook zorgen over hun eigen financiering en positie als ze zo'n controversiële hypothese zouden aandragen,' legt Sørensen uit. veel mensen op internet voeren een dergelijk debat wel. Maar tot nu toe worden dergelijke fora aangemerkt als samenzwering. "
"Het is ook zo dat een debat over dit type viraal onderzoek en de gebruikte technologieën de reputatie kan schaden en tot nieuwe beperkingen kan leiden voor het uitvoeren van moleculair genetisch onderzoek. Met dit in gedachten is het niet moeilijk te zien dat het moeilijk moet zijn om geaccepteerde papers te krijgen in peer-reviewed tijdschriften die zich op dergelijk onderzoek richten."
Onderzoekers van de University of South Florida Health Morsani College of Medicine en het University of Arizona College of Pharmacy testen verschillende bestaande verbindingen die de replicatie van het COVID-19-virus (SARS-CoV-2) in menselijke cellen blokkeren.
De nieuwe kandidaten voor Covid-19 geneesmiddel remmen allemaal een viraal eiwit dat essentieel is voor de reproductie van het virus. Het onderzoek verscheen op 15 juni in Cell Research, een tijdschrift met een grote impact in Nature.
De meest veelbelovende kandidaten voor covid-19 geneesmiddel - waaronder de door de FDA goedgekeurde hepatitis C-medicatie boceprevir en een veterinair antiviraal geneesmiddel voor onderzoek bekend als GC-376 - richten zich op Mpro, een enzym dat eiwitten uit een lange streng verwijdert die het virus produceert wanneer het een menselijke cel binnendringt. Zonder Mpro kan het virus geen nieuwe cellen repliceren en infecteren.
Dit enzym was al gevalideerd als een antiviraal doelwit voor de oorspronkelijke SARS en MERS, beide genetisch vergelijkbaar met SARS-CoV-2. De vier leidende kandidaat-geneesmiddelen die door het University of Arizona-USF Health-team zijn geïdentificeerd als de meest krachtige en specifieke om COVID-19 te bestrijden, worden hieronder beschreven.
Boceprevir, een geneesmiddel om hepatitis C te behandelen, is het enige van de vier verbindingen dat al door de FDA is goedgekeurd. De effectieve dosis, het veiligheidsprofiel, de formulering en hoe het lichaam het medicijn verwerkt zijn al bekend. Dat versnelt de stappen die nodig zijn om boceprevir naar klinische proeven voor COVID-19 te krijgen.
GC-376, een diergeneesmiddel voor onderzoek naar een dodelijke stam van coronavirus bij katten, dat infectieuze peritonitis bij katten veroorzaakt. Dit middel was de krachtigste remmer van het Mpro-enzym in biochemische tests.
Calpain-remmers II en XII, cysteïne-remmers die in het verleden zijn onderzocht op kanker, neurodegeneratieve ziekten en andere aandoeningen, vertoonden ook een sterke antivirale activiteit. Hun vermogen om zowel Mpro als calpain / cathepsineprotease dubbel te remmen, suggereert dat deze verbindingen het extra voordeel kunnen hebben van het onderdrukken van geneesmiddelresistentie, rapporteren de onderzoekers.
In plaats van de activiteit van het virale enzym te bevorderen, zoals het substraat normaal doet, vermindert de remmer de activiteit van het enzym dat SARS-CoV-2 helpt kopieën van zichzelf te maken aanzienlijk.
[ Update ] Het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 lijkt geen natuurlijke oorsprong te hebben. Dat zegt de Noorse wetenschapper Birger Sørensen in NRK, naar aanleiding van de resultaten van recent onderzoek. De uitkomsten van de Brits-Noorse studie zijn gepubliceerd in de Quarterly Review of Biophysics. Ze worden ondersteund door het voormalige hoofd van de Britse MI6.
De studie laat zien dat het spike-eiwit van het coronavirus delen bevat die kunstmatig lijken te zijn ingebracht. Het onderzoek is peer-reviewed en het vaccin dat uit het onderzoek voortkomt wordt inmiddels op mensen getest.
De onderzoeksresultaten wijzen er volgens de onderzoekers ook op dat het gebrek aan mutatie sinds de ontdekking suggereert dat het virus al volledig was aangepast aan de mens.
Op 8 juni past David Nikel, de auteur van het artikel in Forbes dat eerder over het onderzoek rapporteerde, plots zijn artikel volledig aan en trekt de bevindingen van Sørensen in twijfel. Hij doet dat op basis van een uitspraak van een andere Noorse onderzoeker, Gunnveig Grodeland. Grodeland blijkt met Sørensen te concurreren in de zoektocht naar een vaccin voor Covid.
Opmerkelijk genoeg is de update van het Forbes artikel nergens op bewijs gebaseerd dat de bevindingen van Sørensen weerlegt. Wel wordt er een wetenschappelijke consensus aangehaald die in werkelijkheid niet bestaat (niet alle onderzoekers denken hetzelfde over de oorsprong van het virus - deze discussie is daar juist bewijs van) en worden uitspraken van andere wetenschappers als illustratie gebruikt, die zijn gedaan vóór de betroffen publicatie.
Sørensen heeft resultaten van voortgaand onderzoek aangekondigd, die de huidige bevindingen moeten bevestigen. Tot zover heeft nog niemand hard wetenschappelijk bewijs geleverd over de werkelijke oorsprong van SARS-CoV-2. We blijven alle onderzoeksrichtingen volgen.
Eigenschappen nog nooit in de natuur gezien
Volgens Sørensen nu, heeft het virus eigenschappen die sterk verschillen van SARS en die nooit in de natuur zijn aangetroffen. Dat legt hij ook uit in dit interview.
Hij zegt verder dat zowel China als de Verenigde Staten deelnemen aan 'gain-of-function' onderzoeken, waarin de overdraagbaarheid van potentiële pandemische ziektekiemen kan worden verbeterd om ze beter te begrijpen. Duurzaamnieuws.nl wees al eerder op deze mogelijkheid.
Er gaan al maanden geruchten dat het virus is gemaakt in het geavanceerde virologielab in Wuhan. Leidinggevenden van het lab vertelden op de Chinese staatstelevisie dat de beweringen "totale verzinsels" waren en dat het laboratorium nooit onderzoek had gedaan naar virussen die vergelijkbaar waren met SARS-CoV-2.
Volgens Sørensen waren het Chinese wetenschappers die voor het eerst de sequenties uitbrachten waarvan de Brits-Noorse studie later beweerde dat ze niet van natuurlijke oorsprong zijn. Volgens hem heeft China sindsdien een einde gemaakt aan dergelijke onderzoeken.
Niet opzettelijk
Voormalig hoofd van de Britse inlichtingendienst MI6, Sir Dearlove, vertelde de Daily Telegraph dat uit het onderzoek blijkt dat de pandemie mogelijk in een laboratorium is begonnen. Dat zou niet opzettelijk zijn gebeurd.
De samenvatting van de publicatie van het onderzoek beschrijft hoe een onderbreking in het DNA van het virus er op wijst dat er nog andere vormen van binding van het virus in het lichaam aanwezig zijn, naast de bekende binding aan de ACE-2 receptoren. Dit werd ontdekt tijdens onderzoek naar een mogelijk vaccin voor het coronavirus.
Uit de samenvatting publicatie:
Biovacc-19's Method of Operation is upon non human-like (NHL) epitopes in 21.6% of the composition of SARS-CoV-2's Spike protein, which displays distinct distributed charge including the presence of a charged furin-like cleavage site.
...
We propose that the dual effect general method of action of this chimeric virus’s spike, including receptor binding domain, includes membrane components other than the ACE2 receptor, which explains clinical evidence of its infectivity and pathogenicity. We show the non-receptor dependent phagocytic general method of action to be specifically related to cumulative charge from inserted sections placed on the SARS-CoV-2 Spike surface in positions to bind efficiently by salt bridge formations; and from blasting the Spike we display the non human-like epitopes from which Biovacc-19 has been down-selected.
Ongemerkt passeerden we vorige week een grens: op 27 mei was Nederland officieel 3 maanden in de ban van corona. In die drie maanden is de samenleving drastisch veranderd. Maar de mist rond het virus en de ziekte die het veroorzaakt is nog steeds niet opgetrokken. En de ervaringen van de laatste weken roepen nieuwe vragen op, bovenop oude die nog steeds niet zijn beantwoord.
Echte cijfers: oversterfte vergeleken
We worden elke dag keurig door het RIVM op de hoogte gehouden van de aantallen sterfgevallen, ziekenhuisopnames en IC bezetting. Dat is voor de bühne. Immers, je kunt uit die cijfers alleen conclusies trekken als je het totale aantal besmette personen weet, en ook de ontwikkeling daarvan. Dat cijfer wordt niet gecommuniceerd, en is ook niet precies bekend.
Worden er minder mensen besmet of wordt het virus zwakker? Werkt de 1,5 meter maatregel wel?
De internationale cijferbrij draagt alleen maar verder bij aan de verwarring. Zelfs in EU verband is er geen bereidheid om de samenstelling van de cijfers en de rapportage te standaardiseren, waardoor vergelijken onmogelijk is.
Een cijfer waar je wel iets (maar ook niet alles) uit kan afleiden is de oversterfte. De Financial Timeszette die onlangs op een rij voor een aantal Europese landen, waaronder Nederland. Vooral de historische vergelijking is interessant om te zien: hoeveel meer doden vielen er in de coronaperiode ten opzichte van vergelijkbare perioden in het verleden.Dan zie je plots dat Nederland nog slechter presteert dan Italië. Ondanks 'intelligente' lockdown'.
Nog interessanter is de vergelijking met het veel bekritiseerde Zweden, dat een veel minder restrictief beleid voert. Daar bedraagt de oversterfte in de zelfde periode bijna 60% minder dan in Nederland.
De cijfers laten ook zien dat een lockdown wel effect had in landen waar deze heel vroeg werd ingesteld. De conclusie: als je een lockdown niet meteen na de ontdekking van een uitbraak instelt, heeft het weinig effect meer. Hoe gerechtvaardigd is dan de anderhalve meter maatregel die Nederland in haar greep houdt en de samenleving ontwricht?
Lang herstel of gewoon langer ziek
Er komt steeds meer informatie boven tafel over mensen die langdurig klachten blijven ondervinden. Zie deze publicaties op nu.nl,de Telegraph, The Washington Post en Inverse. Niet alleen mensen die een ziekenhuis- of IC opname achter de rug hebben, maar mensen bij wie Covid juist mild verliep.
Die klachten worden vaak toegeschreven aan het herstelproces. Maar het lijkt er steeds meer op dat ze deel zijn van de ziekte zelf.
Van fora op internet voor deze patiënten zijn in een paar weken tijd tienduizenden mensen lid geworden en ze groeien dagelijks. De klachten zijn typisch en het verloop is vrijwel identiek. Er treedt een totaal en plotseling verlies van conditie plaats. Marathonlopers kunnen de trap niet meer op. Ademnood, sterk verhoogde hartslag, schijnbaar willekeurige pijnaanvallen, brandende longen, niet kunnen slapen.En vooral, het duurt soms maandenlang en het ziektebeeld gaat sterk op en af. Het ene moment voel je je goed, maar als je daaraan toegeeft en extra inspanning verricht, val je meteen weer terug.
Een andere mogelijke verklaring voor de willekeurig door het lichaam verspreide klachten kan worden gevonden in een mogelijke infectie van bloedcellen.
Is de houding van de artsen beleid, of wordt deze veroorzaakt door slechte informatie, of misschien zelfs gemakzucht? Wij beschikken immers wel over de relevante informatie, waarom veel artsen dan niet?
Stilte over de herkomst van het coronavirus
Er komt de laatste weken steeds minder informatie los over de herkomst van het coronavirus. Op 30 april echter meldt het Parooldat volgens de laatste informatie het virus niet op de beruchte vismarkt in Wuhan is ontstaan. Waar dan wel blijft vooralsnog onduidelijk. Wel wordt gemeld dat de Amerikaanse inlichtendiensten zeggen menselijk ingrijpen uit te kunnen sluiten. Wanneer echter proefdieren met een gemanipuleerd virus worden besmet, en dat virus vervolgens over verschillende generaties in die proefdieren muteert, is de oorsprong van de menselijke ingreep niet meer te herleiden. Deze vorm van onderzoek sluit uit dat je met zekerheid kunt vaststellen of er al dan niet sprake is van menselijk ingrijpen.
Het kabinet wil het via een tijdelijke Noodwet mogelijk maken om te bepalen of gezondheidsmaatregelen vanwege het coronavirus versoepeld of juist aangepast moeten worden. Het gaat om onherleidbare tellingen per gemeente waarmee de verspreiding van corona nauwkeuriger kan worden gevolgd en voorspeld. Nederlandse telecomaanbieders gaan voor maximaal een jaar zendmastdata geanonimiseerd beschikbaar stellen aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dit komt bovenop huidige gegevens zoals het bijhouden van het totaal aantal ziekenhuisopnames.
De tijdelijke Noodwet is na positief advies van de Raad van State en verwerking van adviezen van toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevensvandaag ingediend door het kabinet bij de Tweede Kamer.
Ontlasten zorg en versoepelen gezondheidsmaatregelen waar mogelijk
Met de zendmastdata kan het RIVM bij een eventuele toename van het aantal besmettingen in een gebied sneller handelen, door de regionale GGD te waarschuwen. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld maatregelen worden bijgesteld en waar mogelijk versoepeld. Er wordt daarmee ook voorkomen dat maatregelen te laat komen, zodat het virus zich verder verspreidt en de zorg wordt belast. Gezondheidsmaatregelen kunnen ook gerichter en alleen regionaal worden ingesteld, zodat de samenleving minder wordt belast.
De zendmastdata die naar het RIVM gaan, bestaan uit nu al bekende gegevens bij telecomaanbieders. De gegevens worden door de aanbieders ontdaan van alle persoonlijke informatie (zoals bijvoorbeeld telefoonnummer) en daarna opgeteld. Op deze wijze ontstaat sneller een indicatie van hoe het virus zich tussen gemeenten verspreidt. De data zijn ongeschikt om individuele personen te identificeren.
Het gaat om een telling, per uur, per gemeente, van het totaalaantal mobiele telefoons dat daar aanwezig is vanuit welke gemeente. Daarbij wordt voor buitenlandse nummers ook een verdeling gemaakt naar herkomst op basis van het telefoonnummer. Deze verdeling gebeurt in acht categorieën, bijvoorbeeld ‘België’, ‘Duitsland’ en ‘Noord-Amerika’. Hiermee kan het risico op verspreiding vanuit en naar die regio’s beter worden ingeschat.
Om de privacy van mensen in dunbevolkte gebieden (of in de genoemde buitenlandse categorieën) te waarborgen, worden nergens aantallen onder de 15 gerapporteerd. De aanbieders vernietigen de verzamelde extra gegevens elke dag.
Aanvullende gezondheidsinformatie nodig in overgangsfase
De verspreiding van het coronavirus wordt met diverse grootschalige maatregelen bestreden. De Nederlandse maatregelen worden nu in fases versoepeld. Tot nu toe werd de verspreiding van corona gemonitord met onder andere opnamecijfers in ziekenhuizen en op de IC’s, en het aantal geteste en besmette personen.
Deze cijfers geven een concreet beeld, maar hebben een vertraging van 1-3 weken. Om eerder te kunnen reageren tijdens de versoepeling heeft het RIVM aangegeven aanvullende informatie nodig te hebben, die sneller de drukte en verplaatsingen in beeld brengt. De meest accurate methode daarvoor is in deze fase het monitoren van de zendmastdata.
Tijdelijke noodwet voor maximaal een jaar
Deze tijdelijke Noodwet is verbonden aan de bestrijding van het coronavirus en vervalt na maximaal een jaar. Elk half jaar wordt nut en noodzaak van de Noodwet geëvalueerd in de Tweede Kamer. Mocht onverhoopt blijken dat deze na een jaar nog steeds nodig is, kan er slechts bij koninklijk besluit voor periodes van maximaal twee maanden worden verlengd.
Het tijdelijke gebruik van zendmastdata is een verzoek van het RIVM en gebeurt uitsluitend voor hun taak op grond van de Wet publieke gezondheid(Wpg) bij het bestrijden van het coronavirus. De onherleidbaar gemaakte gegevens worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek dagelijks verwerkt tot rapporten voor het RIVM. Beide partijen zijn verplicht de gegevens, zodra die niet meer nodig zijn voor de wettelijke taak van het RIVM, te vernietigen.
China hield opzettelijk bewijs achter van de uitbraak van het coronavirus of vernietigde dit. De Australische krant The Saturday Telegraphkreeg een rapport van samenwerkende inlichtingendiensten Five Eyesin handen. Dat spreekt volgens de krant over een "aanval op internationale transparantie" die tienduizenden levens kostte.
Het rapport stelt dat de Chinese regering "met gevaar voor andere landen" het nieuws over het virus heeft verdoezeld. Artsen die zich hierover uitspraken werd het zwijgen opgelegd of verdwenen, bewijs uit laboratoria werd vernietigd en het land weigerde om levende monsters te verstrekken aan internationale wetenschappers die werken aan een vaccin.
Ook meldt de krant dat met steun van de Australische regering een team van Chinese wetenschappers is opgeleid en gefinancierd die dodelijke coronavirussen genetisch veranderde zodat die van vleermuizen op mensen konden worden overgedragen en die niet konden worden genezen. Die studie is nu het onderwerp van onderzoek naar de oorsprong van COVID-19.
Inlichtingendiensten onderzoeken nu of het virus per ongeluk uit een laboratorium in Wuhan is gelekt. Het betrokken onderzoeksteam staat onder leiding van wetenschapper Shi Zhengli.
Dat team ontdekte een coronavirus uit een grot in de provincie Yunnan met opvallende genetische gelijkenis met COVID-19. Dat gebeurde gelijktijdig met onderzoek waarin een van een vleermuis afgeleid coronavirus gesynthetiseerd werd, en waarvan besmetting niet kon worden genezen.
Sleutelfiguren van het Wuhan Institute of Virology-team, die in het rapport voorkomen, werden opgeleid of waren werkzaam in het CSIRO's Australian Animal Health Laboratory. Daar deden ze fundamenteel onderzoek naar dodelijke ziekteverwekkers bij levende vleermuizen, waaronder SARS, als onderdeel van een doorlopend partnerschap tussen de CSIRO en de Chinese Academie van Wetenschappen.
Dit partnerschap gaat nog steeds door, ondanks bezorgdheid dat het onderzoek te riskant is.
Nederland zit nog thuis, maar in China worden de corona-restricties langzaam minder. Na maanden binnen zitten betekent dit voor veel Chinezen dat ze weer naar buiten mogen. Ze pakken de draad op en richten zich op een leven na het virus. Maar wat is er intussen veranderd?
Samen met fotograaf en documentairemaker Ruben Terlou (Langs de oevers van de Yangtze, Door het hart van China) en met Chinese filmmakers in Wuhan, Beijing en Sjanghai kijkt Tegenlicht naar China na de lockdown. We ontmoeten enkele Chinezen voor wie de corona-crisis een bijzondere impact heeft gehad. En praten met Ruben Terlou over hoe de Coronacrisis zijn beeld over China blijvend heeft veranderd.
Een jonge moeder, die haar kraamtijd door de strenge overheidsmaatregelen heel anders heeft moeten invullen dan de traditie voorschrijft, zit nu met een dilemma: is het nu weer veilig om kraamhulp in te huren?
De eigenaresse van een Bubble Tea-winkeltje deed vorig jaar goede zaken: haar winkel was een populaire hot spot in het Wuhan van voor de coronacrisis. Maar tijdens de lockdown stonden de zaken bijna stil, en had ze alleen nog af en toe een online bestelling. Nu staat ze te popelen om weer klanten te ontvangen.
Die lange lockdown pakt trouwens voor lang niet iedereen negatief uit. Een taxichauffeur in Wuhan werkt meer dan ooit, nu zijn taxibedrijf is ingehuurd voor het vervoer van medisch personeel. En ook de slimme jonge slager in Shanghai die online biefstuk is gaan verkopen, heeft meer opdrachten dan ooit.
Met documentairemaker Ruben Terlou kijkt Tegenlicht naar China, dat langzaam de draad weer oppakt. Terlou spreekt openhartig over de rol van de staat in China en de privacy kwesties rond de vele apps: “Het coronavirus heeft de achilleshiel van het Chinese totalitaire regime blootgelegd. Dat het moment dat er wat misgaat in de doofpot wordt gestopt, wordt genegeerd. Met zo’n virus heeft dat desastreuze gevolgen gehad, want daardoor is het heel groot geworden. Vervolgens is er geen transparantie geweest, en nog steeds niet. Over die fout niet, en eigenlijk ook niet over de structurele tekortkoming van het systeem.“
Nu de eerste stappen buiten de deur gezet worden blijkt er in de levens van veel Chinezen heel wat veranderd te zijn. En ook in de buitenwereld zijn de dingen vaak niet meer hetzelfde. Ook voor ons kan dat uiteindelijk consequenties hebben. “Het lijkt erop dat hoe machtiger China wordt en hoe groter onze economische afhankelijkheid wordt van China, hoe meer impact het Chinese model en het Chinese gedachtengoed heeft op de wereld. Het lijkt alsof wij steeds meer aan zelfcensuur moeten doen en ons steeds minder uitspreken over mensenrechtenkwesties.”
Samenstelling: Martijn Kieft
Research: Arnout Arens
Eindredactie: Doke Romeijn & Bregtje van der Haak
In Duurzaamnieuws van 24 maart waagde ik me aan een voorspelling omtrent het verdere verloop van de Corona pandemie. Voor Nederland voorspelde ik per half april 29000 besmettingen, maar het werden er 31000. Ik voorspelde 1200 doden maar het werden er drie keer zo veel.
Ten slotte voorspelde ik dat we per 1 mei het ergste gehad zouden hebben. Dat laatste lijkt wel uit te komen omdat in de tweede helft van april het aantal nieuwe ziekenhuisopnames per dag geleidelijk terugloopt.
Analogie met Wuhan
Uitgangspunt voor mijn voorspelling was geen ingewikkeld model maar de analogie met China en de waarneming dat in de provincie Hubei rondom Wuhan met 80 miljoen inwoners het aantal gevallen na twee maanden uiteindelijk beperkt bleef tot ongeveer 1 per 1000. Intussen is duidelijk dat 2/3 van die gevallen betrekking heeft op de bevolking van de stad Wuhan met 11 miljoen inwoners, zodat het aantal besmettingen eigenlijk uitkomt op 5 per 1000. Dat zou ook de voorspelling van het aantal sterfgevallen in Nederland doen uitkomen op 3400. De analogie met Wuhan gaat dus tot half april nog vrij goed op.
Plafond bereikt
Kijken we via Worldometersnaar alle 43 andere landen met meer dan 5000 geregistreerde gevallen, dan valt op dat tot nu toe in slechts 18 landen het aantal groter is dan 1 per 1000en in slechts 3 landen groter dan 3 per 1000. Deze getallen zijn gebaseerd op het totale aantal inwoners per land. Voor de meeste landen geldt echter dat het grootste aantal besmettingen voorkomt in de grote steden. Daardoor zullen de werkelijke aantallen per 1000 inwoners van een besmet gebied groter zijn. In Spanje en Italië begon de epidemie al eind februari en na zes weken is de uitbreiding van het aantal geregistreerde besmettingen al drastisch vertraagd en is de verdubbelingstijd van twee dagen inmiddels gestegen tot 18 – 21 dagen.Het ziet er naar uit dat het plafond van 5 per 1000niet meer overschreden zal gaan worden.
De grote vraag is waarom het aantal nieuwe besmettingen afneemt vér voordat het grootste deel van de bevolking in een gebied besmet is geraakt?De eerste verklaring is natuurlijk dat we een vertekend beeld zien omdat de aantallen geregistreerde gevallen beperkt zijn door het aantal testen. Dit verklaart echter niet alles want het aantal positieve geteste gevallen blijft bijna altijd 3 tot 10 keer zo laag als het aantal geteste personen. In IJsland en Luxemburg zijn zeer veel meer personen getest en komt het aantal besmettingen ook maar net boven de 5 per 1000 inwoners.
Antistoffen
De cijfers over geregistreerde gevallen zijn meestal gebaseerd op zieke mensen en een test op de aanwezigheid van het virus in de keel. Omdat de ziekte zich pas enkele weken na de eerste besmetting openbaart en bovendien veel mensen helemaal niet of nauwelijks ziek worden, is de betrouwbaarheid niet groot. Door de hele wereld wordt intussen halsreikend uitgekeken naar de testen op antistoffen in het bloed. In Nature van 17 aprilwordt vermeld dat voor een groep van 3300 personen in Californië het aantal met antistoffen 15 per 1000 bedraagt.Dat is 20 keer zo veel als de 0,75 per duizend geregistreerde besmettingen in Californië. In Duitsland is een kleiner onderzoek gedaan bij 500 personen van een hevig besmet dorp in de grensstreek en daar bleek zelfs 14 – 15 % antistoffen te hebben. Het Nederlandse onderzoek door de bloedbank komt voor een eerste serie testen uit op ongeveer 3 %, en dat is eveneens 20 keer zo veel als het aantal positieve registraties op dat moment.
Nieuwe resultaten van de Bloedbank worden in mei verwacht en ook van het Erasmus MC en het Leids Universitair MC mogen we nieuwe resultaten verwachten.
De betrouwbaarheid van de antibody testen is nog zeer omstreden maar zelfs na toepassing van de factor 20op het plafond van 5 per 1000 geregistreerde gevallen wordt hooguit uitgekomen op 10 % van alle personen met antistoffen. Dit is onvoldoende voor groepsimmuniteit en daarmee kan niet verklaard worden waarom het aantal geregistreerde besmetting stagneert bij 5 per 1000.
Dat de toename na de eerste weken niet meer exponentieel verloopt is vrij gemakkelijk te verklaren. Immers van de geaccumuleerde aantallen is na 2 à 3 weken het merendeel alweer hersteld en dus niet meer infectieus.
In plaats van een exponentiële toename lijkt de absolute toename in de meeste landen na een dag of 40 min of meer constant te worden of heel licht te dalen. In landen als Spanje en Italië komen er na half april toch nog dagelijks tussen 3 en 5 duizend geregistreerde besmettingen bij. Weliswaar half zo veel als tijdens de piek, maar toch. Samen met een twintigvoud niet geregistreerde besmettingen zouden dit er tussen 60.000 en 100.000 per dag kunnen zijn en dan zou het nog minstens 500 dagen duren voordat er voldoende groepsimmuniteit is bereikt.
In Nederland schommelt het aantal nieuwe gevallen rond de duizend per dag en als dit zo blijft, zou het bij een factor 20 bij ons ook 500 dagen duren voordat we voldoende groepsimmuniteit hebben bereikt. De curve voor Wuhan duidt er echter op dat er twee maanden na het uitbreken met grote aantallen nauwelijks nog nieuwe infecties bijkomen. De geringe toename die er nog is in Wuhan wordt toegeschreven aan mensen die de besmetting vanuit het buitenland hebben meegenomen. Zou de analogie doorzetten dan zouden we in mei geen verdere toename meer hebben. Of Sjoemelt Wuhan met de cijfers ?
Effect van lockdown
Er blijft bij 10 % van de bevolking met antistoffen dus nog ruimte over om het effect van de Lockdown een verdienstelijke plaats te geven in de verklaring voor het tragere verloop van de epidemie. Naar alle waarschijnlijkheid zijn echter niet alle maatregelen daarbij even effectief, maar de cijfers van Worldometer bieden geen houvast om onderscheid te kunnen kwantificeren. Ik baseer de volgorde van effectiviteit hieronder op mijn gevoel.
Allereerst is duidelijk dat alle geregistreerde gevallen al of niet in ziekenhuizen vrij goed geïsoleerd worden in de zogenaamde quarantaine situatie. Helaas blijkt dit door gebrek aan beschermingsmiddelen niet het geval voor verzorgingstehuizen.
Een tweede plaats is waarschijnlijk toe te kennen aan het verbod op massale evenementen en samenscholingen. Drukke markten, concerten, voetbalwedstrijden en muziekfestivals zijn een ideale methode voor verspreiding van het virus. Bijna alle eerste uitbraken met een exponentieel verloop zijn naar dergelijke evenementen te herleiden. Ook vliegtuigen en cruiseschepen zitten in deze categorie. Voor bussen, treinen en metro-verkeer zou dit ook gelden maar dat is vaak niet te handhaven. Niet duidelijk is of het gebruik van de mondkapjes de infectie in deze situaties effectief tegengaat.
De derde bijdrage wordt vermoedelijk geleverd door de ruimtelijke isolatie van de infectiehaarden voor in- en uitgaand personenvervoer. Het selectief toelaten van mensen op grond van een koortsthermometer is waarschijnlijk absoluut niet effectief omdat zoveel besmette en infectieuze mensen niet ziek worden of nog niet ziek zijn. Wel is bij deze ruimtelijke isolatie van belang dat het in een zeer vroeg stadium wordt gedaan. In de paar landen, zoals Taiwan, waar men de uitbraak in de kiem gesmoord heeft door vroegtijdig een volledige lockdown in te stellen, is daarna het aantal besmettingen beperkt gebleven. De angst voor een heropleving blijft daar echter wel aanwezig.
De vierde plaats komt mijns inziens toe aan de intelligente lockdown zoals in Nederland.Dit omvat het hele pakket met afstand houden, scholen sluiten, thuis werken, niet samenscholen en handenwassen alsmede deurknoppen en handvaten desinfecteren. Als deze maatregelen goed opgevolgd worden, zouden mondkapjes weinig extra bescherming bieden.
Op de vijfde plaats komt de gehandhaafde plicht voor iedereen om thuis en binnen te blijven. Als dit beperkt blijft tot de 70 plussers en andere meer bevattelijke personen is dat nog redelijk te doen, maar als het voor iedereen zou moeten gelden, wordt het vrijwel ondoenlijk en bovendien komt dan de hele economie stil te liggen.
Vermoedelijk zijn deze vijf niveaus in afnemende mate effectief maar juist in toenemende mate schadelijk voor de economie.Een ander aspect van de lockdown is dat de maatregelen langer voortgezet zouden moeten worden naarmate ze effectiever zijn. Het duurt dan immers langer voordat we uiteindelijk bijna allemaal besmet geraken en de misère echt voorbij is. Dit is een reden te meer om te willen begrijpen waarom er in Wuhan in twee maanden al een plafond is bereikt. Mijn voorzichtige maar wel voor de hand liggende conclusie is dat niet zozeer de aard van de lockdown, maar hoe vroeg na het begin van de uitbraak die wordt ingesteld doorslaggevend is. Zoals bij elke infectieziekte is uitstel van ingrijpen het domste wat je kunt doen.
Positieve effecten
De Corona pandemie kent veel slachtoffers, maar door de ernst aanvankelijk te ontkennen en te laat in te grijpen, zijn de maatregelen nu zo draconisch dat miljoenen mensen hun baan verliezen en we in een economische recessie geraken. Maar er zijn desondanks ook positieve effecten van een lockdown.Afgezien van de verminderde druk op ziekenhuizen en verzorgingscentra en het genot van een zalige stilte, rust op de wegen en blauwe lucht, heeft zelfs een langdurige lockdown nog meer positieve effecten.
Hoewel het aantal sterfgevallen door Corona wereldwijd zou kunnen oplopen naar 200.000 valt dit aantal in het niet vergeleken met de 7 miljoen sterfgevallen per jaar door luchtverontreiniging . Een jaar lang minder luchtverontreiniging zou daarom wel eens een compensatie kunnen geven voor de totale sterfte door Corona. Een ander positief effect is de vrijwel onvermijdelijke genadeklap voor de vervuilende fossiele olie- en gasindustrie. Een klap die zich uitstrekt over de luchtvaart, de automobielindustrie voor diesel- en benzinemotoren en de cruisevaarten.
In een recente studie van het Center for International Environmental Lawwordt dit uitvoerig besproken. Weliswaar zetten de getroffen sectoren al hun lobbykracht in om staatssteun te krijgen in de vorm van gegarandeerde leningen, belastingvrijstellingen en ontheffingen van kostbare milieuregels, maar het kan haast niet uitblijven dat er duizenden faillissementen zullen komen en zeker sterk verminderde winsten voor de aandeelhouders. De totale economische crisis die dit met zich meebrengt zou wel eens doorslaggevend kunnen worden voor het behalen van de in Parijs afgesproken klimaatdoelen. Als daardoor eencatastrofale runaway van het klimaat kan worden afgewend zou het aantal slachtoffers dat daarmee gemoeid zou gaan, met miljarden worden beperkt.
De coronacrisis veroorzaakt nu een sterke verlaging van de uitstoot van broeikasgassen en dit komt vèr voordat de wereld in voldoende mate met effectieve maatregelen ter beperking van de uitstoot op gang komt. Ook hier zijn aanvankelijke ontkenning, bagatellisering en vervolgens uitstel uit economische overwegingen aan de orde die uiteindelijk fataal zullen worden. De coronacrisis zou daarom wel eens een zegen voor de mensheid kunnen blijken te zijn.
Sinds het uitbreken van het coronavirus doet zich een heel nieuw probleem voor: beschermingsmaterialen, zoals plastic handschoenen en mondkapjes, worden in toenemende mate op straat of in de natuur achtergelaten. NederlandSchoon en Plastic Soup Foundation trekken daarom aan de bel en roepen heel Nederland op om deze beschermingsmiddelen direct na gebruik in de afvalbak te deponeren.“Zorg voor jezelf en voor je omgeving en gooi gebruikte beschermingsmiddelen alsjeblieft in een afvalbak”, aldus Helene van Zutphen van NederlandSchoon.Niet alleen in Nederland maar in de hele wereld blijkt dit nieuwe zwerfafvalprobleem zich voor te doen.
"We constateren dat de uitbraak van het coronavirus een nieuw zwerfafvalprobleem met zich meebrengt. De afgelopen weken kregen we flink wat foto’s toegestuurd van plastic handschoenen en mondkapjes die op parkeerplaatsen van onder andere supermarkten en benzinestations zijn achtergelaten”, aldus Helene van Zutphen, directeur van NederlandSchoon.
Maria Westerbos, directeur van de Plastic Soup Foundation: “Deze beschermingsmaterialen worden nu massaal gebruikt. Mensen willen er na gebruik echter snel weer vanaf. Ze vergeten hierbij dat het schadelijk is voor mens en omgeving als je dit op straat gooit en dat bijvoorbeeld plastic handschoentjes nooit helemaal afbreken. Om die reden willen we de Nederlandse bevolking samen oproepen: gooi je beschermingsmaterialen na gebruik gelijk in de afvalbak!”
Plastic Avengers App brengt probleem in kaart
Om een beeld te krijgen van de omvang van het probleem en de mogelijke oplossingsrichtingen, hebben Zwerfinator Dirk Groot en Plastic Soup Surfer Merijn Tinga een app ontwikkeld. Deze brengt letterlijk in kaart waar het probleem het grootst is, hoeveel ‘nieuw’ zwerfafval er ligt en hoe het verschilt van regulier zwerfafval. Iedereen kan deze Plastic Avengers App hierof via Google Play/de App store downloaden en aangeven waar ze het nieuwe zwerfafval zijn tegengekomen.
Zorg voor jezelf, elkaar én de natuur
NederlandSchoon benadrukt dat het niet de bedoeling is om andermans handschoenen of mondkapjes op te gaan rapen: “We doen een oproep aan iedereen die in het openbaar handschoentjes of mondkapjes draagt, om het gebruikte materiaal direct na gebruik in de afvalbak te deponeren. Als er geen afvalbak in de buurt is, bewaar dan de gebruikte beschermingsmiddelen in een aparte zak tot je wel in de gelegenheid bent om het in een afvalbak te gooien. Zorg dus goed voor jezelf, maar ook voor je omgeving!”
Overigens circuleren niet alleen in Nederland, maar overal ter wereld beelden van weggegooide handschoentjes en mondkapjes op parkeerterreinen bij supermarkten en grasvelden in parken. Ook schoonorganisaties in onder andere België, Duitsland, Italië, Frankrijk, de Verenigde Staten en Canada, zijn nu bezig om hun bevolking bewust te maken van de schadelijke gevolgen van het weggooien van plastic handschoenen, mondkapjes en andere beschermingsmaterialen.
Regeringen wereldwijd overwegen surveillance via een corona-app om de verspreiding van het coronavirus te volgen en in te dammen. “Het is een probleem dat veel bedrijven in deze sector in het verleden hebben samengewerkt met inlichtingendiensten die weinig loslaten over hun activiteiten.”
In verschillende Europese landen, waaronder België en Nederland, wordt gesproken over een mobiele corona-app om de verspreiding van het virus in te dammen. In Italië, Duitsland en Oostenrijk meldden telecombedrijven volgens Reuters dat ze geanonimiseerde locatiedata overhandigen aan overheden. Individuen zouden op basis van die data niet geïdentificeerd kunnen worden.
Te weinig tijd
In Nederland geeft de overheid ontwikkelaars nauwelijks de tijd om een goed product te maken. Het FD meldt dat ontwikkelaars slechts de Paasdagen de tijd kregen. De deadline om met een voorstel te komen is geprikt op dinsdag (14 april) 12.00 uur. Inschrijvers wordt gevraagd of ze hun oplossing op 18 april klaar hebben voor een publieke proef. En of die voor het einde van deze maand gereed is voor productie. Experts zeggen in het FD dat de ontwikkeling van de app dreigt te mislukken door de politieke haast.
Die tijdspanne is al veel te kort om überhaupt met een goed doordacht technisch concept te komen, laat staan dat privacy daarin voldoende aandacht kan krijgen. Daar zijn al voldoende vraagtekens bij met apps die wel voldoende ontwikkeltijd kregen. Bovendien waarschuwden tientallen hoogleraren de regering al in een open brief. Volgens hen kan een dergelijke app de deur openzetten voor andere 'trackingapps', die onze vrijheid langzaam maar zeker inperken.
Zo rapporteren media dat overheden in Zuid-Korea en Zuid-Afrika de locatie van telefoons monitoren en Israël gaf de veiligheidsdiensten deze maand toestemming de infectie te traceren via toegang tot locatiegegevens en andere data van miljoenen telefoongebruikers. Volgens de New York Times zouden die data al sinds 2002 verzameld worden.
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu zei dat het programma “de balans tussen individuele rechten en die van de samenleving als geheel” respecteert.
NSO Group
In Iran, Polen en India wordt gewerkt aan een corona-app die mensen in quarantaine kan volgen en die traceert met wie mensen die besmet zijn met covid-19 contact hebben gehad.
Hoewel gezondheidsexperts stellen dat strikte beperkingen op de bewegingsvrijheid nodig zijn om het virus in te dammen, zijn journalisten zich zeer bewust van de risico’s die dit soort technologie meebrengt voor hun werk.
In de afgelopen jaren bracht het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) in kaart hoe Pegasus, een Israëlische surveillancetechnologie van het bedrijf NSO Group waarmee overheden individuele mobiele telefoons kunnen hacken, werd gebruikt om journalisten te volgen. NSO Group zegt inmiddels onderzoek te doen naar misbruik van de technologie.
Het CPJ heeft ook vastgelegd hoe medewerkers van inlichtingendiensten misbruik kunnen maken hun toegang tot mobiele netwerken, en zo journalisten en hun netwerken kunnen volgen.
Privacy
Volgens Bill Marczak, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Californië (Berkeley) en expert op het gebied van surveillancetechnologie, kan het zeer moeilijk zijn om technologie die uitgerold wordt tijdens een crisis, daarna weer te ontmantelen. Die technologie kan ook gebruikt worden tegen journalisten in kwetsbare situaties. IPS hield een vraaggesprek met hem.
IPS: Veel regeringen willen surveillance via mobiele telefoons introduceren om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Bent u bezorgd over de manier waarop deze systemen worden gebouwd?
Bill Marczak: “Altijd als er een dringende noodzaak is om meer informatie te verzamelen over mensen, moeten we extra opletten omdat er dan verkeerde dingen kunnen gebeuren. Er kunnen dan heel snel systemen gelanceerd worden zonder grondige evaluatie, omdat er haast mee is. Privacy en veiligheid kunnen dan op de tweede plaats komen.
“Wat we nu weten over locatiedata van mobiele telefoons, is dat ook op basis van anonieme data altijd achterhaald kan worden waar mensen zijn: thuis, op hun werk, onderweg of buiten aan het wandelen. En bij journalisten is dus na te gaan of ze met een bron spreken.”
Door de crisis liggen er veel voorstellen voor betere surveillance via mobiele telefoons. Gaan die te ver volgens u?
“Aan de ene kant van het spectrum, zoals in Israël, zien we nu autoriteiten die openheid geven en zeggen dat ze eigenlijk al sinds 2002 metadata over locaties verzamelen. En dat ze die data nu gaan gebruiken voor de publieke gezondheid.
“Daarnaast zijn er voorstellen voor apps die mensen kunnen downloaden op hun telefoon. Sommige daarvan volgen waar je je bevindt. Andere zouden dat niet doen volgens de makers.
“In Singapore bijvoorbeeld, is een app uitgerold die nabijheidstracering mogelijk maakt. Via bluetooth worden telefoons in de buurt waarop de app geïnstalleerd is, gepingd. Zo kun je zien welke telefoons bij elkaar in de buurt zijn. Als iemand besmet is geraakt, kan het ministerie van Gezondheid die omgevingsdata gebruiken om na te gaan wie contact heeft gehad met de patiënt. Voor deze technologie is niet altijd een centrale database nodig waarin de locatiegeschiedenis van iedereen te vinden is.
“Nabijheidsdata kunnen echter ook problematisch zijn, afhankelijk van waar die wordt opgeslagen. Zelfs als dat op je eigen telefoon is, kan die telefoon in beslag genomen worden door de autoriteiten. Je kunt je een situatie voorstellen waarin regeringen zeggen: “Deze persoon is een journalist of activist, laten we eens kijken met wie hij of zij contact heeft gehad en de telefoon in beslag nemen.
“Dit soort privacyproblemen kunnen zich voordoen met nabijheidstracering, hoewel dat waarschijnlijk niet op grote schaal zal gebeuren als data alleen vastgelegd worden op individuele telefoons.”
Er bestaat wat verwarring over de manier waarop overheden toegang krijgen tot deze informatie op telefoons. Hoe werkt dat precies?
“Technisch gezien hoeft een overheid alleen maar naar een provider te stappen en inzage in de data te eisen. Er kan dan een soort constructie komen waarbij het telecombedrijf de gegevens transporteert naar een database van de overheid. Of er kan een situatie ontstaan waarbij de data bij het telecombedrijf blijven en de overheid in de loop van de tijd data opvraagt.
“Uiteindelijk is het zo dat telecombedrijven dit soort informatie ontvangen en kunnen opslaan, en dat ze dat ook doen.
“In de VS hebben we gevallen gezien waarbij premiejagers toegang kregen tot de locatie van mensen, via bemiddelaars die deze data doorverkopen. We kunnen dus aannemen dat telecombedrijven deze data verzamelen en opslaan, en dat ze die kunnen doorverkopen en delen.”
Sommige private bedrijven laten nu weten dat ze systemen kunnen leveren die locatiegegevens verzamelen, en die nuttig zijn om het virus te bestrijden.
“Er waren berichten dat NSO Group mogelijk werkte aan een ‘nieuw systeem’. De beperkte informatie daarover maakt het niet mogelijk na te gaan hoe dat eventuele systeem precies werkt. Maar je kunt je een situatie voorstellen waarin iemand gediagnosticeerd wordt, een nummer krijgt, en dat NSO Group dan locatietracking aanzet voor dat nummer. Dit kun je combineren met CCTV of gezichtsherkenningstechnologie om notificaties te versturen als anderen in contact komen met de geïnfecteerde persoon. Maar dat weten we niet. NSO heeft hierover geen informatie naar buiten gebracht.”
(Het CPJ heeft NSO Group eind maart om meer informatie gevraagd over deze technologie gevraagd, maar kreeg voor publicatie van dit artikel geen reactie - IPS)
De particuliere surveillance-industrie staat niet bekend om zijn respect voor mensenrechten in het algemeen, en persvrijheid in het bijzonder. Vorig jaar riep de speciale VN-rapporteur zelfs op tot een wereldwijd verbod op deze technologie. Moeten we ons zorgen maken als deze partijen zich nu aanbieden?
“Gezien de – overigens begrijpelijke - urgentie waarmee veel regeringen het coronavirus benaderen, zullen ze oplossingen gebruiken die op de plank liggen. Ze zullen oplossingen kopen bij bestaande surveillancebedrijven. Het is problematisch dat veel bedrijven in dit universum in het verleden hebben samengewerkt met inlichtingendiensten die weinig loslaten over hun activiteiten. Ze hebben potentieel meegeholpen aan het bespioneren van journalisten en activisten in het verleden. Dat baart mij zorgen.
“Over iets anders maak ik me ook zorgen. Als een regering eenmaal geld uittrekt voor een nieuw surveillancesysteem voor locatietracering, met het coronavirus als argument, wat gebeurt er dan als het virus weg is? Hoe wordt het dan gebruikt? Krijg het een nieuw doel? Als je een systeem introduceert om mensen te volgen, zal dat waarschijnlijk niet verdwijnen in de toekomst.”
Moeten journalisten bezwaar maken, nu regeringen meer bevoegdheden en technische capaciteit willen om mobiele telefoons te volgen?
“Ik wil mensen niet aanmoedigen om traceringspogingen te ondermijnen als ze geïnfecteerd zijn. Maar ze moeten zich realiseren dat deze track & trace-software misschien ook nog gebruikt kan worden als de crisis voorbij is. Als je gedwongen wordt iets te installeren op je telefoon, en je kunt er geen ‘nee’ tegen zeggen, dan stap je een land binnen waar je gevolgd wordt. Misschien kun je dan beter even geen contact hebben met een bron die je moet beschermen.”
Welke rol kunnen journalisten nu spelen?
“Ze moeten deze nieuwe plannen onderzoeken. Als een regering zegt aan locatietracering te doen, of aan contactonderzoek, moeten ze uitzoeken wat er precies gebeurt. Welk bedrijf levert die technologie? Wie heeft toegang tot de data?”
Staan we momenteel op een keerpunt, als het gaat om telefonische surveillance?
“Het is vroeg om daar iets over te zeggen, maar ik heb er wel een idee over. Regeringen die manieren zoeken om hun autoritarisme te verfijnen – regimes die meer controle willen of meer invloed op het leven van hun burgers – kunnen het coronavirus net als fake news, cybersecurity of terrorisme aangrijpen om hun macht te vergroten. Voor zo’n regering zijn de barrières om te weten waar iedereen zich altijd bevindt, in feite alleen de kosten.
“In een democratische context zijn het de kosten en de wetgeving of controles die in het systeem gebouwd zijn. We zullen steeds vaker horen dat we deze traceermethodes moeten gebruiken om weer verder te kunnen met ons leven.”
China beperkt de publicatie van wetenschappelijk onderzoek naar de oorsprong van het nieuwe coronavirus. Dat blijkt uit een richtlijn van de centrale overheid en online mededelingen van twee Chinese universiteiten, die sindsdien van het web zijn verwijderd. Dat meldt CNN.
Onder het nieuwe beleid zullen alle academische artikelen over Covid-19 worden onderworpen aan extra controle voordat ze ter publicatie worden ingediend. Onderzoek naar de oorsprong van het virus zal extra onder de loep worden genomen en moet worden goedgekeurd door centrale overheidsfunctionarissen, volgens de verwijderde berichten.
Een medisch expert in Hong Kong die samenwerkte met onderzoekers van het vasteland om een klinische analyse van Covid-19-gevallen te publiceren in een internationaal medisch tijdschrift, zei dat zijn werk in februari nog niet zo'n onderzoek onderging.
De toegenomen controle lijkt de laatste poging van de Chinese regering te zijn om het verhaal over de oorsprong van de pandemie van het coronavirus te controleren, die meer dan 100.000 levens heeft geëist en 1,7 miljoen mensen wereldwijd ziek heeft gemaakt sinds het voor het eerst uitbrak in de Chinese stad Wuhan in december.
Sinds eind januari hebben Chinese onderzoekers een reeks Covid-19-onderzoeken gepubliceerd in invloedrijke internationale medische tijdschriften. Sommige bevindingen over vroege gevallen van coronavirus - zoals toen de mens-naar-mens-transitie voor het eerst verscheen - hebben vragen opgeworpen over het officiële regeringsverslag van de uitbraak en veroorzaakten controverse op de Chinese sociale media.
En nu lijken de Chinese autoriteiten hun greep op de publicatie van Covid-19-onderzoek aan te scherpen.
Een Chinese onderzoeker die uit angst voor vergelding alleen anoniem kon spreken, zei dat de nieuwe richtlijn een zorgwekkende ontwikkeling is die waarschijnlijk belangrijk wetenschappelijk onderzoek belemmert.
Onderzoekers van het Radboudumc hebben mogelijk een essentieel mechanisme in het proces van Covid-19 gevonden. Als dat klopt, kan dat belangrijke gevolgen hebben voor de behandeling van de ziekte. Om het nieuwe inzicht te toetsen wordt nu internationaal meer onderzoek verricht.
Het Radboudumc geeft de volgende beschrijving: Een infectie met het coronavirus COVID-19 verloopt anders dan een griep of andere infectie. In het begin worden patiënten snel kortademig door vocht op de longen. Daar komt later een ontstekingsreactie in de longen bij; de antistoffen van de patiënt vallen het virus in de longen aan, wat de situatie in de long nog verder kan verergeren. Een deel van de patiënten dat na verblijf op de IC herstelt, ontwikkelt trombose en littekens in de longen door het lang bestaande vocht waardoor het herstel wordt bemoeilijkt.
Kaalslag ACE2 receptoren
De vochtproblemen in de longen in de eerste fase zijn heel kenmerkend. Die lekkage brengt de longen in de problemen, omdat ze deels vollopen. Onderzoekers van het Radboudumc komen nu met een hypothese. “Covid-19 komt de longen binnen via de ACE2 receptor. Het virus bindt aan de receptor en wordt door de receptor de longcel ingetrokken waar het virus zich kan vermenigvuldigen. Bij een massale infectie verdwijnen die ACE2 receptoren dus van de buitenkant van de cel. Daarmee verdwijnt ook hun functie.”
Bradykinine maakt bloedvaten lek
ACE2 speelt een rol speelt bij het op peil houden van de bloeddruk in het hele lichaam. Maar ACE2 heeft nog een andere functie. ACE2 houdt het stofje bradykinine onder controle. Bradykinine maakt bloedvaten lek. En bij deze Covid-19 infectie verdwijnen ACE2 receptoren van de longcellen door het naar binnenbrengen van het virus. Daardoor heeft bradykinine vrij spel en gaan de kleine bloedvaten massaal lekken op de plaats van infectie.
Ook sommige bijwerkingen van ACE-remmers, die worden gebruikt tegen hoge bloeddruk, lijken sterk op verschijnselen die bij COVID-19 worden gezien, zoals het droge hoestje.
Snel delen en testen van de inzichten
Onderzoekers van het Radboudumc hebben hun inzichten gepubliceerd in een artikel dat is verschenen op Preprints. Artikelen op Preprints zijn niet door collega’s beoordeeld en van commentaar voorzien, maar kunnen daarom wel heel snel worden gepubliceerd. Het artikel op Preprints is al ongeveer 1500 keer bekeken en meer dan 800 keer gedownload. Op basis van deze gedeelde kennis is het Radboudumc nu bezig om de eerste behandelingen op te zetten met Icatibant, een middel dat de effecten van bradykinine kan remmen.
Publicatie in Preprints: Kinins and Cytokines in COVID-19: A Comprehensive Pathophysiological Approach - Frank van de Veerdonk, Mihai G. Netea, Marcel van Deuren, Jos W.M. van der Meer, Quirijn de Mast, Roger J. Bruggemann, Hans van der Hoeven https://www.preprints.org/manuscript/202004.0023/v1
Het aantal officieel bevestigde gevallen van de nieuwe coronavirusziekte COVID-19 en waarop veel commentaren van nationale en internationale media worden gebaseerd, onderschat het werkelijke aantal infecties dramatisch. Dat suggereert een recent rapport van de Universiteit van Göttingen.
Om de kwaliteit van officiële gegevens te testen hebben dr. Christian Bommer en professor Sebastian Vollmer van de universiteit van Göttingen schattingen van COVID-19 sterfte en tijd tot overlijden gebruikt uit een recent onderzoek dat is gepubliceerd in The Lancet Infectious Diseases . Uit hun gegevens blijkt dat landen gemiddeld slechts 6% van de coronavirusinfecties hebben ontdekt en dat het werkelijke aantal geïnfecteerde mensen wereldwijd al enkele tientallen miljoenen heeft bereikt.
Onvoldoende en vertraagde tests kunnen verklaren waarom in sommige Europese landen, zoals Italië en Spanje, veel meer slachtoffers vallen (vergeleken met gerapporteerde bevestigde gevallen) dan in Duitsland, dat naar schatting 15,6% van de infecties heeft ontdekt. In Italië is dat slechts 3,5% en in Spanje 1,7%. Het detectiepercentage is zelfs nog lager in de Verenigde Staten (1,6%) en het Verenigd Koninkrijk (1,2%) - twee landen die veel kritiek hebben gekregen van deskundigen op het gebied van de volksgezondheid vanwege hun vertraagde reactie op de pandemie.
Daartegenover heeft Zuid-Korea bijna de helft van alle SARS-CoV-2-infecties ontdekt. De auteurs schatten dat Duitsland op 31 maart 2020 460.000 infecties had. Op basis van dezelfde methode berekenen ze dat er dat in de Verenigde Staten meer dan tien miljoen waren, in Spanje meer dan vijf miljoen, in Italië ongeveer drie miljoen en in het Verenigd Koninkrijk ongeveer twee miljoen infecties. Op dezelfde dag meldde de Johns Hopkins University dat er wereldwijd minder dan 900.000 bevestigde gevallen waren. Dat betekent dat de overgrote meerderheid van de besmettingen onopgemerkt bleef.
Sebastian Vollmer, hoogleraar ontwikkelingseconomie aan de universiteit van Göttingen, zegt: “Deze resultaten betekenen dat overheden en beleidsmakers uiterst voorzichtig moeten zijn bij het interpreteren van aantallen besmettingen voor planningsdoeleinden. Dergelijke extreme verschillen in de hoeveelheid en kwaliteit van tests die in verschillende landen worden uitgevoerd, maken dat officiële dossiers grotendeels niet informatief zijn en geen nuttige informatie bieden. " Christian Bommer vult aan: "Er zijn dringend grote verbeteringen nodig in het vermogen van landen om nieuwe infecties op te sporen en het virus in te dammen."
Wandelen, hardlopen of fietsen zijn enkele van de weinige activiteiten die nog kunnen in tijden van corona. Maar deze buitensporten kun je beter niet in elkaars slipstream uitoefenen. Dat blijkt uit recent onderzoek van Technische Universiteit Eindhoven in Nederland en KU Leuven in België.
De algemene afstandsregel van 1,5 meter is prima voor mensen die binnen of buiten bij elkaar staan. Maar als je gaat wandelen, hardlopen of fietsen moet je veel voorzichtiger zijn.
'Als iemand uitademt, hoest of niest tijdens het lopen, hardlopen of fietsen, dan wordt het grootste deel van de microdruppels meegezogen in de slipstream achter de hardloper of fietser.
Als je net achter deze leidende persoon in de slipstream loopt of fietst, ga je vervolgens door die wolk van druppels ”, zegt Bert Blocken, hoogleraar civiele techniek aan de Technische Universiteit Eindhoven en de KU Leuven.
'De slipstream is de zone die vlak achter mensen ontstaat als ze lopen of fietsen, en die trekt als het ware de lucht een beetje mee met deze bewegende persoon ", legt Blocken uit." Fietsers rijden juist graag in de slipstream van anderen om hun luchtweerstand te verminderen. Maar iemand die loopt of rent heeft ook zo'n slipstream. We hebben gezien dat het niet uitmaakt hoe die zone zich vormt, druppeltjes komen in die luchtstroom terecht. Die slipstream kun je dus het beste vermijden ”, zegt Blocken.
De onderzoekers kwamen tot hun bevindingen door de afgifte van speekseldeeltjes door personen te simuleren beweging (lopen en rennen) en in verschillende configuraties (twee mensen naast elkaar, diagonaal achter en vlak achter elkaar). Normaal gesproken worden deze simulatiemodellen gebruikt om het prestatieniveau van topsporters te onderzoeken en te verbeteren.
Met betrekking tot het infectierisico van COVID-19 is nu juist aanbevolen om het tegenovergestelde te doen: uit die slipstream blijven.
De onderzoekers lieten de resultaten van hun onderzoek zien in een reeks animaties en figuren. De wolk van druppels die zijn achtergelaten door een bewegend persoon zijn duidelijk zichtbaar.
Mensen die niezen of hoesten verspreiden de druppels met een grotere stuwkracht, maar ook degenen die alleen uitademen stoten druppeltjes uit. De rode stippen op de afbeeldingen vertegenwoordigen de grootste deeltjes. Deze worden over het algemeen als de meest besmettelijke beschouwd, hoewel virologie onderzoek zou dit moeten bevestigen voor COVID ‐ 19 - en sneller naar beneden vallen. 'Maar als er iemand door de druppelwolk heen loopt kunnen ze nog steeds op het lichaam van die persoon terechtkomen.
Omwille van de urgentie hebben de wetenschappers besloten om de resultaten van hun onderzoek al bekend te maken, voordat financiering voor verder onderzoek is aangevraagd. Ze kondigen ook een uitgebreidere beschrijving van hun onderzoek aan die ze binnenkort op LinkedIn zullen plaatsen.
[ Updated ] Mensen die op plaatsen wonen waar veel luchtvervuiling heerst, hebben hoogstwaarschijnlijk minder kans om een coronabesmetting te overleven. Dat zegt de Europese Public Health Alliance (EPHA). De verhoogde sterftekans wordt nu ook bevestigd door onderzoek van Harvard.
Luchtverontreiniging kan hoge bloeddruk (hypertensie), diabetes en luchtwegaandoeningen veroorzaken. Deze aandoeningen worden door artsen nu ook gekoppeld aan hogere sterftecijfers door toedoen van Covid-19.
Ook een studie door de gezaghebbende Harvard-universiteit bevestigt wat zich ook in andere landen al aftekende: wie in gebieden met hogere luchtvervuiling woont, loopt een veel hogere kans om te sterven aan covid-19. In Italië werd die trend al eerder vastgesteld: in het noorden van het land, waar de luchtvervuiling groter is, is de mortaliteit hoger dan in de rest van Italië.
1 microgram
De studie analyseert de sterfgevallen door covid-19 in de VS tot 4 april in drieduizend Amerikaanse districten, goed voor 98 procent van de Amerikaanse bevolking. Die cijfers worden vergeleken met gegevens over de vervuiling met fijnstof in de districten.
De wetenschappers hielden daarbij ook rekening met andere factoren zoals armoede, rookgedrag, obesitas en het aantal ziekenhuisbedden en andere maatregelen in de strijd tegen de epidemie.
“We ontdekten dat een verhoging van amper 1 microgram fijnstof per kubieke meter leidt tot stijging met 15 procent in de mortaliteit, en dat met 95 procent zekerheid”, concluderen de onderzoekers. “Een kleine toename van de blootstelling aan luchtvervuiling leidt dus tot een sterke toename van de mortaliteit voor covid-19, en die link is twintig keer sterker dan die tussen luchtvervuiling en algemene mortaliteit.”
Voorbereiden
Op korte termijn is de studie een waarschuwing voor gebieden met een hoge luchtvervuiling die nu nog geen hoge mortaliteit vaststellen door covid-19, zeggen de onderzoekers. De overheid doet er goed aan om in die gebieden bijvoorbeeld strengere maatregelen te nemen om de ziekte te vertragen, of te voorzien in meer ziekenhuisbedden en zorg.
Op langere termijn vormt de studie een extra argument in de strijd tegen luchtvervuiling, zeggen de wetenschappers, zeker nu het Amerikaanse Milieuagentschap (EPA) eind maart heeft aangekondigd dat het minder streng zal optreden om milieuwetten af te dwingen.
Een onderzoek uit 2003 naar slachtoffers van het SARS-coronavirus wees ook al uit dat patiënten in regio's met matige luchtverontreiniging 84 procent meer kans hadden om te overlijden dan mensen in regio's met lage luchtverontreiniging.
Dieselvoertuigen
“De luchtkwaliteit in de stad is de afgelopen halve eeuw verbeterd, maar de dampen van benzine- en vooral dieselvoertuigen blijven een serieus probleem”, zegt Sara De Matteis, hoofddocent arbeids- en milieugeneeskunde aan Universiteit Cagliari in Italië en lid van de European Respiratory Society. “Zelfs de nieuwste dieselmotoren zijn erg vervuilend. Patiënten met chronische long- en hartaandoeningen zijn minder goed in staat longinfecties te bestrijden en hebben daarom meer kans om te overlijden. Dit is waarschijnlijk ook het geval voor Covid-19.”
Luchtvervuiling is de grootste milieu-uitdaging in Europa. Het probleem is het grootste in de steden, zegt het Europese Milieuagentschap (EEA). Stikstofdioxide (NO₂) en ozon (O₃) veroorzaken de meeste schade en leiden tot 400.000 voortijdige overlijdens per jaar.
Hotspot
“Een hotspot van luchtvervuiling is Noord-Italië, het centrum van de corona-uitbraak in Europa”, stelt het bericht van de EPHA.
Ook in Wuhan, waar de pandemie begon, en in andere delen van China is de luchtkwaliteit slecht. En in Nederland is Noord Brabant een regio met problemen rond de luchtkwaliteit.
Anderzijds is het ook zo dat in Lombardije het niveau van fijnstof met een diameter van 10 micrometer (PM10) al enorm is gedaald na tien dagen van Covid-19-maatregelen voor sociale afstand. Ook de NO₂-niveaus zijn afgenomen tijdens de lockdown.
“De lucht klaart misschien op in Italië, maar de schade aan de menselijke gezondheid en hun vermogen om infecties te bestrijden, is al een feit”, zegt Sascha Marschang, de secretaris-generaal van EPHA. “Regeringen hadden lang geleden de chronische luchtverontreiniging al moeten aanpakken, maar hebben de economie voorrang gegeven boven gezondheid door de auto-industrie te zacht aan te pakken.
“Als deze crisis voorbij is, moeten beleidsmakers de maatregelen versnellen en vuile voertuigen van onze wegen krijgen. De wetenschap vertelt ons dat epidemieën zoals Covid-19 steeds vaker zullen voorkomen. Schone lucht is dus een basisinvestering in een gezondere toekomst.”
De ernst van de coronacrisis dwingt producenten van geneesmiddelen om hun patenten tijdelijk op te geven, schrijven hoogleraren Enrico Bonadio en Andrea Baldini, hoogleraren aan de Universiteit van Londen en Nanjing.
Terwijl Covid-19 wereldwijd slachtoffers maakt, is de race volop aan de gang om de juiste geneesmiddelen tegen het virus te produceren, zoals vaccins, testkits en medicijnen om patiënten te behandelen.
In normale omstandigheden zouden farmabedrijven daarbij niet van nature samenwerken. Voor de ontwikkeling van de nieuwe geneesmiddelen zijn enorme investeringen nodig en bedrijven vragen daarom patenten aan om die investeringen te beschermen. Zolang het patent loopt, kunnen ze hoge prijzen vragen voor een geneesmiddel.
Maar in deze tijd van wereldwijde crisis groeit de druk op bedrijven om afstand te doen van hun eigendomsrechten en zo de verspreiding te versnellen van geneesmiddelen en apparaten die nuttig zijn in de strijd tegen Covid-19. Sommige bedrijven hebben zelf het initiatief genomen, zoals het Amerikaanse AbbVie, dat vorige maand liet weten dat het zijn patent op Kaletra, een hiv-medicijn dat momenteel overal ter wereld wordt getest op effectiviteit bij de behandeling van Covid-19, niet langer zou afdwingen.
Exclusiviteit
Andere bedrijven vechten nog steeds voor exclusiviteit. Zo heeft het Wuhan Institute of Virology in China onlangs een nationaal octrooi aangevraagd op het gebruik van remdesivir, een experimenteel antiviraal geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van Covid-19 en dat voor het eerst werd ontwikkeld door het Amerikaanse bedrijf Gilead.
Ook Gilead zelf kwam onder vuur te liggen toen het de Amerikaanse regelgevers om een zogenaamde “orphan status” vroeg voor remdesivir. Volgens de Amerikaanse wetgeving genieten farmaceutische bedrijven die behandelingen ontwikkelen voor ziekten met minder dan 200.000 patiënten zeven jaar marktexclusiviteit. Na grote publieke verontwaardiging liet Gilead weten dat de aanvraag in te zullen trekken.
Zowel het Wuhan Institute als Gilead hebben gehandeld binnen de grenzen van de wet. Maar is hun beslissing om de intellectuele eigendomswet te gebruiken, en dus andere mensen de toegang tot hun geneesmiddelen te ontzeggen, ook ethisch verantwoord?
Prijzen verlagen
Als farmaceutische bedrijven weigeren afstand doen van hun wettelijke exclusiviteitsrechten, bestaan er mechanismen in de wetgeving om die rechten in evenwicht te brengen met het algemeen belang, zoals dwanglicenties. Het stelt bedrijven die niet in het bezit zijn van de intellectuele eigendomsrechten wettelijk in staat om kopieën van het geneesmiddel te produceren en te verkopen in noodsituaties. Dankzij de grote internationale handelsverdragen kunnen regeringen onder bepaalde voorwaarden verplichte licenties verlenen voor het gebruik van een bepaald medicijn binnen de grenzen van hun land.
In het verleden zijn dergelijke licenties effectief gebleken bij het verlagen van de geneesmiddelenprijzen. In 2012 kreeg de Indiase producent van generieke geneesmiddelen, Natco, bijvoorbeeld een dergelijke licentie voor Sorafenib, een middel tegen kanker. Dit gebeurde nadat het patentbureau van dat land oordeelde dat Bayer AG als de patenthouder van Sorafenib niet genoeg had gedaan om het medicijn beschikbaar te maken voor Indiase burgers. Als gevolg hiervan produceerde het lokale farmaceutische bedrijf Cipla een versie van Sorafenib, die 75 procent goedkoper was.
Het is waarschijnlijk dat we binnenkort een piek zullen zien in het gebruik van verplichte licenties die gericht zijn op het aanpakken van experimentele behandelingen van Covid-19, vooral als farmaceutische bedrijven hun kennis niet vrijwillig delen. Israël heeft bijvoorbeeld zojuist een verplichte licentie opgelegd voor AbbVie's Kaletra - dat was ook een reden voor Abbvie om zijn octrooirechten op dit geneesmiddel wereldwijd te laten vallen. Israël heeft sindsdien plannen opgesteld om de generieke versie van Kaletra te importeren die is geproduceerd door het Indiase bedrijf Hetero.
Samenwerking
Ook de parlementen van Chili en Ecuador hebben resoluties aangenomen die de weg kunnen effenen voor de afgifte van dwanglicenties om de uitbraak van het coronavirus aan te pakken. Ondertussen is de Duitse regering begonnen met de planning van octrooirechten vanwege de pandemie. En Canada zet soortgelijke stappen.
In het licht van een ongekende wereldwijde gezondheidscrisis zoals de coronaviruspandemie, is het voor onderzoekers nog nooit zo noodzakelijk geweest om samen te werken bij het zoeken naar betere testen en behandeling. Dit kan er op zijn beurt weer toe leiden dat bedrijven hun monopolie op nieuwe behandelingen en technologie moeten opgeven.
In het verleden hebben we soortgelijke conflicten gezien. In 1998 probeerde een groep farmaceutische bedrijven via een rechtszaakde Zuid-Afrikaanse regering te doen stoppen met de invoering van wetgeving om verschillende geneesmiddelen betaalbaarder te maken, met name hiv- en aidsmedicijnen. Het belangrijkste bezwaar was dat lokale wetten de octrooibescherming verminderden. De zaak veroorzaakte wereldwijd veel kritiek en verhoogde het publieke bewustzijn over de (soms) negatieve impact van octrooirechten op de volksgezondheid. De bedrijven trokken zich uiteindelijk terug.
De crisis van vandaag doet ons opnieuw vragen stellen bij de morele fundamenten van intellectuele eigendomsrechten. De wetten zijn cruciaal om de ontwikkeling van levensbelangrijke geneesmiddelen aan te sporen, maar ze zijn verre van perfect. De bescherming van patenten moet op een ethische manier gebeuren, en dat betekent dat bedrijven soms hun juridische rechten moeten laten vallen, in het algemeen belang.
Enrico Bonadio is hoogleraar Recht en expert in intellectuele eigendomsrechten aan de Universiteit van Londen. Andrea Baldini is filosoof en hoogleraar Esthetica aan de Universiteit van Nanjing.
In samenwerking met de TU Delft, Franciscus Gasthuis, Reinier de Graaf Ziekenhuis en na overleg met verschillende ziekenhuizen en Deskundigen Steriele Medische Hulpmiddelen is een methode getest om gebruikte mondkapjes te steriliseren via een generiek sterilisatieproces.
De testresultaten komen overeen met de resultaten van nieuwe mondkapjes.
Steriliseren van mondkapjes
GreenCycl (Van Straten Medical/CSA Services) in De Meern kan ziekenhuizen, GGD’s, verpleeghuizen en praktijken in nood bijstaan. Onder de naam GreenCycl worden de maskers opgehaald. Iedere batch wordt zorgvuldig geïnspecteerd, genummerd en verpakt in speciaal laminaat. De laminaatzakken worden vervolgens gesteriliseerd op 121 graden en zijn daarna weer bruikbaar. Testen met een deeltjesteller laten zien dat mondmaskers tot vijf keer gesteriliseerd kunnen worden. GreenCycl beschikt over een special protocol voor het vervoer van gebruikte mondkapjes.
Zorginstellingen die zelf willen steriliseren kunnen bij GreenCycl terecht voor advies en metingen. Deze methode is een simpele en veilige manier om het tekort aan mondkapjes in zorginstellingen te verhelpen.
Het UMCG en de Rijksuniversiteit Groningen gaan groot onderzoek doen naar de risicofactoren van het coronavirus. Ze gaan daarvoor de ervaringen van 135.000 noorderlingen gebruiken, die zich hebben aangesloten bij Lifelines. Dat meldt de Groninger Internet Courant GIC.
De vele duizenden deelnemers aan Lifelines krijgen wekelijks een vragenlijst toegestuurd. Hun antwoorden worden gekoppeld aan data van biobank Lifelines. Op die manier kan men zien of er erfelijke of omgevingsfactoren zijn die ervoor zorgen dat iemand juist meer of minder ziek wordt van het coronavirus.
Genetisch bepaald?
De wekelijkse vragenlijsten worden verstuurd naar deelnemers van de onderzoeksprogramma’s Lifelines en NEXT. Hun antwoorden worden gecombineerd met eerder verzamelde data, waaronder ook genetische informatie. Hoofdonderzoeker prof. dr. Lude Franke, Hoogleraar Genetica licht toe: “Met dit onderzoek willen we zien of er verschillen in het DNA te vinden zijn tussen mensen die ernstig ziek zijn geworden door het coronavirus en mensen die milde symptomen hebben gehad.”
Invloed op mentale gezondheid
Tevens wordt met dit onderzoek onderzocht in hoeverre het coronavirus invloed heeft op het welzijn en welbevinden van de noorderlingen. Worden mensen somber of angstig? Heeft dit effect op hun eetgedrag en gezondheid? Hoe raakt het hun dagelijkse leven, waaronder het werk? En wat voor effecten gaat dit op de langere termijn hebben?
Verspreiding in kaart
Dankzij dit onderzoek wordt ook in kaart gebracht hoe de verspreiding van het coronavirus over de komende maanden in de drie noordelijke provincies verloopt. Deze kennis kan helpen om in de toekomst bij andere infectieziekten nauwkeuriger te kunnen voorspellen wat er zal gebeuren.
Noord-Nederland bundelt haar krachten
Het Lifelines corona-onderzoek is een gezamenlijk initiatief van het UMCG, Rijksuniversiteit Groningen, Aletta Jacobs School of Public Health en Lifelines. Het wordt mede mogelijk gemaakt door de Universiteit van het Noorden, een collectief van noordelijke kennisinstellingen.
Het was en is nog steeds het advies van de machtige Wereldgezondheidsorganisatie, over hoe we met z’n allen de pandemie zouden moeten tegengaan. Het advies klinkt logisch. We willen immers van dag tot dag weten hoe erg het is. Waar zit de haard en wie moeten we apart nemen en isoleren? Wie kunnen we rustig naar huis sturen omdat die slechts een griepje onder de leden heeft? We willen kunnen sturen en zonder kennis over het effect van ons stuurwiel is dat onmogelijk. Dan spelen we blindemannetje op de snelweg.
En toen waren er opeens te weinig testkits. Diverse landen zijn in rep en roer, angst grijpt om zich heen en er vallen verwijten. Door de schaarste moeten we het testen beperken tot de meest noodzakelijke gevallen. Dat klinkt erg dom, maar deze test is een ongelofelijk gecompliceerd en geavanceerd systeem, dat enige jaren terug niet eens denkbaar was. Het herkennen van de specifieke volgorde in een stukje RNA in een druppel snot is iets waar de moleculair biologen buitengewoon trots op mogen zijn. Maar is het ook iets om blind op te varen?
Wat als deze test ons op het verkeerde been zet?
Wat als blijkt dat mensen al enige dagen voordat ze koorts of andere symptomen vertonen besmettelijk zijn? Wat als blijkt dat beduidend veel meer mensen überhaupt niet ziek worden, maar wel gedurende enige dagen na besmetting het virus kunnen overbrengen?Wat als daardoor blijkt dat door het isoleren van de zieken en positief getesten we slechts een kleine fractie van de besmettelijke mensen hebben geïsoleerd? Wat als de meeste mensen nauwelijks ziek worden, binnen enkele dagen immuniteit ontwikkelen en daardoor niet meer besmettelijk zijn, maar wel bijna twee maanden “opgesloten” worden waardoor de economie tot stilstand komt?
Wat als blijkt dat daardoor de epidemie net zo snel om zich heen grijpt met als zonder testen? Wat als blijkt dat de vèrgaande isolatieen andere maatregelen er alleen maar voor zorgen dat het veel langer duurt voordat er voldoende groepsimmuniteit ontstaat? Wat als blijkt dat daardoor uiteindelijk net zo veel mensen aan de ziekte overlijden als zonder die ingrijpende maatregelen? Geen van deze veronderstellingen is uit de lucht gegrepen en er bestaan zelfs aanwijzingen voor, maar het zal nooit achteraf blijken als we alleen de zieken testen.
Politici houden niet van “Wat als.. vragen” en gaan daar vrijwel nooit op in. Wetenschappers houden er wel van net als journalisten. Wetenschappers werken zelfs heel graag met scenario’s. Ze bouwen computermodellen met verschillende “knoppen” om aan te draaien, zogenaamde variabelen. Daarmee kunnen ze zichtbaar maken wat er zou gebeuren als je dit of dat doet. Heel handig om er journalisten of volksvertegenwoordigers mee te voeden.
Helaas kun je er niet op sturen zolang je over de belangrijkste variabelen slechts kunt gissen en dan maar ietsgaat aannemen dat nergens op gebaseerd is. Want, je moet toch wat. Helaas is dit het geval en dit zal zo blijven zolang we ons laten misleiden door getallen die ons een verkeerd beeld geven.
Dan maar niet testen? Nee zo simpel is het nu ook weer niet. Testen is prima zolang we ons blijven realiseren wat je er wel en wat je er niet mee vaststelt.Om te weten of iemand ziek is, heb je geen test nodig, maar om te weten of het griep is of Corona moet je testen. Een positieve test duidt vrijwel zeker op besmettingsgevaar, maar een negatieve uitslag geeft geen zekerheid dat er geen risico op besmetting is.Testen kan helpen als je, zoals in Z-Korea in het begin van een uitbraak de bron kan opsporen en de eerste infecties in de kiem kunt smoren. Zodra de epidemie gaande is, kan dat niet meer.
Als dan niet iedereen elke dag getest wordt, weten eigenlijk niet veel meer dan wanneer we alleen de zieken en de verplegenden testen. Maar zelfs dan weten we niet genoeg want eigenlijk zouden we bij iedereen, ziek of niet ziek, ook een test op immuniteit voor Corona moeten doen en dat wekelijks herhalen. De immuniteit kunnen we binnenkort wel testen, maar hooguit bij een representatieve groep als steekproef. Je moet toch wat. Ik kan niet wachten.
De cijfers over de coronabesmettingen vliegen ons dag in dag uit om de oren. Zoveel doden in China en zoveel zieken in Italië enzovoorts. En omdat ze steeds dichterbij komen en de aantallen steeds groter worden, jaagt het nieuws ons de stuipen op het lijf.
Minister de Jonge waarschuwde ons voor interpretaties van cijfers door leken en amateur-virologen. Maar waarom geven ze die cijfers dan? Op het internet verschijnen ook diverse grafieken over het verloop van het aantal zieken en doden in de tijd.Soms zeer verwarrende plaatjes want de registraties zijn vaak niet betrouwbaar of niet eenduidig tot stand gekomen en soms zien we de getallen van China gemengd met die in andere landen waar de epidemie veel later is begonnen.
Soms wordt het aantal zieken dat inmiddels genezen is van het totaal afgetrokken. Onze minister president kwam met een verhaal over groepsimmuniteit en probeerde dat uit te leggen. Tevergeefs want Jan en alleman had het niet begrepen en er nog nooit van gehoord. Ook vielen een paar boze en dwaze volksvertegenwoordigers over hem heen alsof hij een massamoordenaar was omdat hij geen total lockdown wilde afkondigen. De bekende Ab Osterhaus wil iedereen opsluiten en dit streng handhaven.
Virologen in talkshows
In veel landen kun je inderdaad een boete krijgen als je onnodig het huis verlaat. De president van de VS doet weer de vreemdste uitspraken die even later door de deskundigen worden weerlegd. We kunnen beter op de wetenschap vertrouwen maar eerlijk gezegd wordt ik van alle virologen in de talkshows ook niet veel wijzer.
En toch wil iedereen weten wat ons te wachten staat. Hoeveel doden, hoeveel IC bedden nodig, en hoe lang gaat het allemaal duren? Door de onzekerheid kunnen we niet plannen en niet managen en dat is moeilijk te verdragen.
Omdat ik ooit een blauwe maandag virologie studeerde en later honderden groeicurves heb geanalyseerd, durf ik het wel aan om op grond van de ervaringen in diverse landen het meest waarschijnlijke verloop van de epidemie voor Nederland ongeveer te schetsen. Eén ding wil ik wel vooruit zeggen: Ik heb nog nooit een groeicurve gezien die niet na verloop van tijd stopt.
Maar eerst even over immuniteit. Het afweersysteem van ieder mens ontwikkelt als reactie op een invasie van vreemde indringers specifieke afweerstoffen. Dat kost enige tijd en het systeem is niet bij iedereen even snel en krachtig. Daarom wordt bij een epidemie de één ziek en de ander niet.
Tegen sommige indringers zijn we na één besmetting voor het leven lang immuun, bij andere ziekteverwekkers verdwijnt het na enkele jaren of zelfs al na maanden. Bij het griepvirus ontstaan er steeds weer nieuwe stammen en moet de specifieke immuniteit steeds weer opnieuw opgebouwd worden. Tegen een aantal ziektes ontwikkelt het zich normaliter in onze vroege jeugd en vaak zonder dat we er erg in hebben. Het kan ook later tijdens een epidemie gebeuren waarbij de zwakkeren ernstig ziek worden of zelfs overlijden.
Spaanse griep
Door de Spaanse griep epidemie tussen 1918 en 1920 werd30 % van de wereldbevolking ziek en overleed 3 % (800 miljoen resp. 80 miljoen mensen). Dat willen we graag voorkomen door het systeem op voorhand te trainen. Dat doen we met speciaal aangepaste ziektekiemen die geen ernstige ziekte en sterfte kunnen veroorzaken, maar wel de specifieke immuunrespons opwekken. Dat heet vaccinatie. Als een voldoende groot deel van de bevolking immuniteit heeft ontwikkeld spreken we van groepsimmuniteit en dan heeft een ziekte weinig kans meer om zich als een epidemie te manifesteren. Dit principe is al bijna 100 jaar bekend en sindsdien voor tientallen epidemieën uitvoerig bestudeerd.
Op 81.000 geregistreerde besmettingen kwam het aantal overleden patiënten uiteindelijk uit op ruim 3.000 en dat is 0,004% van de 80 miljoen zielen tellende bevolking in de provincie.Zonder de Corona epidemie zouden er door allerlei oorzaken in die maand ongeveer 47.000 sterfgevallen zijn geweest. Maar veel interessanter is de vorm van de curve. De eerste week verliep de toename exponentieel met ongeveer 30% per dag. Daarna boog de kromme geleidelijk steeds sterker af. Na 17 dagen was de toename nog maar 8% per dag en na zes weken kwamen er vrijwel geen nieuwe gevallen meer bij, ook niet nadat de total lockdown werd opgeheven. De grote vraag is nu waardoor die afremming is veroorzaakt.
Het is verleidelijk te denken dat dit door de total lockdown kwam die vanaf 23 januari werd ingesteld. Het is echter onwaarschijnlijk dat de isolatiemaatregelen tussen 2 en 6 weken steeds meer effect kregen, zodat er uiteindelijk ook na het opheffen van de lockdown geen zieken meer bij komen.
Groepsimmuniteit
Een andere verklaring is echter dat de groepsimmuniteit onder de bevolking al na één week een steeds sterker effect begon te sorteren. Op grond van het gemiddeld aantal besmettingen dat een persoon veroorzaakt (het zgn. reproductienummer voor dit Coronavirus) schatten virologen dat er bij een groepsimmuniteit van 60% tot 70% onder de bevolking al geen uitbreiding meer zal zijn. Dat zou in Hubei dus na 6 – 7 weken bereikt kunnen zijn. Als dan60 % van de 80 miljoen mensen immuniteit hebben ontwikkeld, betekent ditper geregistreerde besmetting een aantal van 600 niet geregistreerde gevallen. Deze verhouding zegt iets over de verschillende gevoeligheid van mensen en die verschillen zijn er waarschijnlijk al vanaf het begin.
Halverwege de epidemie op de 19e dagzijn er in China ruim 40.000 geregistreerde gevallen, hetgeen bij dezelfde verhouding van 1 op 600 zou betekenen dat er dan al 24 miljoen mensen zijn besmet zonder te zijn geregistreerd. Dat kan doordat ze niet of slechts een beetje ziek waren en daarom niet zijn getest.
Dan zou rond die dag al bij ongeveer 30% van de bevolking immuniteit bereikt zijn. Tussen dag 18 en 20 is de toename al duidelijk afgebogen tot ongeveer 7% per dag. Niemand weet echter in hoeverre de lockdown of de immuniteit aan de afname van de snelheid heeft bijgedragen.
Derde verklaring
Er is trouwens ook nog een derde verklaring mogelijk. De epidemie verspreidt zich meestal vanuit een besmettingshaard in een stad naar de buitengebieden. Daar is niet alleen de bevolkingsdichtheid en dus het aantal sociale contacten minder, maar meestal worden die brandhaarden als eerste afgesloten voor in- en uitgaand personenvervoer. De aantallen zieken die over het verloop van meerdere weken in een grafiek staan hebben dus steeds betrekking op een steeds grotere populatie met een geringere dichtheid.
Als de hypothese over immuniteit klopt, dan zitten we met zijn allen cijfers te bekijken die betrekking hebben op een piepklein staartje van een veel grotere curve die de verdeling van de gevoeligheid voor het virus onder de bevolking beschrijft. Immers, volgens dit beeld zou slechts 1 op de 600 = 0,17 % van de bevolking na besmetting ziek worden en 0,007 % zo ernstig dat het sterfte tot gevolg heeft.
99 procent onbekend
Over de andere 99 % van de bevolking weten we niets, maar waarschijnlijk zal die in de loop van zes à zeven weken voor een groot deel (60 – 70%) immuun zijn geworden. Om te weten te komen of dit inderdaad zo is,zou je niet alleen bij zieke mensen of bij een verdenking wegens contacten met zieken een test op de aanwezigheid van het virus moeten doen, maar zou je op verschillende fasen van de epidemie bij een grote representatieve groep mensen zonder vooraf te selecteren de aanwezigheid van antistoffen moeten meten. Dat is een heel ander type test. Een dergelijk onderzoek is nu door de bloedbank aangekondigd. Hopelijk kunnen we dan vaststellen in hoeverre de hypothese omtrent immuniteit klopt.
Van mensen die zonder veel ziekteverschijnselen immuniteit ontwikkelen, weten we voorlopig niet hoe snel dat gaat en gedurende hoeveel dagen zij het virus nog wel kunnen overdragen op anderen. Aanvankelijk dacht men dat kinderen die niet ziek worden ook geen infectie zouden overdragen, maar daar komt men nu weer van terug. Een en ander betekent dat er te veel onbekende factoren zijn waardoor cijfers na de eerste weken van een epidemie eigenlijk niet goed zijn te interpreteren. Minister De Jonge heeft dus gelijk. Dat geldt echter niet alleen voor amateur virologen, maar net zo goed voor de modelbenaderingen door het RIVM.
Totale lockdown
De maatregelen die verschillende Aziatische landen namen waren er in eerste instantie op gericht de zieken te identificeren met een koortsthermometer en alleen na positief te zijn getest te isoleren. In een paar landen is gelijk voor een rigoureuze aanpak gekozen met een totale lockdown. Men hoopt daarmee de snelheid van de uitbreiding te temperen om te voorkomen dat er in korte tijd te weinig capaciteit ontstaat bij de ziekenhuizen.
Maar als er op elke zieke nog 600 besmette mensen vrij rondlopen is het zeer de vraag of deze aanpak veel effect heeft. Als de stijging van het aantal nieuwe ziektegevallen vooral afneemt door de toenemende immuniteit moeten we niet alleen de mensen die positief getest zijn isoleren maar juist de nog niet besmette kwetsbaren en wel zolang totdat er voldoende groepsimmuniteit is ontwikkeld. De kans dat zij dan alsnog besmet raken is dan zeer gering geworden. Dit vergt een discipline die tegen onze intuïtie ingaat en door velen niet goed begrepen wordt.
Wat kunnen we verwachten?
Dan nu de voorspelling. In de eerste week verloopt de toename in Nederland nog exponentieel met ongeveer 26% per dag, de volgende twee weken zakt het tot 19% per dag. In de andere Europese landen met strengere regels omtrent isolatie lijkt dat met ongeveer 19% per dag net zo snel te gaan. In al deze landen is na drie weken nog geen duidelijke daling van de exponentiële groei zichtbaar.
In de VS verloopt de stijging in de eerste twee weken zelfs nog met 40% per dag. (Business Insider Update Nederland 22 mrt). Als mijn interpretatie klopt, dan zou het verdere verloop bij ons niet erg veel anders gaan dan in Wuhan. In dat geval zou de toename vanaf eind maart gaan afbuigen.
Als we ondanks de maatregelen van social distance Nederland als één geheel beschouwen, kan het aantal geregistreerde gevallen met ziekteverschijnselen nog wel tot half april oplopen tot29.000 maar daarna zouden er weinig nieuwe gevallen meer bij komen. De meeste zieken zullen na 1 à 2 weken weer herstellen. De sterfte zou tot 1200 kunnen oplopen.
Normaal zouden in maart en april door allerlei oorzaken 25.000 mensen in Nederland overlijden. Voor de ernstig zieken zouden er 2500 IC bedden beschikbaar moeten zijn. Door de maatregelen hopen we te bereiken dat die niet allemaal tegelijk nodig zijn, zodat er met maximaal 1500 IC plaatsen in heel Nederland geen ernstig tekort zal optreden. Het zal er dus om spannen.
Het aantal ernstig zieken kan ook wat groter worden omdat er vanwege de vergrijzing in Nederland meer kwetsbare ouderen zijn dan in China. Het kan ook minder worden als wij door de maatregelen de infectiehaarden beter weten in te dammen en de golf weten te vertragen totdat de groepsimmuniteit voldoende is.
Bij een effectieve vertraging door isolatie zal het moment van voldoende groepsimmuniteit dan ook later bereikt worden. De onzekerheid is met geen enkel model volledig weg te nemen, maar ondanks alle onzekerheden durf ik wel te voorspellen dat op 1 mei voor Nederland het ergste voorbij is.
Hoe de wereldeconomie dan weer zal herstellen blijft echter een complete verrassing.
In de onderstaande tabel geven we het aantal aan COVID-19 overleden personen aan per miljoen inwoners per land. Dit in tegenstelling tot andere statistieken, die overlijden koppelen aan het aantal besmettingen.
Wij geven deze cijfers als aanvulling omdat het aantal besmettingen in elk land anders wordt geregistreerd (en soms helemaal niet) en daardoor voor de statistiek geen goed vergelijkend gegeven is.
In dit overzicht zijn de cijfers betrouwbaarder naarmate de pandemie in het land langer duurt: mensen overlijden pas enige tijd na de besmetting. Die periode is gemiddeld tot 3 weken. De cijfers zijn het resultaat van het werkelijke aantal besmettingen en het lokale sterftecijfer samen.
De bron voor de cijfers is de website worldometers.info.
De cijfers zijn bijgewerkt op 24-3 16:30
[ Dit overzicht wordt niet meer bijgewerkt op deze pagina. Op voorstel van Duurzaamnieuws heeft Worldometers het aantal besmettingen en overlijdens per miljoen inwoners toegevoegd aan haar overzicht dat dagelijks vrijwel realtime wordt bijgehouden. Dat vind je hier. ]
Bij duurzaamnieuws.nl nemen wij uw recht op privacy serieus. Wij plaatsen enkele cookies die nodig zijn om onze website optimaal te laten functioneren. Onderstaand ziet u welke verplichte en optionele toestemmingen u ons verleent om uw persoongegevens te verwerken op deze website. Als u deze toestemmingen wilt intrekken klikt u op 'Vergeet mij' onderaan deze pagina.